Arjun Appardurai: ‘Cash is de gemeenschappelijke taal in de grootstad’

Arjun Appardurai is een gerenommeerd antropoloog die opgroeide in Mumbai, naam maakte met studies over globalisering en cultuur en terugkeerde naar zijn geboortestad om er met blotevoetenantropologen en andere onderzoekers te werken aan een beter begrip van de geglobaliseerde stad met al haar tegenstellingen en ongelijkheden, maar ook haar dromen en beloften.

  • 'Shiv Sena is India’s enige echte fascistische beweging, en dat is opmerkelijk want dat betekent dat het fascisme in India grootstedelijk is, gevestigd en geworteld in de financiële hoofdstad van het land en in de meest kosmopolitische stad van India.'

De Leuvense onderzoeksgroep Cultures and Development Studies (CADES) aan de KULeuven inviteerde Arjun Appadurai onlangs voor een van de avonden in de serie Cities in Development, waar hij in gesprek ging met Filip De Boeck. MO* sprak met Appadurai over de onmogelijke stad en de hoop van de uitgesloten massa’s.

Arjun Appardurai: Mumbai is een stad van vele kringen. Er is Centraal- en Zuid-Mumbai, het oude hart van de stad, dat ook vandaag nog het financiële hart van het land blijft. Daarnaast ontstonden nieuwe stedelijke centra rond onder andere de textielindustrie en groeide een verdere periferie. Vandaag ontstaan nieuwe metropolitaine centra, los van Mumbai, maar door hun groei en door de treinverbindingen met het centrum smelten ze samen tot wat een enorm grootstedelijk gewest wordt.

Iedereen wil nog steeds zo dicht mogelijk bij het hart van de stad wonen, omdat daar nog steeds de meeste kansen zijn op werk of inkomen. Toch zijn er in deze overbevolkte en uiterst intense stad nog steeds uitgestrekte stukken braakland waar niemand woont, bijvoorbeeld waar het leger grond heeft of de vroegere textielindustrie gevestigd was.

Zou een bestuur zoals Sjanghai kent efficiënter zijn om die beperkte ruimte voor zoveel mensen te beheren?

Arjun Appardurai: Weinig mensen in Mumbai zijn te vinden voor het grootindustriële model van Sjanghai, waar het leven, de huisvesting, de tewerkstelling en de toekomst van de meerderheid volledig beheerst worden door de plannen en behoeften van de captains of industry. Die upmarket fantasie interesseert ons niet. Als je verwijzing naar Sjanghai echter gaat over de capaciteit van de overheid om de stad te besturen, dan is dat een andere zaak. Het zou fantastisch zijn als iemand in staat was om die braakliggende terreinen beschikbaar te maken voor al die mensen die nu geen huisvesting vinden in Mumbai.

Het probleem in India is dat de overheid niet zomaar kan onteigenen of plannen, want dat geeft altijd onmiddellijk aanleiding tot grote protesten. En aangezien iedereen een stem heeft bij de verkiezigen, is het voor politici niet zo makkelijk om de kortetermijnbelangen van de bevolking te negeren ten voordele van de langetermijnbelangen van de gemeenschap. Zelfs de armste inwoner van India moet om de vier jaar overtuigd of “omgekocht” worden door ambitieuze politici.

Welke impact heeft de economische groei van de voorbije twintig jaar gehad op de capaciteit van de bevolking om haar eigen toekomst te kiezen en vorm te geven?

Arjun Appardurai: Te weinig impact, dat is duidelijk. Mumbai is bijvoorbeeld een sleutel voor de welvaart en rijkdom van India, maar de deelstaat Maharashtra, waarvan Mumbai de hoofdstad is, slaagt er echter niet in veel van die rijkdomcreatie mee te pikken. En omgekeerd geven de politici van Maharashtra, die grotendeels verkozen worden door rurale kiezers, niet echt om de economische motor die Mumbai is voor het hele land.

Ze beschouwen Mumbai als een melkoe waar ze de nodige fondsen vinden om hun dienstbetoon mee te financieren, maar niet als een centrum dat de rest van de staat economisch mee kan ontwikkelen. En al zeker niet als een plaats waar je armoede moet aanpakken, of voor huisvesting en gezondheidszorg moet zorgen.

De cruciale vraag is waarom de elites en de superrijken van Mumbai –en ze leven er allemaal: de Ambanis, de Mahindras, de Tatas– niet meer investeren in de uitbouw en het welzijn van de stad? Ze klagen steen en been over de gebrekkige infrastructuur, over de corrupte politiek, over de overbevolking, maar ze doen ze niets aan. Samen met hun internationale partners in de bankwereld blijven ook zij Mumbai gebruiken als een vanzelfsprekende bron van rijkdom. Voor de rest spelen de rijken met allerlei fantasieën over hoe de stad eruit zou moeten zien.

