België pleegt geen financiële harakiri

Volgens het klimaat- en energieplan van de Europese Commissie moet de Europese Unie tegen 2020 de broeikasgasuitstoot met 20 procent verminderen tegenover het niveau in 1990. Dat zou worden opgetrokken tot het ambitieuzere - en wetenschappelijk relevantere - cijfer van 30 procent als ook andere grote vervuilers zoals de Verenigde Staten, India en China hun verantwoordelijkheid opnemen.
Voorts moet tegen 2020 een vijfde van het energieverbruik uit alternatieve energie komen. België moet zijn uitstoot met 15 procent verminderen en 13 procent van zijn verbruik uit hernieuwbare energie halen. De Commissie baseerde zich bij de lastenverdeling op de uitstoot en het aandeel hernieuwbare energie van 2005. Dat speelde in ons voordeel, omdat we met onze schamele 2,2 procent hernieuwbare energie helemaal achteraan zaten in de Europese klas. Het Belgische streefcijfer blijft dus ruim onder het EU-gemiddelde.
De Commissie raamt de toepassingskosten van het plan op gemiddeld 0,6 procent van het Europese bruto binnenlands product (bbp), of ruwweg 3 euro per persoon per week. Maar het beleid is noodzakelijk om toekomstige kosten te voorkomen die volgens een toonaangevend rapport minstens tien keer zo hoog liggen. Omdat België altijd een slechte leerling is geweest voor alternatieve energie, lopen de toepassingskosten voor ons land nu op tot 0,7 procent van het bbp. Dat neemt niet weg dat de Commissie nogmaals bereid was toegevingen te doen. We krijgen 10 procent extra uitstootrechten, die we via het Europese emissiehandelssysteem te gelde kunnen maken. De opbrengst daarvan moet ons extra investerings- middelen leveren voor groene energie.
Ondanks die uiterst voordelige correcties vindt het VBO dat andere lidstaten beter geplaatst zijn om voor de Europese norm in de bres te springen. Topman Rudi Thomaes ‘waarschuwt’ ervoor dat België dreigt te verarmen en jobs zal verliezen als de regering er niet in slaagt een (nog) voordeliger regime te onderhandelen.

Acht procent


Het VBO zegt dat het economisch maximaal benutbare potentieel voor hernieuwbare energie slechts 8 procent bedraagt. Voor het uittekenen van haar voorstel en het bepalen van het Belgische 13 procentcijfer baseerde de Commissie zich nochtans op een zestal recente studies en het advies van een leger experts. Intussen lanceerde men publieke raadplegingen en werd ook met de lidstaten overlegd over de haalbaarheid. Dat consultatieproces nam bijna een jaar in beslag.
Als belangrijkste oorzaak van ons vermeende gebrek aan potentieel voor alternatieve energie verwijst Thomaes naar onze korte kustlijn, de matige zonneschijn en het relatief klein aandeel gebergte. Waarom slaagt een land als Duitsland - dat zich ook met dat relatieve tekort aan zonlicht, berg- en kustgebied behelpt - er dan wél in zijn aandeel hernieuwbare energie fors op te drijven (6% in 2005)?

Duitse voorbeeld


Sinds 1998 bestaat in Duitsland de politieke wil en moed om voluit te gaan voor hernieuwbare energie en ecotechnologie. De voordelen zijn legio: in de ecosector werden massaal veel jobs gecreëerd, en inmiddels is Duitsland een belangrijke ecotechnologie-exporteur. Bovendien werd het onafhankelijker voor zijn energie en vermeed het loodzware energiefacturen.
Het Duitse voorbeeld toont aan dat een welvarend land ondanks suboptimale geografische omstandigheden perfect in staat is de klimaatcrisis aan te pakken. Maar dat is pas mogelijk als men een proactief beleid voert. Blijven zeuren over de beperkte mogelijkheden voor hernieuwbare energie in dit land is een selffulfilling prophecy. In plaats van energie te verspillen aan het zoeken naar uitvluchten wordt het dringend tijd massaal te investeren in de vereiste duurzaamheidtransitie naar een koolstofarme economie.
Als het VBO werkelijk de stem van de ondernemingen wil zijn, dan moet het zich ten volle inschakelen in dat duurzaamheidsverhaal. Het zaaien van ongegronde twijfel, met als doel oude, onduurzame en oneconomische gewoontes in stand te houden, leidt tot enorme economische en ecologische verliezen. Het wordt tijd dat het VBO inziet dat de klimaatcrisis een uitdaging is om de fundamenten van een duurzame economie te leggen. Het VBO kan zich spiegelen aan koplopers als Umicore en IMEC, die de boodschap al lang hebben begrepen.
Peter Tom Jones is onderzoeker aan de KULeuven en coauteur van ‘Het Klimaatboek’ (2007, EPO)
Simon Calcoen is politicoloog (Universitiet Gent) en deed onderzoek naar de positie van de VS en de EU in het Kyotoregime

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.