Congamijn niet gewenst in Cajamarca

Zaterdaginterview met Mirtha Vásquez

De exploitatie van de Conga-goudmijn in Cajamarca, Peru, laat voorlopig op zich wachten. Dat heeft alles te maken met de massale protesten van de lokale bevolking. Toch schuwt president Humala de zware middelen niet om geplande projecten toch te kunnen doordrukken. Onlangs was Mirtha Vásquez, advocate en mensenrechtenactiviste voor de ngo Grufides in België op uitnodiging van Catapa vzw.

  • Alma De Walsche Mirtha Vásquez tijdens haar bezoek aan België Alma De Walsche

De geplande goudmijn Conga is een uitbreiding van Yanacocha, de grootste goudmijn van Zuid-Amerika in de noordelijke Andesregio van Peru.

De exploitatie is in handen van Minas Buenaventura (Peru), Newmont Mining (VS) en de Wereldbank.

Grufides is een ngo die werkt met boerengemeenschappen in de omgeving van Cajamarca en opkomt voor de bescherming van het milieu en van de mensenrechten die bij de grote mijnprojecten al te vaak geschonden worden. Over heel het land zijn er meer dan tweehonderd sociale conflicten en in de zone van Cajamarca zijn er achttien.

Mirtha Vásquez werd vorige week woensdag, 27 maart, in Cajamarca door een politiepatrouille lastig gevallen en urenlang aangehouden. Het incident had vermoedelijk te maken met het feit dat Vásquez de gewezen nationale directeur van de politie en verschillende politiechefs heeft aangeklaagd voor misbruik van hun gezag en gebruik van geweld en folterpraktijken in het sociale conflict rond Conga. Niet toevallig gebeurde de aanhouding enkele dagen nadat ze was teruggekeerd van een bezoek aan de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten in Washington DC, waar ze de akkoorden die verschillende mijnbedrijven hebben met de nationale politie van Peru had aangeklaagd.

Had Humala in zijn verkiezingscampagne in 2011 geen nieuwe aanpak beloofd in de ontginningspolitiek van Peru?

Mirtha Vásquez: Ollanta Humala pakte in zijn campagne inderdaad uit met het idee om het economisch model te veranderen en er voor te zorgen dat de mijnbouw meer geld in de lade zou brengen. In de praktijk is daar niets van terecht gekomen en wettelijk gezien is dat ook moeilijk. Fujimori vaardigde een wet uit die stelt dat alle grote bedrijven die zich in het land komen vestigen van de regering een contract krijgen dat hen stabiliteit garandeert op sociaal-economisch vlak. Al die grote bedrijven in Peru hebben zo’n contract.

Het was al een heel conflict toen men drie jaar geleden die bedrijven dwong om royalties te betalen, wat ze in alle andere landen moeten doen. De grote bedrijven die al lang in het land zijn, schermden toen met hun contracten en de garantie van stabiliteit en kloegen de staat aan, waardoor alles bij het oude bleef. In Peru betalen ze alleen een inkomstenbelasting, de zogenaamde “canon minero”, dat is de enige taks.

Inmiddels zijn de prijzen van de grondstoffen zoals goud wel spectaculair gestegen. Naar aanleiding daarvan is er sprake geweest van een belasting op die extra inkomsten gezien de hoge grondstofprijzen, maar ook die vraag is afgewezen door met hun contracten te schermen.

Peru volgt dus geenszins het voorbeeld van Bolivia onder Evo Morales?

Mirtha Vásquez: In zijn economisch beleid volgt Humala ex-president Alan Garcia (2006-2011), en dat is een model dat tijdens de regering van Fujimori, in de jaren negentig, heeft wortel geschoten. De bevolking voelt zich dan ook bedrogen, vooral in de regio’s waar er ernstige conflicten zijn. Die conflictgebieden vallen allemaal samen me de mijnbouwprojecten.