Ze vergelijken Mumbai met het orderlijke Sjanghai, of ze huren McKinsey in om een masterplan te maken. Die fantasieën komen meestal neer op een of andere vorm van Apartheid: men heeft de meerderheid van de bevolking nodig en tegelijk wenst men ze niet te zien of tegen te komen als gelijkwaardige spelers. Men wil de lichamelijke inbreng maar niet de politieke participatie. Maar dat alles is vergeefs: de massa zal niet zomaar verdwijnen. Ze zullen op de straat blijven wonen, plassen en kakken, en ze zullen ook in de toekomst blijven vragen naar diensten en voorzieningen.

En waarom antwoordt een partij als Shiv Sena, een populistisch-rechtse partij die al decennia weegt op het beleid van Mumbai, niet op de verzuchtingen van de meerderheid die voor haar stemt?

Arjun Appardurai: Shiv Sena is India’s enige echte fascistische beweging, en dat is opmerkelijk want dat betekent dat het fascisme in India grootstedelijk is, gevestigd en geworteld in de financiële hoofdstad van het land en in de meest kosmopolitische stad van India. De beweging gebruikt een regionale en linguïstische identiteit, maar is in feite alleen maar geïnteresseerd in de stedelijke macht.

Maar het extreemrechtse discours appeleert wel aan de dromen en fantasieën van de gemarginaliseerde massa, anders zouden ze hun stem niet aan de Shiv Sena geven.

Arjun Appardurai: Mumbai wordt vaak gezien als een droomfabriek, de plek waar de films van Bollywood gestalte geven aan de verzuchtingen van de massa. Maar de stad is in veel opzichten niet alleen een fabriek, maar een slagveld van ideeën en dromen. De droom van een zuivere stad van Marathis is een dystopische gedachte, een droom die nooit gerealiseerd kan worden aangezien Mumbai voor zijn welvaart juist afhankelijk is van een veelheid van mensen.

Achter het mistgordijn van het hindoe- en Marathinationalisme staan de echte vragen: wie bezit en wie bestuurt de stad en haar rijkdom? Maar Shiv Sena heeft zeker geen monopolie op de Mumbaise droom. Er is de middenklasse die droomt van een seculier en kosmopolitisch bestaan, en er is de droom van vele armen die een open sameleving willen waarin ze zelf ook aan de bak komen, onder andere economisch, maar ook met hun tradities en waarden.

‘De fantasieën van de elite komen meestal neer op een of andere vorm van Apartheid: men heeft de meerderheid van de bevolking nodig en tegelijk wenst men ze niet te zien of tegen te komen als gelijkwaardige spelers. Men wil de lichamelijke inbreng maar niet de politieke participatie.’

 

De lingua franca van de stad is cash, en daar kleeft geen etnische afkomst of kaste aan. We werken allemaal met de meest diverse mensen, in film, bankwezen, straathandel… Dat leidt niet altijd tot positieve tolerantie, maar wel minstens tot praktische verdraagzaamheid.

De manier waarop rijkdom en welvaart geproduceerd worden in Mumbai zorgt ook voor ongelijkheid en spanningen. Dat kan de stad niet op haar eentje opvangen of oplossen, het zijn mondiale fenomenen die samenhangen met het dominante kapitalisme.

Is er een betekenisvolle sociale mobiliteit in de megastad?

Arjun Appardurai: Het is wellicht zoals in de Verenigde Staten waar de grote Amerikaanse Droom de samenleving in beweging houdt, terwijl alle studies aanwijzen dat de ongelijkheid en de kansen om uit de armoede te ontsnappen eerder afnemen. Als een maatschappij die zo rijk is er niet in slaagt om sociale mobiliteit voor zijn armen te garanderen, dan lijkt me de kans dat dat in India lukt eerder klein.

Dat pessimisme van de geest probeer ik wel te compenseren met een optimisme van de wil. We moeten blijven vechten voor het vergroten van de ruimte voor de onderkant van de samenleving om tenvolle deel te nemen aan de kansen en rijkdommen van de maatschappij.

Intussen zijn er blijkbaar mechanismen die ervoor zorgen dat de armen niet radicaal revolteren.

Arjun Appardurai: Dé cruciale vraag voor India is inderdaad waarom een samenleving die al duizenden jaren zo diepgaand ongelijk is niet leidt tot meer opstand. Waarom heeft India niet meegemaakt wat Rusland en China wel meegemaakt heeft? Al moet je daar wel bij opmerken dat het binnenland van centraal-India momenteel af te rekenen heeft met een massale maoistische opstand. Maar dat is dus niet echt te merken in de grote steden, met al hun daklozen en uitgeslotenen.

