Filosoof Philippe Van Parijs: 'Hoop is een zeer productieve kracht'

De Belgische filosoof Philippe Van Parijs geniet internationale erkenning. Hij doceert aan de UCL en in Oxford, maar leeft niet in een ivoren toren: hij is maatschappelijk erg actief, zowel op Belgisch en Europees niveau als in de buurt waar hij woont. MO* sprak met hem over manieren om de huidige crisissen toekomstgericht aan te pakken.

  • Bart Lasuy. Philippe Van Parijs. Bart Lasuy.

Philippe Van Parijs riep onlangs de Brusselaars op samen te gaan picknicken op de Anspachlaan. Dat was niet zomaar een petite folie, het past naadloos in zijn visie op de wereld en de vele uitdagingen van onze tijd. ‘We staan momenteel voor vier crisissen. Er is de economisch-financiële crisis. Daarnaast is er de eurocrisis: die vloeide voort uit de eerste maar zou er hoe dan ook gekomen zijn. De fundamenteelste crisis is de ecologische. Tot slot is er, ietwat provincialer, de Belgische crisis.’

Toch heeft Van Parijs hoop. ‘Hoop voor de toekomst is onmisbaar, het is een zeer productieve kracht. Hoop staat dicht bij veerkracht. We moeten de problemen onderkennen, maar ook oplossingen zien en zo hoop wekken.’ De oplossing begint met het werk aan de fundamenteelste crisis, vindt hij. ‘Iedereen beseft dat de wereld onleefbaar wordt als we zo doorgaan, dat er door de groeiende schaarste enorme conflicten zullen ontstaan.’

Beseft iedereen dat? De houding van de VS in het klimaatdossier suggereert iets anders.

Philippe Van Parijs: Als je echt naar de feiten kijkt, weet je dat de westerse levenswijze absoluut niet veralgemeenbaar is. Mensen willen die werkelijkheid soms liever niet zien – of vinden dat ze recht hebben op privileges, zoals de Amerikaanse president George H. Bush toen die in 1992 zei dat de American way of life niet ter discussie kon staan. We moeten dringend naar een levenswijze die duurzaam veralgemeenbaar is: een manier van verwarmen, wonen, produceren, consumeren, onderwijzen… die veel minder natuurlijke hulpbronnen vergt en daardoor blijvend mogelijk is voor alle mensen. Dat betekent sowieso dat mensen dichter bij elkaar moeten wonen. In steden.

Dat betekent ook dat mensen heel anders moeten aankijken tegen wat goed leven is?

Philippe Van Parijs: Zeker, en dat is niet onmogelijk. Neem de auto. Je kunt natuurlijk een snellere auto kopen maar in de praktijk zullen we, als iedereen zo blijft denken, allemaal stilstaan. Als mensen dan zien dat anderen goed leven zonder auto, kan hen dat inspireren. We kunnen onze kinderen laten weten dat hun leven anders maar ook beter zal zijn en dat het níet ten koste van anderen zal gaan.

Daartoe moet de openbare ruimte in de steden veel prettiger worden. Kinderen moeten opnieuw op straat kunnen spelen. Parkeren en met auto’s rijden moet op de tweede plaats komen. Mensen moeten meer te voet gaan en elkaar leren kennen. Dat is moeilijk met die zeer heterogene bevolking in een stad als Brussel. Voorwaarde is dat we een gemeenschappelijke taal spreken. Veel maatregelen versterken elkaar ook: een stad waar veel mensen op straat zijn, is ook veiliger. Sint-Joost is arm maar veilig. Het gevaar komt van de pendelaars die erdoorheen razen. Die massale pendel is achterhaald.

Hoe wilt u dat veranderen?

Philippe Van Parijs: Ik ben voor goed gestructureerde markten. De harde wet van de juiste prijzen is onmisbaar om gedrag bij te sturen. Autorijden, parkeren, ook openbaar vervoer: dat moet veel duurder worden, de werkelijke kosten moeten verrekend worden in de prijs. We moeten ons minder verplaatsen.

De politicus die een CO2-belasting invoert, wordt weggestemd.

Philippe Van Parijs: Politici moeten daartegenin durven te gaan, ook voor de hervorming van de welvaartsstaat. Het is geen toeval dat vooral de EU zulke beslissingen neemt.

Omdat de EU de druk van de kiezer minder voelt?

Philippe Van Parijs: De Europese commissarissen voelen die inderdaad niet direct. Toch worden de belangrijkste beslissingen door de 27 regeringsleiders genomen, die zich graag achter de EU verbergen. Het probleem van de democratie is dat ze vaak de dictatuur van het heden is. Daardoor wordt het moeilijk langetermijnbeslissingen te nemen. Het is cruciaal de jongere generaties meer te laten wegen op beslissingen inzake ecologie en pensioenen.

Hoe doe je dat?

