Pakistaanse kinesiste over haar terugkeer naar het leven in constante angst

Studenten uit het Zuiden komen bij ons studeren met de hoop op een goed diploma. Het magazine Verrekijkers sprak met een Pakistaanse fysiotherapeute die met haar Belgisch diploma terugkeerde naar haar thuisland. ‘Met mijn kennis wil ik graag een steentje bijdragen aan de maatschappij,’ aldus Arjumand Mahmood.

  • Arjumand Mahmood Een klas Pakistaanse universiteitsstudenten. Arjumand Mahmood

Arjumand, dochter van een Pakistaanse ambassadeur, zegt dat voor Pakistanen Europa slechts bestaat uit Engeland en Duitsland, verder is het een vaag gegeven. Toch kennen de meesten België: ‘Iedereen weet waar chocolade vandaan komt, Charlotte’, zei Arjumand me wanneer ik haar vroeg of er al überhaupt iemand van België had gehoord.

Je behaalde een diploma in België. Vond je daar eenvoudig een job mee in Pakistan?

Arjumand Mahmood: Nadat ik mijn studies revalidatiewetenschappen in 2010 afrondde, vertrok ik meteen terug naar Pakistan. Ik wilde met mijn kennis Pakistaanse patiënten helpen, maar dat pakte anders uit. De jobaanbiedingen voor fysiotherapeuten voldeden niet aan mijn verwachtingen, en ik voldeed niet aan de verwachtingen op de werkvloer.

De Pakistaanse fysiotherapeuten hebben het gevoel dat ik meer kennis heb over mijn vakgebied, maar dat ik kennis mis over het leven in Pakistan.  Dit bemoeilijkte de communicatie op de werkvloer, wat nodig is voor een vlotte samenwerking. Ik kon wel aan de slag  als docente aan de ISRA Universiteit, die net buiten de hoofdstad Islamabad ligt.

Soms voel ik me als een wandelende bron van kennis die mensen willen uitputten. They really want to squeeze the knowledge out of me, maar door de culturele kloof tussen mij en mijn leerlingen vind ik het echter moeilijk om mijn “westerse kennis” over te brengen.

Lukt het om een leven op te bouwen in je vaderland na enige tijd in het buitenland te hebben gewoond?

Arjumand Mahmood: Ik ben al een half jaar terug in Pakistan, maar voel me nog steeds niet goed in mijn vel. Sommige Pakistanen beschouwen me als een vreemdeling in mijn eigen land. Toch kon ik ook niet aarden in België. Ik kon de mensen in België  niet bijhouden, alles en iedereen ging zo snel. Ik moest te veel chocolade en kaas eten om genoeg energie te hebben, maar dit was ongezond. Ik ben er nog steeds van aan het bekomen. In Pakistan heb ik minder stress om de mensen bij te houden. De mensen vinden zelfs dat ik te snel ga, terwijl ik het gevoel heb dat ik zo treuzel.

Verder ben ik niet meer gewoon om in constante angst te leven. Je ziet hier zoveel ellende dat de bevolking er immuun voor geworden is. Anders zou het je gewoon op de muren jagen. Ik ben doodsbang dat de taliban ooit de macht zal overnemen.

Hoe is het om als vrouw te werken in Pakistan?

Arjumand Mahmood: Het is niet vanzelfsprekend om hier als vrouw in het onderwijs te werken. De universiteit waar ik werk, wordt gesponsord door mensen uit Saudi-Arabië en zij hebben veel invloed in Pakistan. De taliban wil liever niet in conflict komen met mensen uit Saudi-Arabië, want deze sponsors hebben enorm veel geld en macht. Provocatie vanuit de taliban zou zware gevolgen kunnen hebben. Hierdoor geniet ik van een redelijk veilige positie als vrouwelijke docente, maar je weet natuurlijk nooit.

Ik voel wel dat deze universiteit enkele islamitische regels strikter opvolgt dan andere universiteiten in Pakistan. De werknemers van de administratie proberen de meisjes te forceren om een hoofddoek te dragen. Deze regel geldt niet in andere Pakistaanse scholen. Daar wordt de persoonlijke keuze van de hoofddoek relatief goed gerespecteerd.

Tot slot hangt het van sector tot sector af hoe vrouwvriendelijk ze zijn. Over het algemeen zijn ze in de grote steden toleranter voor werkende vrouwen.

Hoe sta je tegenover de het fundamentalisme en de taliban?

Arjumand Mahmood: De taliban heeft het meisje Malala Yousafzai (14) neergeschoten omdat ze opkwam voor onderwijs voor meisjes. Het is niet alleen voor meisjes moeilijk om onderwijs te krijgen in gebieden die bezet zijn door de taliban. Ook jongens hebben er moeite mee. De taliban pleegt aanslagen op allerlei scholen die niet strikt de regels van de Koran volgen.

De bevolking bestaat uit 70 procent 14-jarigen of jonger, zonder structuur of goed onderwijs. Het onderwijs is de ruggengraat van elk land. Als je in onderwijs investeert, investeer je in de toekomst van dat land. Nu heeft het land een generatie kinderen die niets anders dan oorlog hebben gekend. Zij vormen een gemakkelijke prooi voor de taliban en het fundamentalisme.

Fundamentalisme wil anderen onder controle houden. Los van eender welke religie neigen jongeren die niets hebben om voor te leven sneller naar fundamentalisme. Het gerucht doet de ronde in Pakistan dat het deze jongeren zijn die het leven daar steeds gevaarlijker maken.

Voel je dat er onder de jongeren een ambitie heerst om te vechten voor een rechtvaardigere samenleving?

Arjumand Mahmood: Volgens mij is een democratische samenleving de rechtvaardigste. Toch kan Pakistan nog geen democratie zijn, omdat het onderwijs ondermaats is. Je hebt hoog opgeleide mensen nodig om een democratie van de grond te krijgen. Maar je hebt weinig ruimte voor zelfexpressie in Pakistan, waardoor jongeren minder ambitie hebben en zich dus minder snel gaan engageren.

Dit artikel verscheen eerder in Verrekijkers

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.