‘Ook de rechten van de bewoners tellen’

Zaterdaginterview met Titi Soentoro over klimaatgeld voor bossen

‘Klimaatfinanciering voor herbebossing en bosherstel (REDD+) moet ook oog hebben voor de rechten van wie in het bos woont’ vindt Titi Soentoro, van ADB-Indonesië, het NGO-Forum dat het beleid van de Wereldbank en de Aziatische Ontwikkelingsbank in de regio opvolgt.

  • MO*/Alma De Walsche Titi Soentoro MO*/Alma De Walsche

Voor Indonesië is dat niet zo evident, omdat het land jarenlang een militaire dictatuur kende onder Suharto en de erfenis daarvan nog altijd zwaar doorweegt in het beleid.  Soentoro pleit bij de geldschieters voor behoedzaamheid, transparantie en strengere controlemechanismen. 

In 2009 kondigde de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono aan dat Indonesië bereid is zijn uitstoot van broeikasgassen met 26 procent in te krimpen tegen 2020. En als er voldoende internationale steun zou komen, zou dit cijfer voor inkrimpen van de emissies zelfs kunnen stijgen tot 41 procent. Deze intentieverklaring heeft Indonesië een prominente plaats gegeven in tal van initiatieven die op gang komen voor klimaatfinanciering voor vermeden ontbossing en voor bosherstel, het zogenaamde REDD+-programma van de VN-Klimaatconventie UNFCCC.

Een brede waaier van pilootprojecten is opgezet, gesteund door de Wereldbankgroep en door andere multilaterale, bilaterale en private financiers. Maar niet alleen de ecologische impact van de projecten is belangrijk, ook de sociale impact en de monitoring van die geldstromen.

Indonesië heeft na Suharto toch afstand genomen van de dictatuur. Hoe werkt die erfenis dan nog door?

Titi Soentoro: De structuur van de militaire dictatuur is nog sterk overeind gebleven. Militairen zijn nog steeds eigenaars van grond en van belangrijke bedrijven. Zij reiken concessies uit en spelen een belangrijke rol in de export van Indonesië’s natuurlijke rijkdommen. Ze komen nog steeds tussen in het politieke leven van de regering en sturen het beleid mee om hun doelstellingen te bereiken.

De voorbije drie tot zes maanden is het geweld weer toegenomen. Huizen van mensen worden afgebrand omdat ze weigeren te wijken voor de palmolieplantages. De militairen worden ingezet door de bedrijven om hun belangen te verdedigen. Het Indonesische leger heeft een contract met de minister van bosbouw en met de milieuminister om de juiste omstandigheden voor het project te creëren; ze worden ingeschakeld om toezicht te houden. Bedrijven buiten die situatie uit, want ze hebben bescherming nodig.

Neemt de huidige president daar geen afstand van? Op de internationale fora schuift hij zijn land naar voren voor pilootprojecten in klimaatfinanciering.

De president komt uit de schoot van het leger en is een ex-generaal. Hij was commandant in Oost-Timor en minister van defensie. Er zijn dus heel nauwe banden. De regering is ook erg uit op het geld. Met klimaat kan er vandaag veel geld verdiend worden. Ons punt is daarom, als je geld geeft aan een regering of een staat voor een REDD+ - project (Reducing Emissions from deforestation and degradation) is het belangrijk na te gaan hoe de lokale situatie is. Vergewis u ervan dat er geen militaire druk is. Men is zich vaak onvoldoende bewust van de impact van het geld.

Internationale financiering voor bossen komt niet noodzakelijk de gemeenschappen ten goede?

Internationale instellingen kijken vaak niet naar de reële situatie ter plaatse. Ze stellen een project op om een bepaalde regio te herbeplanten, maar soms gaat het daarbij om een problematisch gebied omwille van de relatie tussen de staat, de lokale bewoners en de betrokken bedrijven.

Wat de REDD+ projecten betreft, gaat het vandaag over wat men noemt REDD-readyness: het voorbereidend stadium om de regio in gereedheid te brengen. Daarbij gaat het om capaciteitsopbouw voor duurzaam bosbeheer, het opstellen van een beleid. Financiers als de Wereldbank gaan ervan uit dat deze fase geen risico’s inhoudt, maar dat klopt niet. Men moet de mensen die er wonen betrekken bij het project. Zij moeten het ermee eens zijn dat er geen bomen meer omgehakt worden of dat er nieuwe geplant worden.

De schendingen van mensenrechten zijn echter talloos. Vandaag zien we dat gebieden in die fase van “readyness” ontruimd worden om de regio klaar te maken voor REDD+. Mensen worden gedwongen om het gebied te verlaten, hun koffieplantages – die hun bron van inkomsten zijn- worden afgehakt. De sociale en culturele relatie met het bos wordt volledig over het hoofd gezien. Wij vragen dat er ook in deze voorbereidingsfase voldoende waarborgen zouden zijn om mensen de nodige bescherming te verzekeren.

Worden de bewoners dan niet betrokken?

