Arif Havas Oegroseno: Groene groei voor Indonesië

Indonesisch ambassadeur in Brussel

Indonesië kende de voorbije jaren een opmerkelijke en constante economische groei van gemiddeld vijf procent. Toch leeft nog steeds meer dan tien procent van de bevolking onder de armoedegrens en stoot de archipel een gigantische hoeveelheid broeikasgassen uit. President Yudhoyono kondigde onlangs een Nationaal Actieplan voor de Reductie van Broeikasgassen aan. MO* sprak met Arif Havas Oegroseno, de Indonesische ambassadeur in België, Luxemburg en de Europese Unie, over groene groei, de strijd tegen corruptie en het armoedeprobleem in zijn land.

  • Indonesische ambassade België Arif Havas Oegroseno gaf onlangs een lezing in Leuven over de groene groei in zijn land Indonesische ambassade België

Oegroseno, geschoold in de rechten, is ambassadeur sinds 2010. Hij vertelt over de grote veranderingen in zijn land. In 1998, te midden van een zware economische crisis in Zuid-Oost Azië, begon in Indonesië een transformatieproces dat schoon schip maakte met het autoritaire verleden onder Suharto. Democratie werd het ordewoord en dat liet zich sterk gevoelen op het economische plan: op minder dan vijftien jaar tijd vertienvoudigde het bruto binnenlands product (bbp) zowat. Toch is Indonesië vandaag nog steeds een ontwikkelingsland met tal van sociale uitdagingen. Waarom zet het dan in op groene groei? Waarom moet precies Indonesië zoveel inspanningen doen in de strijd tegen de klimaatverandering?

Oegroseno: Sommigen vinden dat ontwikkelingslanden eerst moeten kunnen groeien en pas daarna rekening moeten houden met het milieu. Toch gaat deze redenering niet op voor Indonesië. De uitdagingen van de klimaatverandering komen immers sneller dan verwacht. Zelfs een zeer beperkte stijging van de zeespiegel zou bijvoorbeeld een ramp betekenen voor veel van onze steden. Daarnaast resulteren demografische ontwikkelingen in een grotere druk op schaarse grondstoffen als water en energie. Onze bevolking neemt toe in aantal en is bijgevolg zeer jong. Daarnaast vergroot ook het aandeel van de middenklasse, wat de consumptie dubbel de hoogte in jaagt.

Daarom is het in ons eigen belang dat we deze inspanningen leveren. Bovendien creëert een groene groei ook mogelijkheden voor ondernemers om economische winsten te realiseren. Ik wil ook benadrukken dat 85 procent van onze uitstoot te maken heeft met ontbossing of onoordeelkundig bosbeheer. Onze industrie is met andere woorden slechts verantwoordelijk voor een klein gedeelte van het probleem. Groene groei betekent dus niet dat we minder moeten industrialiseren, wel dat de industriële ontwikkeling duurzaam is, zowel wat betreft de productiewijze als de energievoorziening. Daarvoor hebben we behoefte aan nieuwe technologieën.

Het Nationale Actieplan voor de Reductie van Broeikasgassen is zeer ambitieus. Het koppelt economische groei aan een afname van de uitstoot met 26 procent tegen 2020. Hoe zal Indonesië die belofte waarmaken?

Oegroseno: Het actieplan wil de afname van de uitstoot realiseren op vijf domeinen: landbouw, bosbouw en veenlanden, energie en transport, industrie, en afvalbeheer. Voor elk van deze terreinen werden doelstellingen vastgelegd en specifieke programma’s opgesteld, zeventig in totaal. We wezen telkens een budget toe, legden de locatie vast, bepaalden de termijn en duidden een verantwoordelijke aan. Soms zijn dat de lokale besturen, soms de nationale overheid. Onze huidige capaciteit laat toe een reductie te realiseren van 26 procent. Met internationale steun kan dat oplopen tot 41 procent.

We willen laten zien dat we bereid zijn om zelf inspanningen te leveren en samen te werken met andere landen. Neem nu het Redd-Plus project dat we samen met Noorwegen uitwerkten om de ontbossing tegen te gaan. We krijgen een miljard dollar om onze wouden te beschermen. Vergeleken met een bbp van 822 miljard dollar lijkt dat verwaarloosbaar, maar het punt is dat we met het project onze bereidheid laten zien en blijk geven van onze betrokkenheid.

Hoe valt de milieubezorgdheid te rijmen met de subsidies die nog steeds bestaan voor fossiele brandstoffen? Ze maken maar liefst een kwart uit van het staatsbudget.

Oegroseno: Vandaag kunnen we de subsidie onmogelijk stopzetten. De voorbije jaren is ze niettemin reeds gevoelig afgenomen en niet alle soorten benzine worden nog ondersteund. Iemand die de dure benzinevariant wil tanken voor zijn drie luxewagens heeft het geld immers niet nodig. Diesel en goedkope benzine blijven wel gesubsidieerd omdat we anders de transportsector, die in private handen is, in de problemen zouden brengen. De regering stimuleert voorts nieuwe en alternatieve vormen van energie zoals vloeibaar aardgas (Lng) voor bussen en taxi’s. Als we de steun verder afbouwen, kunnen we het geld elders investeren, bijvoorbeeld in infrastructuur.