Humala had het in zijn discours over de bescherming van de natuurlijke rijkdommen. Hij zei dat hij restricties zou opleggen aan die grote mijnfirma’s en had het over nationalisering van de natuurlijke rijkdommen. Hij stelde ook dat exploitatie van natuurlijke rijkdommen niet de enige pijler van de economie kon zijn. Maar eenmaal hij aan de macht is gekomen, zien we dat niets daarvan wordt nageleefd. Integendeel, Humala gaat nog repressiever te werk.

Hoe uit zich dat?

Mirtha Vásquez: Onder het bewind van Alan Garcia hebben we nooit een afkondiging van een noodtoestand gekend. In het Congaconflict heeft Humala bij drie gelegenheden de noodtoestand afgekondigd, om vervolgens het leger toe te laten de bevolking brutaal te onderdrukken.

Onder de regering Humala is het aantal rechtszaken tegen leiders van organisaties die opkomen voor de bescherming van het milieu drastisch gestegen. We hebben nu zeker 60 procent meer rechtszaken dan onder de vorige regering. Een maatregel die Humala heeft doorgevoerd is bijvoorbeeld ook dat mensen die voor de rechtbank gedaagd worden voor het verstoren van de openbare orde in publieke protesten, voortaan niet meer het recht hebben om voor de rechtbank te komen in de streek waar ze wonen of waar de feiten plaats vonden. Ze worden nu berecht in andere regio’s, ver van hun vertrouwde omgeving.

Wat is de zin daarvan?

Mirtha Vásquez: Zo wil hij hen nog meer onder druk zetten en het ingewikkelder maken voor de mensen. Ze moeten dan transportkosten betalen om daar te geraken, maar ook de transportkosten van de advocaat worden duurder. Ze stellen de mensen bloot aan een grotere druk en dwang.

Alle klachten van de leiders in het Congaconflict worden afgehandeld in Chiclayo, dat is een verplaatsing van zeven uur. De betrokkenen zijn arme mensen die het risico lopen op een gevangenisstraf, niet zozeer om wat ze misdaan hebben dan wel omdat de staat de macht heeft om hen te arresteren en zij  hun verdediging niet kunnen opnemen. Dit beleid van criminaliseren en vervolgen is dus veel erger dan tijdens de vorige regering. Meer nog, minder dan een maand geleden kondigde Humala aan dat hij militaire bases zou plaatsen in alle conflictzones. De repressie kan dus nog harder worden.

Voor ons betekenen de megaprojecten het verplaatsen van gemeenschappen, vervuilde sites die jaren nodig hebben om te herstellen. Wat achterblijft is ook een land met tal van interne conflicten. De economie is voor ons niet de fundamentele drijfveer wanneer dit een schending van de fundamentele rechten inhoudt.

Wat staat er in Conga op het spel?

Mirtha Vásquez: In Conga gaat het om een grote investering, de belangrijkste mijnbouwinvestering in Peru vandaag (4.800 miljoen dollar, nvdr). De regio is ecologisch bijzonder waardevol omdat daar een waterbekken ontspring, met riviertjes, bergmeren, bronnen, veenland en irrigatiekanalen. Het departement heeft ook een wet op de waterhuishouding die het verbiedt om mijnbouw te doen in zo’n waterbekken. De boerengemeenschappen hebben hier ook altijd goed kunnen leven van de landbouw, bosbouw en veeteelt. De regering wil echter mijnbouw stimuleren om twee redenen: die brengt op korte termijn geld binnen. En die megaprojecten hangen samen met het neoliberale model, waarbij grote bedrijven de belangrijke spelers zijn.

Die wet over de waterbekkens is niet doorslaggevend?

Mirtha Vásquez: Punt is dat er nog geen resolutie is om die wet in werking te laten treden. De federale regering heeft de regionale regering voor het gerecht gebracht om de verordening van de deelstaatregering teniet te doen. De regering wil heel erg dat dit project doorgaat.  

De Peruaanse staat ratificeerde de Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie. Die geeft inheemse gemeenschappen het recht om geraadpleegd te worden bij zulke grote projecten. Moet dat dan niet voor Conga?

