Libië: ‘Een cultuur van democratie opbouwen is de grootste uitdaging’

Op 31 oktober werd de oorlog in Libië officieel beëindigd. Een interim-regering werd geïnstalleerd en verkiezingen werden aangekondigd. Maar maanden na de dood van Khadaffi blijft de situatie in Libië explosief. MO* sprak met Mohamed Zahi Mogherbi, professor emeritus politieke wetenschappen aan de universiteit van Benghazi, naar aanleiding van de lezing die hij op 14 maart aan de KUL gaf.

U was ook onder Khadaffi politiek actief, hoe ging dat toen?

Mohamed Zahi Mogherbi: Onder Khaddafi was er een kleine marge waarin politieke commentaar geschreven kon worden, zeker voor academici. Het is die kleine marge die me toeliet om heel voorzichtig het regime te bekritiseren. Maar het was een risicovolle onderneming.

Toen Seif El-Islam, de zoon van Khadaffi, op het politieke toneel verscheen en aankondigde hervormingen te willen doorvoeren, heb ik me bij zijn beweging aangesloten. Maar later bleek dat er van die hervormingen niets in huis ging komen. De Revolutionaire Commissies, de politieke handlangers van Khadaffi, waren er tegen en Khaddafi zelf was er ook tegen.

Hoe is die beweging geëindigd?

Mohamed Zahi Mogherbi: In 2005 kondigde Seif El-Islam een project voor een grondwet voor Libië aan. Ik was zelf lid van de commissie die de grondwet ging schrijven. Maar in 2008 bleek dat er niets van dit alles gerealiseerd zou worden. Op dat moment hebben veel mensen hun vertrouwen in Seif El-Islam verloren. Iedereen was ervan overtuigd dat hij niet in staat was om de beloofde hervormingen door te voeren, ofwel vanwege de weerstand van zijn vader ofwel omdat hij zelf slechts deel uitmaakte van een strategie van misleiding.

Op het zelfde moment had Khadaffi zijn geschillen met het Westen glad gestreken. Internationaal was hij niet meer geïsoleerd. Om al die redenen hebben de mensen de hoop op verandering opgegeven en velen hebben zich volledig uit het politieke en maatschappelijke veld teruggetrokken. De opstand, de kracht en de moed die jonge mensen getoond hebben in de strijd tegen Khadaffi hebben ons ook totaal verrast. 

Hoe is de situatie nu in Libië?

Mohamed Zahi Mogherbi: Er is een overheid maar er is geen staat. Er zijn geen instellingen. Er is geen leger, geen politiemacht. Die hebben trouwens nooit echt bestaan. Wat er onder Khadaffi was, waren slechts milities. Ook de regering was slechts een samenstelling van individuen die rechtstreeks bevelen van Khadaffi kregen en ze uitvoerden.

De hele uitdaging nu is een staat met al zijn instellingen op te bouwen. Maar eerst moet de veiligheid hersteld worden. Er zijn nog teveel wapens in handen van de revolutionairen en dat is een heel slechte zaak. 

Nochtans heeft de overgangsraad herhaaldelijk de opstandelingen opgeroepen om de wapens te overhandigen en zich ofwel bij het leger ofwel bij de politie aan te sluiten.

Mohamed Zahi Mogherbi: Het probleem is veel complexer dan dat. Het feit dat het ondanks het bestaan van deze gewapende mannen nog relatief veilig is in Libië toont aan dat deze mensen niet van slechte wil zijn en dat ze geen staat in de staat willen zijn. De werkelijkheid is dat ze tot nu toe geen echte signalen hebben gezien die aantonen dat de interim-regering in staat is om een staat op te bouwen met een echt leger en een echte politiemacht. De huidige politieke leiders komen heel zwak over, aarzelend en onbekwaam. En de communicatie met de bevolking laat te wensen over. Vandaar de aarzeling.

Er is ook geen echt civiel alternatief. Want velen onder de opstandelingen willen geen militaire of politionele functie.

Waarvan leven deze opstandelingen?

Mohamed zahi Mogherbi: Nu betaalt de overheid salarissen uit voor diegenen die functionaris waren of in staatsbedrijven werkten. Maar gedurende een lange periode kregen de strijders niets.

De mensen hadden wel geduld. Ze hadden begrip voor de situatie waarin het land zich bevond maar nu willen ze veranderingen zien. Toch blijft de regering de mensen vragen geduldig te zijn. Tegelijkertijd slaagt ze er niet in om een duidelijk programma aan de bevolking voor te leggen.

Aan wat ziet u de onbekwaamheid van de huidige politieke leiders?

Mohamed Zahi Mogherbi: Aan heel veel zaken. Neem de geplande verkiezingen bijvoorbeeld. Ze zouden op 23 juni georganiseerd worden. Maar tot nu toe is er niets dat erop wijst dat deze verkiezingen op tijd zullen plaats vinden. Er zijn geen kiezerslijsten, geen kiesdistricten, geen partijen,…

De communicatie lijkt nergens op. Ook wanneer de interim-regering iets goeds doet, slaagt ze er niet in om dit naar de bevolking te communiceren. Ze zit vast in een politiek van reactie en niet van actie.