Indonesië is namelijk een zeer uitgestrekt land en ons logistieke systeem staat nog niet op punt. De grondstoffen zijn vaak ver verwijderd van de plaatsen waar ze nodig zijn voor de industrie. Het is daarom soms financieel interessanter om gas dat we ontginnen in het westen van het land rechtstreeks te verschepen naar de markten in Singapore of Maleisië dan het zelf te gebruiken. De winsten van de verkoop investeren we dan in onze infrastructuur. We bakenden Indonesië af in zes zones en proberen die nu te verbinden tot een gestroomlijnd logistiek systeem.

De strijd tegen corruptie staat soms een efficiënte werking van de overheid in de weg

Hebben dergelijke grootse plannen een kans op slagen als niet eerst de corruptie aan banden gelegd wordt?

 

Oegroseno: We hebben reeds een lange weg afgelegd. Als je die objectief analyseert, zul je merken dat de transparantie sterk is toegenomen en de corruptie gedaald. Vandaag stelen ambtenaren niet langer geld uit de staatskas zoals onder Suharto. De corruptie die we nu zien heeft te maken met de democratische procedures die we volgen. Net zoals in westerse democratieën worden politieke campagnes gefinancierd, krijgen politici geld toegestopt van bepaalde bedrijven en proberen sommige ondernemers het beleidsproces in het parlement te beïnvloeden.

Uiteraard moeten deze zaken stoppen, maar als je vandaag kijkt naar het legale kader dat op poten is gezet om corruptie te bestrijden, is dat ongelooflijk. Wist je trouwens dat het de Indonesiërs waren die tijdens de onderhandelingen met de Europese Unie over samenwerkingsverdragen hamerden op de artikels over corruptie? Een aantal Europese landen vond onze voorstellen te verregaand en weigerde, een beetje beschamend voor de EU.

De strijd tegen de corruptie is een belangrijke politieke keuze?

Oegroseno: Zeker, en dat moet ook zo blijven. De strijd tegen de corruptie gaat zelfs zo ver dat ze soms een efficiënte werking van de overheid in de weg staat. Geld wordt dan niet uitgegeven uit angst om later in de problemen te komen. Een goed voorbeeld is het systeem van openbare aanbestedingen. Als iemand materiaal wil kopen voor meer dan vijfduizend euro, moet dit via een hele procedure die uiteindelijk meer tijd en geld kost dan de producten meteen aan te schaffen.

We moeten gewoon een nieuw evenwicht vinden. We komen van een extreme situatie met enorme corruptie. Geld werd gestolen en gebruikt om aan de macht te blijven. Dan kwam de politieke transformatie waardoor de slinger zich nu naar het andere uiterste beweegt. Elke uitgave moet worden verantwoord en alles moet transparant zijn. Elke ngo kan vandaag nagaan hoeveel ik verdien en indien nodig naar de rechtbank stappen.

Die weg naar democratie verliep met vallen en opstaan, maar bracht goede veranderingen via een hele reeks wetswijzigingen. Dat is iets waarvoor ik vrees in Egypte. Zij gebruiken de periode na de revolutie niet om nieuwe wetten door te voeren. Ze werken wel aan een vernieuwde grondwet, maar dat is steeds een grote en filosofische tekst. In Indonesië veranderden we de wetten over persvrijheid en de democratische praktijk, kleine wetten die ervoor zorgden dat er nieuwe gezichten in het parlement kwamen. Zij hadden niets te maken met het oude regime en schreven vervolgens de nieuwe grondwet. Dat is volgens mij de juiste volgorde.

Indonesië zet mooie economische groeicijfers neer. Maar deelt ook de grote, haast onzichtbare groep armen in die welstand?

Oegroseno: Tien jaar geleden leefde ongeveer achttien procent van de Indonesiërs onder de armoedegrens. Mede dankzij enkele succesvolle microfinancieringsprogramma’s van de overheid is dat aantal vandaag teruggebracht tot zo’n twaalf procent. Deze groep mensen leeft voornamelijk in de steden. Volgens mij is armoede kenmerkend voor stedelijke gebieden. Zelfs hier in Brussel bedelen mensen nu om geld op straat, iets wat ik voor lange tijd niet meer had gezien in Europa.

Een groot deel van de verantwoordelijkheid om het probleem aan te pakken ligt bij de steden zelf. Dankzij de decentralisering beschikt het lokale bestuur van Jakarta bijvoorbeeld over eigen inkomsten uit belastingen. Zij gebruiken een deel van dit budget voor de bouw van goedkope appartementen in een publiek-private samenwerking. Door de sloppenwijken te transformeren, creëren ze bovendien economische mogelijkheden. Een ander voorbeeld is Solo waar de burgemeester de armen na onderhandeling en met compensaties naar een plaats buiten de stad verhuisde. De sloppenwijk werd omgebouwd tot park, de toeristen kwamen en de mensen begonnen kleine handeltjes op te zetten. Het is dit soort creatitiviteit die nodig is op het lokale niveau.

Het doet mij plezier dat steeds meer burgemeesters een langer tijdsperspectief hanteren. Voorheen telde enkel morgen, volgende week en de komende verkiezingen, een gevolg van de democratische realiteit. Nu merken we dat sommigen meerdere jaren vooruit durven kijken. De prijzen die Tempo Magazine jaarlijks uitreikt aan burgemeesters met goede ideeën en programma’s hebben hier zeker een rol in gespeeld.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.