Philippe Van Parijs: Er moet een mechanisme komen dat in het parlement een publieke zitting organiseert telkens als het beslist over dingen die het belang van nog niet geboren mensen raken. Dat maakt het moeilijker om te zeggen: Wir haben es nicht gewusst. Je zou kinderen stemrecht kunnen geven door de ouders ook de stem van hun kinderen te geven. Vergeet niet dat de gemiddelde leeftijd van de kiezers nu 54 jaar is.

Door ouders te dwingen na te denken over de stem van hun kinderen kun je dat corrigeren. Democratie is voor mij niet de optelsom van individuele voorkeuren om zo tot collectieve beslissingen te komen. Het is een systeem om redelijke beslissingen te nemen in het licht van de rechtvaardige eisen van allen die de gevolgen zullen moeten dragen van die beslissingen, ook als die in een ander land, of in de toekomst leven.

Maken juiste prijzen een einde aan de globalisering?

Philippe Van Parijs: Er zullen minder goederen de wereld rondgaan en exportlanden zullen zich daarop moeten instellen. Maar de globalisering van ideeën zal onverminderd doorgaan. Het fundamentele probleem blijft een degelijke én duurzame levensstandaard realiseren.

Hoe zorg je daar ook in een land als Congo voor tegen 2100? Veel mensen zeggen nu: Congo gaat zich ontwikkelen en met wat eerlijke handel erbij zal dat lukken. Dat is wishful thinking. De Congolese bevolking zal nooit even productief worden als hier. Al was het maar omdat ze de vicieuze cirkels niet kunnen doorbreken. Het Congolese onderwijs is abominabel en niet in staat om genoeg degelijke mensen te vormen om het land te besturen, en zo te zorgen voor bijvoorbeeld… goed onderwijs. Congo zal tegen 2050 150 miljoen inwoners tellen. Een mogelijkheid is dat Congo even productief wordt als Texas, dan ga je er evenveel airco’s moeten zetten. Dat is een ecologische ramp.

Een andere mogelijkheid is massale migratie. Als er 300 miljoen Afrikanen naar Europa komen, zal dat voor beide continenten een ramp zijn. Die twee scenario’s zullen zich gedeeltelijk voltrekken, maar niet helemaal. Ik vind een derde element onmisbaar: de massale overdracht van geld, niet van regering tot regering maar tussen personen. Dat zal nodig zijn om massale migratie te voorkomen. Daarom is de Europese constructie voor mij zo belangrijk, omdat we die overdrachten ook tussen de lidstaten moeten leren ontwikkelen. De EU is een mondiaal experiment.

Dat experiment loopt niet van een leien dakje.

Philippe Van Parijs: Ik spreek over een ander soort overdrachten. In de eurocrisis wil men voorkomen dat de schuldenlast van sommige landen ondraaglijk wordt en draagt men geld over aan die landen, met het risico dat zo’n land zich daarop instelt. De dollar wordt op een heel andere manier gestabiliseerd. Solidariteit tussen zwakke en sterke regio’s is er cruciaal, maar via interpersoonlijke transfers. Werkloosheidsuitkeringen stromen naar zwakkere regio’s: de welvaartsstaat is federaal georganiseerd. Ik zie dat in Europa met zijn diverse uitgewerkte systemen van sociale zekerheid nooit gebeuren. De enige realistische mogelijkheid is dat je tot een Europees basisprogramma komt. Sommigen bepleiten dat de EU voor een minimuminkomen zorgt. Dan dreigt opnieuw het risico van moral hazard: hoe meer armen, hoe meer een land ontvangt. Daarom lijkt een basisinkomen voor alle Europeanen – ik denk aan 200 euro per maand – me beter.

U spreekt over groeiende overdrachten, maar de ontwikkelingshulp daalt.

Philippe Van Parijs: Ik denk dat ontwikkelingshulp soms pervers is geweest omdat ze mensen afhankelijk maakte van hulp. Dat kun je voorkomen met een basisinkomen. De zinvolste manier om het te doen lijkt me dat je op wereldschaal uitstoot- of milieuvergunningen veilt. Die enorme inkomsten kun je gebruiken voor een basisinkomen. Het lijkt me een simpele manier om efficiëntie – de juiste prijzen – te combineren met rechtvaardigheid – wie consumeert, betaalt. Tenslotte hebben alle mensen hetzelfde recht om bijvoorbeeld gebruik te maken van de absorptiecapaciteit van de atmosfeer. Zo organiseer je herverdeling van rijke naar arme landen. Rechtvaardigheid, geen liefdadigheid.

Dat veronderstelt een verstandhouding tussen landen dat er nu absoluut niet is.