Zelfs onafgezien van huisvesting en inkomen, stel je vast dat in Mumbai vaak 800 mensen één toilet moeten delen. Waarom accepteren mensen dat soort onmenselijke toestanden? Waarom branden ze de boel niet af?

Ik denk dat een antwoord op die vraag in elk geval moet vertrekken van de vaststelling dat de reële alternatieven op het platteland of in andere steden minstens even erg zoniet erger zijn. De toestand van boeren is wanhopig. Zij leven in een kapitalistisch systeem dat –voor hen- functioneert zonder kapitaal, alleen met steeds meer schuld. Daartegenover staat op zijn minst de aantrekkingskracht van de veelheid van dromen over een inclusieve moderniteit, een belofte op kansen en toekomst die sterker blijkt te zijn dan de dageljiks ervaren realiteit.

De mogelijkheden van de stad worden gesymboliseerd in de verhalen van Bollywood, maar ook in de zichtbare verhalen van theeshop-eigenaars of andere kleine zelfstandigen die zich opwerken. Uiteindelijk is mijn conclusie dat als zoveel wanhopig arme mensen de hoop niet laten varen, ik hen ook niet in de steek kan laten en cynisch worden. Zij zien wellicht iets dat ik niet zie.

Speelt kaste nog een rol in een grootstad als Mumbai?

Arjun Appardurai: India werd vroeger steevast beschreven vanuit het exclusieve perspectief van kaste en ritueel, alsof we geen klasse-, gender-, taal-, regio- of etnische verschillen kenden. Ik heb me altijd tgen die eenzijdigheid verzet. Maar ik stel nu vast dat kaste net als andere identiteitsverschillen veel meer betekenis en omvang gekregen heeft. Vooral voor dalits is het kastebewustzijn een enorme politieke kracht geworden. Daardoor zijn dalits erin geslaagd zich in het centrum van de Indiase politiek te manoeuvreren.

Het werk van Arjun Appadurai in Mumbai

‘Ik ben in toenemende mate geboeid door het werk met de armsten in de grootsteden, de mensen dus die voortdurend geconfronteerd worden met feitelijk geweld of de dreiging van geweld in hun leven. Deze mensen zijn uitermate indrukwekkend omdat ze de hoop levend houden dat de wereld wel degelijk veranderd kan worden –en dan heb ik het zowel over hun lokale wereld als over de mondiale connecties waarvan ook zij deel uitmaken.

Ik probeer uit te zoeken wat antropologie kan betekenen voor het onderzoek naar de mogelijkheden voor deze mensen.’

‘Daarnaast heb ik PUKAR opgericht –het hindi woord betekent aanroepen of bezingen, het acroniem staat voor Partnership for Urban Knowledge, Action and Research– waarin inwoners van slums of achtergestelde wijken zelf aan onderzoek doen over thema’s die voor henzelf relevant zijn. De bedoeling is om mensen die nooit een universitair diploma zullen halen toch de mogelijkheid te geven nieuwe kennis te produceren en te verspreiden. Dat is belangrijk want ook voor deze mensen is het niet langer voldoende om de kennis die bovenaan de ladder bestaat te respecteren. Er zijn te veel crisissen en noodtoestanden in de wereld om de oplossing alleen te verwachten van de traditionele centra van kennis.’

‘In Mumbai hebben we nu, na een jaar of vijf, meer dan drieduizend jonge “blotevoetenonderzoekers” gevormd in vijftig verschillende wijken of scholen van Mumbai. Een groep moslimas is bijvoorbeeld gestart met een onderzoek naar mode en hoofddoekgebruik. Een groep wijkbewoners heeft gewerkt rond een onderzoek naar spookverhalen in huurwoningen, wat enorm belangrijk is voor de hele immobiliënsector van de stad.

Een groep blinde straat- en treinverkopers bestudeerden de –ongeschreven– wetten die de informele straatverkoop door blinden regelen. Ze wilden dat in kaart brengen, omdat er een voortdurende druk is van de middenklasse om af te geraken van de “chaos, vuilnis en drukte” die door deze verkopers zogezegd veroorzaakt wordt, ook al heeft diezelfde middenklasse behoefte aan het aanbod van deze ambulante handel.

Het onderzoek resulteerde in een presentatie die door de verkopers gemaakt werd voor de stedelijke overheid, waarin ze duidelijk maakten wat hun wettelijke rechten waren, hoe de handel in realiteit georganiseerd en deels gecriminaliseerd is, en waarom de arbitraire repressie tegen hen zo onrechtvaardig is. Het onderzoek heeft, met andere woorden, vaak een advocacy-luik, omdat de onderwerpen bepaald worden door de direct betrokkenen.’

 

Laatste avond in de serie Cities in Development: 20 december: ‘Images of the City –Cases from Indonesia. Met Aryo Danusiri en Stephen Cairns. www.cades.be/debates

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.