Mirtha Vásquez: Het is heel moeilijk om voor Conga een volksraadpleging te houden, want de regering erkent de gemeenschappen in de streek niet als inheemse gemeenschappen. In de praktijk gaat het hier inderdaad om gemeenschappen zonder een officiële registratie; het zijn ook geen inheemse gemeenschappen. Daarom wordt er nu wel een auto-referendum gepromoot, op initiatief van de lokale organisaties zelf. De regering heeft al laten weten dat ze die resultaten niet zal erkennen maar men wil daar toch mee doorgaan om aan de regering duidelijk te maken dat men inspraak wil. Het verzet in Cajamarca is voor Humala “het slechte voorbeeld”.

Bent u zo zeker dat de mensen tegen gaan stemmen?    

Mirtha Vásquez: Het bedrijf zelf heeft eerder een peiling gedaan, omdat vaak gezegd werd dat de tegenstanders slechts een klein groepje radicalen zijn. Uit die peiling bleek dat 78 procent tegen is. Slechts een klein groepje van mensen die er werk krijgen of direct betrokken zijn, zijn voor.

Verwacht u een verdere escalatie van het conflict wanneer het leger wordt ingezet?

Mirtha Vásquez: De regering is vastbesloten dit project op te leggen, met harde militaire middelen en politiemacht. De sociale kostprijs daarvan zal hoog zijn. Mensen worden wel afgeschrikt door die intimidaties maar tegelijk stijgt de verontwaardiging. Mensen zeggen: “we weten dat we kunnen sterven in de strijd of dat we het risico lopen in de gevangenis te vliegen. Maar we verkiezen dat in plaats van zomaar van onze grond verdreven te worden.” Het gaat om een overlevingsinstinct. Mensen hebben er tot op vandaag altijd een goed leven gehad van de landbouw. Dat komt nu allemaal in het gedrang. Vorig jaar zijn er heel wat mensen gestorven in de verdediging van hun grond. Dit project doordrukken betekent het risico dat er nog eens doden vallen. Die repressie is jammer genoeg een kenmerk van deze regering.   

Kan Europa een verschil maken in dit conflict?

Mirtha Vásquez: Zeker wel. De mijnbouw in Latijns-Amerika en vooral in Peru en Colombia is zo aan het groeien, en zal nog een boost krijgen met het vrijhandelsakkoord dat in maart van start is gegaan. Het is belangrijk dat Europa beseft wat de impact is van deze megaprojecten. Hier bij jullie  ziet men die als een excellente ontwikkelingsopportuniteit voor onze landen, om de mensen uit de armoede te helpen. Maar men ziet niet welke negatieve impact ze hebben. Investeringen die werkgelegenheid brengen, zien we graag komen. De werkgelegenheid die de mijnbouw creëert is echter relatief. De grote winsten zijn ook niet voor het land maar voor de bedrijven.

Voor ons betekenen de megaprojecten het verplaatsen van gemeenschappen, vervuilde sites die jaren nodig hebben om te herstellen. Wat achterblijft is ook een land met tal van interne conflicten.Het loont de moeite niet, wij verkiezen dit soort investeringen niet meer te hebben en willen liever onze eigen weg gaan.  De economie is voor ons niet de fundamentele drijfveer wanneer dit een schending van de fundamentele rechten inhoudt.

De civiele samenleving van Europa moet zich er ook rekenschap van geven dat het delven van al dat goud in ons land niet is om tegemoet te komen aan basisbehoeften. Die exploitatie is vaak gericht op een steeds hogere levensstandaard van de mensen hier, met allerlei elektronica en ICT. Maar men staat er niet bij stil dat al die apparatuur componenten bevat als mineralen en goud. Een stijgende vraag hier betekent dat bij ons de druk verhoogt. Die consumptiegroei kan zo niet doorgaan want die belemmert de levenskwaliteit voor de mensen bij ons.  Ik denk dat men hier eens goed over moet nadenken. Er zijn veel plaatsen op de wereld die daar het slachtoffer van worden.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.