Philippe Van Parijs: Daarom is de EU zo belangrijk. Hoe kun je democratische beslissingen nemen met verschillende landen? Dat is ook belangrijk omdat het noodzakelijk is vat te krijgen op de mondiale markten. Dat kan alleen door democratie naar een hoger niveau te tillen: anders leggen de markten de democratie hun wet op en kun je de welvaartsstaat amper overeind houden. Democratisch beslissen ondanks meertaligheid is een enorme uitdaging in België, Europa en de wereld.

Europa is een mondiaal proefproject, want de relaties tussen de Europese staten lijken op die tussen onafhankelijke staten. Het is ongelooflijk wat de EU al heeft gepresteerd sinds 1945. De eurocrisis is een teken van waar we al staan. We wilden lopen voor we konden staan. Een munt kan alleen functioneren als er migratie is en als er overdrachten zijn. Die laatste zijn in Europa belangrijker omdat migratie hier altijd beperkter zal zijn door de culturele diversiteit in de EU. Ik denk dat we hoop geven als we met een Europees basisprogramma tot een basisinkomen kunnen komen: je stabiliseert de gemeenschappen want er is minder migratie, je verstevigt de nationale welvaartsstaten en je vermindert de concurrentie omdat mensen minder hard aan de markt zijn onderworpen. Waarom is er nu minder migratie van Wallonië naar Vlaanderen dan van Vlaanderen naar Wallonië destijds? Omdat de nationale welvaartsstaat dat minder noodzakelijk maakt. Zo’n basisprogramma is dus nodig om gemeenschappen te stabiliseren. Juist om de diversiteit te behouden is solidariteit nodig.

Hoe krijgen die supranationale structuren legitimiteit?

Philippe Van Parijs: We moeten met elkaar kunnen praten. Alleen zo krijg je het levendige middenveld dat een democratie nodig heeft. Engels moet in de EU de voertaal worden, zelfs in België, waar volgens mij alleen een elite nog de verschillende landstalen zal spreken. Alleen in Brussel lijken Frans, Nederlands en Engels noodzakelijk. Dat zal een enorme inspanning vergen en daar willen we met het Marnixplan, dat dus voorstelt om op alle Brusselse scholen onderwijs te geven in de drie genoemde talen, toe bijdragen. Een van mijn radicalere voorstellen is om in de Brusselse scholen met de kwetsbaarste taal, het Nederlands, te beginnen.

Als België niet lukt, kan Europa dan slagen?

Philippe Van Parijs: John Stuart Mill schreef in 1861 dat democratisering ertoe zou leiden dat staten zich vormen langs taalgrenzen. België leek hem toen een uitzondering. Mill vergiste zich. Ook hier was er toen maar één bestuurstaal, omdat de Vlaamse elites Frans spraken. Ondertussen is dat veranderd: er zijn nu ook twee publieke opinies in België. Dat werkt inderdaad moeilijk. Ik heb principieel niks tegen het uiteenvallen van een land, maar met Brussel kan dat hier niet. De enige oplossingen die ik zie, zijn een groot Brussel – dat is onhaalbaar – of een sterk België. Vandaar mijn strijd voor een federale kieskring via de Paviagroep (Belgische denktank, jv).

Door de economische crisis roept iedereen opnieuw om groei. Is er, gelet op de milieucrisis, nog ruimte voor groei in het Westen?

Philippe Van Parijs: Wel van de productie, niet van de consumptie. De economie mag hier nog groeien, op een groene manier, maar de opbrengst van die groei moet overgebracht worden naar armere landen, die meer moeten kunnen consumeren. Koopkracht verplaatsen, zoals nu dagelijks gebeurt tussen Vlaams-Brabant en Limburg, of tussen Beieren en Bremen. We moeten minder consumeren. Leren gelukkig zijn met minder mobiliteit. Een veralgemeend basisinkomen zal groei ook minder noodzakelijk maken: mensen kunnen makkelijker deeltijds weken, en tijdens hun loopbaan afwisselen tussen werk, opleiding en gezin. De loopbaan moet minder worden samengedrukt tussen 25 en 55 jaar. We zullen moeten werken aan onze openbare schuld en de welvaartsstaat vertimmeren. We moeten langer gaan werken. En leren sterven. Mijn moeder is negentig en heeft kanker: ze heeft beslist geen chemotherapie te ondergaan. Bijna ieder van ons kun je technisch en economisch nog enkele dagen of maanden langer laten leven. Maar dat is erg duur en het maakt andere dingen onbetaalbaar.

Slotvraag: hoe houden we de hoop levend?

Philippe Van Parijs: Door niet te optimistisch te zijn op korte termijn, ook al heb je radicale doelen op lange termijn. Blijven pleiten en geduld hebben. John Stuart Mill, een van mijn intellectuele helden, pleitte al in 1861 voor het algemeen enkelvoudig stemrecht, ook voor vrouwen, maar het duurde nog bijna honderd jaar. Verder krijg je enorm veel energie en warmte van dingen samen te doen – of het nu om de Paviagroep, het Marnixplan of ons buurtcomité gaat.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.