Het Vlaams buitenlandbeleid is... Belgisch

Vlaanderen heeft een eigen buitenlands beleid. Veel mensen weten dat niet. Als het over het beheren van onze internationale relaties gaat, overheerst in de media het beeld van de federale minister van Buitenlandse Zaken die zich ophoudt met wereldleiders, of de premier die zich in zijn jasje hijst op het bordes van alweer een Europese top. Afgelopen week volgde ik in het Vlaams Parlement een opmerkelijk commissiedebat over de ‘Vlaamse diplomatie’. Mijn conclusie: het Vlaams buitenlands beleid blijft au fond Belgisch. 

  • Brecht Goris Tomas Baum. Brecht Goris

In ons land geldt nochtans het adagium ‘in foro interno, in foro externo’: waar Vlaanderen binnenlands voor bevoegd is, daarvoor neemt het ook buitenlands de honneurs waar. Zo zijn bijvoorbeeld economie, onderwijs, toerisme, leefmilieu, innovatie en onderzoek Vlaamse bevoegdheden die grensoverschrijdend zijn.

We spelen mee in de wereldeconomie, onze studenten gaan op Erasmusuitwisseling, de naam Flanders Fields heeft toeristisch potentieel, afval reist de wereld rond… Het lijkt in die zin vanzelfsprekend dat het meest betrokken niveau relaties met buitenlandse partners ter harte neemt. Ondertussen is dat al bijna 20 jaar het geval en elke betrokken beleidsmaker wil vanuit eigen overtuigingen en belangen eigen accenten leggen.

Internationaal Vlaanderen

Anno 2014 is er een Vlaams buitenlandse beleid dat we in bepaald opzicht gerust proactief mogen noemen. De bevoegdheid ligt in de vakkundige handen van de minister-president. Zo’n 280 (handels)vertegenwoordigers verzorgen de belangen van onze regio in het buitenland. De administratie – met de veelbelovende naam Internationaal Vlaanderen – wordt stelselmatig verder uitgebouwd.

Het buitenlandse beleid wordt ook opgevolgd door een specifieke commissie in het Vlaams Parlement, en een onafhankelijk en kritisch adviesorgaan (de Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen). Alle voorwaarden voor een eigen beleid lijken alvast vervuld.

Toch heerst er onvrede. Dat bleek alvast uit het parlementaire debat over de Vlaamse diplomatie. De Belgische erfenis weegt blijkbaar zwaar en er wordt zelfs gewag gemaakt van een recuperatiebeweging vanuit de federale coulissen. Ontvoogding is blijkbaar opnieuw aan de orde: het komt erop aan een eigen — Vlaams – buitenlands beleid te kunnen voeren. Wat dat beleid ‘eigen’ maakt los van de gebruikte instrumenten, daar is voorlopig minder debat over. Misschien maakt een vergelijking met het federale buitenlands beleid ons wijzer.

Alliantiepolitiek 

Wat leert ons bijna twee eeuwen van dat federale Belgische beleid? Dat politieke keuzes voornamelijk worden bepaald door commerciële en economische overwegingen. Het promoten van buitenlandse handel en het uitnodigen van investeringen dragen immers bij aan de welvaart. Daar kan niemand omheen.

Vervolgens bepalen binnenlandse politieke machtsverhoudingen de gang van zaken. Voor de bevoegde minister is het vaak moeilijk om te weerstaan aan de verleiding om eigenmachtig op te treden. Af en toe treden waarden op de voorgrond. Respect voor mensenrechten, bijvoorbeeld, als voorwaarde voor het afsluiten van (handels)akkoorden. Het voeren van een specifiek buitenlands veiligheidsbeleid is in België slechts zelden aan de orde: voor het waarborgen onze eigen veiligheid onderschrijven we een alliantiepolitiek met grotere machten.

Buitenlandse vertegenwoordiging van de minister-president

En wat hebben bijna twee decennia Vlaams buitenlands beleid ons geleerd? Commerciële en economische belangenbehartiging zijn met stip de belangrijkste determinanten van het beleid. Gezien Vlaamse bedrijven instaan voor bijna 80 procent van de Belgische export, hoeft dit niet te verbazen. Ook de organisatiestructuur van de buitenlandse vertegenwoordiging is sterk gericht op ondersteuning van het internationaal ondernemen.

Politieke machtsverhoudingen binnen de regering zijn bepalend voor wat er al dan niet gebeurt. Zo liet een ervaren Vlaams volksvertegenwoordiger zich tijdens de commissievergadering vorige week ontvallen dat de buitenlandse vertegenwoordiging van Vlaanderen soms meer lijkt op de buitenlandse vertegenwoordiging van de minister-president van Vlaanderen.

Waarden hebben zeker een plaats in het discours over het te voeren beleid, maar hebben in de praktijk weinig impact. Het mensenrechtenbeleid van de Vlaamse regering blijft bijvoorbeeld beperkt tot een ambitienota over mensenrechten. Bestaat er tot slot zoiets als een Vlaamse buitenlandse veiligheidspolitiek? Bon, u begrijpt waar ik naartoe wil.

Beleid is meer dan handel

Twee eeuwen Belgisch buitenlands beleid afzetten tegen twee decennia Vlaams buitenlands beleid onthult de handelsreiziger in ons. Het gaat tot nog toe blijkbaar niet over fundamenteel verschillende beleidsopties. Het gaat vooral over het beheer van de instrumenten van het gekende beleid en de vlag die er op kleeft. Wie wat mag doen: dat lijkt de hamvraag.

In ons land is het niet ongewoon dat het debat zich in die vraag vastrijdt. Maar het zal de rest van de wereld een zorg zijn. De buitenwereld is meer gebaat bij een inhoudelijke verdieping van het buitenlands beleid, waarbij de institutionele puzzelstukjes duidelijk in elkaar passen. Bij die verdieping  zouden de Belgische regio’s vanuit hun bevoegdheden en met eigen prioriteiten een katalyserende rol kunnen spelen.

Waarden kunnen een prominentere plaats krijgen in dit buitenlands beleid. Nederlanders zijn nijvere handelaars, maar ze zijn ook wereldwijd gereputeerd voor hun effectieve steun aan de versterking van het internationaal recht. Zweden is gekend als veilige haven voor vervolgden uit de hele wereld. De Noorse diplomatie wordt geroemd om haar belangeloze inzet bij het onderhandelen van oplossingen wanneer strijdende partijen alleen nog in escalatie van geweld geloven.

Het imago van deze naties en de beleidskeuzes die eraan ten grondslag liggen, zijn in die landen het voorwerp van intens politiek debat. Misschien vinden wij wat inspiratie in het Noorden? Aandacht voor buitenlandse handel is goed, maar buitenlands beleid mag over meer gaan. Ook bij ons.

Tomas Baum is directeur van het Vlaams Vredesinstituut.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Directeur Vlaams Vredesinstituut

    Tomas Baum leidt het Vredesinstituut, een onafhankelijke onderzoeks- en adviesinstelling die het Vlaams Parlement ondersteunt.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.