We stellen tal van klachten vast van mensen waaruit blijkt dat dit niet het geval is. Van 19 tot 22 september was er in centraal-Kalimantan een klimaatforum van regeringsleiders uit de regio. Tijdens die meeting is er heel veel actie gevoerd, onder meer door de Indonesische inheemsen, die stellen dat ze niet bij de beslissingen betrokken zijn. Hun eisen gaan over het recht op informatie en consultatie. De Wereldbank had inderdaad betrokken bewoners uitgenodigd om deel te nemen aan een overleg vooraf, maar de uitnodiging werd verstuurd anderhalve dag voordien. Mensen kunnen op die manier niet deelnemen en geen weloverwogen advies meebrengen. (Soentoro toont op haar laptop een uitnodiging verstuurd op 18 juli om 1.13 pm, terwijl de bijeenkomst plaatsvond op de 20ste, van 9 tot 12. ) Dit is de praktijk van de Wereldbank.

Op de klimaatonderhandelingen vragen landen uit het Zuiden dat het klimaatgeld niet door de bestaande financiële instellingen zou beheerd worden, maar door nieuwe entiteiten.

Dat is begrijpelijk want er zijn tal van voorbeelden van misbruik in de praktijken van de Wereldbank of de Aziatische Ontwikkelingsbank en vaak blijkt dat de consultaties niet reëel zijn. Indonesië is een klant van de Wereldbank, al jarenlang. Maar onder Suharto en zijn militaire dictatuur is de armoede toegenomen en zijn de bossen afgenomen. Al dat geld dat naar het land vloeit, wordt niet aangewend om de welvaart van de mensen te stimuleren.

Bedoeling van REDD+ is dat dit geld de gemeenschappen helpt op de weg naar duurzame ontwikkeling. Landen als Noorwegen, die bij de eersten zijn om zulke projecten te financieren, zien wij in het Westen eerder als pioniers voor milieu- en klimaatbescherming. Maar dit blijkt niet de goede aanpak?

Soms kan de financiering helpen, maar indien het geld niet goed gebruikt wordt, is het beter dat het er niet is. Niet alles kan trouwens herleid worden tot geld. Een voorbeeld uit Centraal-Kalimantan: een moerasgebied, dat het Suharto-regime vernietigde voor een rijstproject, werd nadien door de inheemse gemeenschap met de steun van een lokale ngo terug hersteld in zijn oorspronkelijke staat, zonder geld van buitenaf.

Vaak wordt er niet gekeken naar wat mensen allemaal al doen. Inheemsen hakken nooit zomaar een boom af, want ze weten dat er in de bomen geesten leven. Bomen zijn heilig en een boom afhakken kan hen een straf opleveren van de grootouders. Als we echt om het woud geven, dan zou de kennis die zij bezitten over het woud, de drijvende kracht moeten zijn bij het opzetten van projecten voor bosbescherming. Maar in de klimaatonderhandelingen gaat het daar niet over. Daar gaat het over zaken doen met CO2 .

REDD+ projecten zijn maatregelen om de bossen in een specifieke regio te beschermen. Wij vragen ons echter af waarom de mensen die daar al generaties wonen, nu met allerlei eisen lastig gevallen worden. Als het werkelijk gaat om de ontbossing af te remmen, moet je nagaan wie de ontbossing veroorzaakt. En dan kom je bij de houtkapbedrijven en niet bij de lokale bewoners. Als de Wereldbank het echt ernstig voorheeft met het klimaatbeleid, moet ze de kapbedrijven aanpakken of de regering voor haar onduurzame ontwikkeling.

Pleit u hiermee tegen REDD+ projecten, en tegen klimaatfinanciering voor bosbehoud en bosherstel?

REDD als een mechanisme om emissies te reduceren, zou ik willen afgeschaft zien; herbebossing is prima, maar zonder zo’n grote financieringsprogramma’s omdat geld vaak bestaande problemen verergert. Noorwegen kan dat geld geven, maar waarom gebruikt Noorwegen dat geld niet om in eigen land de uitstoot te verminderen en de levenswijze van de mensen te veranderen? Onlangs namen we deel aan de workshop van de KfW, (de Duitse ontwikkelingsbank Kreditanstalt für Wiederaufbau). Daar werd zonder verpinken gesteld: “We weten dat privébedrijven (van palmolie of papierpulp) de driver zijn van ontbossing. Daarom zullen we die bedrijven incentives geven om de ontbossing aan te pakken.” Incentives geven, waarvoor? Zij zijn mensenrechtenschenders!

Wat kan de internationale gemeenschap hieraan doen?

Klimaatfinanciering kan werken, als ze ook mensen meer rechten geeft en hen sterker maakt om hun rechten op te eisen: het recht op informatie, het recht om deel te nemen aan de besluitvorming, dat mensen niet uit hun gebied worden gezet, geen manipulaties en militaire repressie ondervinden. Mensen wonen daar en zij weten wat ze moeten doen om het bos te behouden, beter dan mensen uit het Noorden. Geef hen de tijd en de ruimte om hun eigen weg te gaan en hun eigen ontwikkelingsmodel gestalte te geven.

Een andere belangrijke regel is dat er transparantie is over de geldstromen en dat het geld niet dient om militaire operaties mee te financieren. Als belastingbetaler kan je een invloed uitoefenen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.