Ook wanneer de interim-regering iets goeds doet, slaagt ze er niet in om dit naar de bevolking te communiceren. Ze zit vast in een politiek van reactie en niet van actie.

De mensen willen af van de centralisatie van de macht in Tripoli. Ze willen lokale overheden en plaatselijke besturen. Maar ook op dat niveau wordt heel slecht bestuurd. Met als resultaat dat een groep mensen onlangs Benghazi als federale deelstaat uitgeroepen hebben. De regering kwam weer in een positie van reactie te staan, terwijl dit een oud probleem is.

Mostafa Abdel Jalil, de voorzitter van de Nationale Overgangsraad, maakte de fout om die mensen meteen van collaboratie beschuldigen en hen als verraders te bestempelen. Hij probeerde dit daarna opnieuw goed te maken door zich te verontschuldigen en zijn uitspraken te nuanceren. Maar het was de zoveelste misstap van Abdel Jalil. Wat de mensen echt willen is niet een federaal Libië, al gebruiken ze die term wel. Wat ze willen is de decentralisatie van de macht. De mensen willen geen uitsluiting meer.

Hoe kijkt u nu terug op de NAVO-interventie, met al de problemen waarmee Libië nu geconfronteerd wordt?   

Mohamed Zahi Mogherbi: We werden gedwongen om de hulp van de internationale gemeenschap in te roepen. Khadaffi was zo wreed in zijn reactie op de opstand dat er geen andere keuze was. Het stond buiten kijf dat in Benghazi een slachtpartij ging plaatsvinden. Seif El-Islam zei het letterlijk toen de troepen van Khadaffi de stad naderden: ‘It is too late’.

Niemand in het buitenland kan zich voorstellen welk soort regime er was in Libië. Ze hebben mensen opgehangen in de universiteiten, op de sportpleinen, in de straten,… Ze hebben mensen gedood in de gevangenissen. In 1996 werden er in vijf uur tijd 1270 gevangenen in de gevangenis van Boeslim omgebracht omdat ze protesteerden tegen de detentieomstandigheden.

Men kan zeggen wat men wil over de interventie, men kan niet ontkennen dat morele redenen ook een rol hebben gespeeld in de beslissing om te interveniëren. 

Het zijn vooral economische belangen die de interventie gemotiveerd hebben, wordt er algemeen aangenomen.

Mohamed Zahi Moghrebi: De hele wereld draait om belangen. Bovendien had Khadaffi de economie opengegooid en de Westerse landen toegang gegeven tot de Libische grondstoffen. Dit is niet noodzakelijk een slechte zaak. Zij krijgen die grondstoffen niet voor niets. Ze betalen ervoor. Wat is het probleem als belangen elkaar kruisen? Ook wij hebben hen nodig.

Was de interventie, voor sommigen tenminste, geen persoonlijke wraak op Khaddafi?

Mohamed Zahi Mogherbi: Gelukkig voor ons Libiërs had iedereen een reden om Khadaffi te haten. En inderdaad, het was een kans om een einde te maken aan dit onvoorspelbare regime.

Wat zijn, naast het probleem van de veiligheid en de organisatie van de geplande verkiezingen, de grootste uitdagingen voor Libië?

Mohamed Zahi Mogherbi: Libië was gedurende tweeënveertig jaar van de buitenwereld afgesloten. De mentaliteit die over heel die periode heerste veranderen en de samenleving een cultuur van democratie aanleren is de belangrijkste uitdaging. Het verschil aanvaarden, de cultuur van de dialoog opbouwen en de andere niet meteen van verraad beschuldigen wanneer hij of zij er een andere mening op na houdt, zijn allemaal zaken die erg nodig zijn maar die alleen maar op lange termijn gerealiseerd kunnen worden.

Maar hoe valt zoiets te realiseren?

Mohamed Zahi Mogherbi: Er moeten antwoorden gevonden worden op heel veel vragen. Eén ervan is hoe we best het onderwijs hervormen zodat leerlingen leren nadenken en zich een eigen mening vormen in plaats van hen te vragen alles van buiten te kennen. Hoe bouwen we een onafhankelijke civiele maatschappij die in staat is om de politieke leiding onder druk te zetten om de juiste beslissingen te nemen? Hoe kunnen we de verschillende clans en gebieden met elkaar verzoenen en tegelijkertijd gerechtigheid realiseren voor de slachtoffers van de slachtpartijen en de misdaden die tijdens de oorlog gepleegd werden?

Er zijn veel misdaden gepleegd, vooral in het westen van het land omdat de oorlog daar langer geduurd heeft. De uitdaging nu is om de steden en de dorpen met elkaar te verzoenen zonder een gevoel van straffeloosheid te geven. Er moet een overgangsgerechtigheid komen. Maar om dit allemaal te kunnen realiseren moeten we de staat opnieuw opbouwen. We moeten een degelijk werkende justitie hebben en een deftig politieapparaat dat ten dienste staat van de burgers en niet van een persoon of een groep.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.