'Syrische oppositie aan de vooravond van een historische zelfmoord'

Tweedelig interview met Syrisch oppositielid Haytham Manna

Aan de vooravond van de onderhandelingen over Syrië verbaast Haytham Manna de wereld. Dit zwaargewicht van de Syrische oppositie en woordvoerder van het Nationaal Coördinatie Comité (*) – tegenstander van gewapende strijd, voorstander van onderhandelingen – kondigde aan niet naar Genève te gaan. MO* sprak Manna in Parijs. Een intieme kijk achter de schermen van de Syrië-diplomatie.

  • Pieter Stockmans Pieter Stockmans

Een ogenschijnlijke contradictie, maar Manna houdt de logica vol die hij al drie jaar met hand en tand verdedigt: ‘De deelname van de Syrische Nationale Coalitie (SNC) zal het resultaat zijn van Amerikaanse druk, om mee te stappen in een project dat niks met de noden van de Syriërs te maken heeft. Onze boycot zal het resultaat zijn van een vrije beslissing in het belang van het Syrische volk.’ Dat de SNC op vrijdag intern verdeeld raakte tussen voor- en tegenstanders van een deelname, en dat het NCC de afgelopen week eensgezind naar buiten kwam, lijkt deze stelling bij te treden.Tijdens ons gesprek in Manna’s appartement in de rand van Parijs, volgestouwd met boeken, documenten en vlaggen, balanceert hij tussen verbittering en verontwaardiging, tussen cynisme en gelatenheid.

U verbaast vriend en vijand: de grootste verdediger van onderhandelingen is nu de eerste die zijn steun voor onderhandelingen opzegt. Waarom?

Manna: Als Assad er niet eens kan toe worden bewogen om het hongerbeleg te stoppen of politieke gevangenen vrij te laten, hoe moeten wij dan geloven dat de president zijn macht zal overdragen aan een overgangsregering? Westerse veiligheidsdiensten capituleren voor de strategie van Assad en gaan weer met hem samenwerken tegen de nieuwe gezamenlijke vijand: de jihadisten. Bovendien wees de SNC mijn voorstel voor een oppositieconferentie, als voorbereiding op Genève, af. Ik pleit al maanden voor een sterke delegatie om het regime tegemoet te treden. Het regime is sterk en arrogant, de oppositie zwak en verdeeld. De Syrische oppositie staat aan de vooravond van een historische zelfmoord.

Politiek blijkt moeilijker dan oorlog.

Manna: Eén vergadering had ik met SNC-president Ahmad Jarba in Caïro en verder hoorde ik niks van hem. Hij denkt nog steeds dat hij het regime op het terrein tot voorwaarden kan dwingen, maar het Syrische leger blijft de grootste militaire macht. In plaats van de zinloze militaire strijd tegen het regime verder te zetten, zou de oppositie beter samen politiek sterker worden. Ik nam deel aan 84 onderzoeksmissies naar mensenrechtenschendingen wereldwijd en nooit zag ik één gewapend conflict dat democratie opleverde.

Waarom is die eenheid binnen de Syrische oppositie zo’n hels karwei?

Manna: Omdat de SNC eigenlijk niet de Syrische oppositie is, maar de marionet van de Amerikanen. In het begin van de revolutie verspeelde de Nationale Raad, de voorloper van de SNC, een historische kans om alle oppositiekrachten te verenigen. Ze gaven toe aan druk van Qatar, Saoedi-Arabië en Turkije om van de Syrische opstand een extern geleid proces te maken. Die zogenaamde “Vrienden van het Syrische Volk” maakten van de SNC de enige vertegenwoordiger. Hun handvest sloot dialoog met het regime al heel vroeg uit. Sindsdien worden wij doodgezwegen. Zelfs International Crisis Group noemde ons “charismatische persoonlijkheden, die zorgen voor verdeeldheid”. Als de gewapende strijd het uitgangspunt is, natuurlijk zorg ik dan voor verdeeldheid.

De Nationale Raad weigerde destijds de uitkomst van Genève I te aanvaarden. En ook nu moeten de Amerikanen de SNC onder druk zetten om aan Genève II deel te nemen.

Manna: Maar voorts blokkeert Amerikaans buitenlandminister John Kerry wel de deelname van Iran, omdat zij wél Genève I moeten aanvaarden. Het is een excuus. Nochtans: hoe meer deelnemers, hoe groter de legitimiteit van de uitkomst. Ik vrees dat de Amerikanen het niet oprecht menen. De Amerikaanse ambassadeur Robert Ford vertelde me immers: “De oorlog in Syrië is in ons belang omdat onze vijanden – al-Qaeda en Hezbollah – vandaag tegen elkaar vechten in Syrië. Het komt er dus op aan om de oorlog in Syrië te houden.” Zonder een sterke Amerikaanse hand zullen de Saudi’s het ene obstakel na het andere opwerpen.

Hoe staat Saoedi-Arabië tegenover de VS?

Manna: Saoedi-Arabië is uit op wraak voor wat zij zien als Amerikaans verraad. De hoofdredacteur van al-Arabiya vertelde me dat de Saudi’s al geld hadden vrijgemaakt voor de heropbouw van Syrië na Amerikaanse bombardementen. Zo overtuigd waren ze dat de aanval er zou komen. De Saoedische verspreiding van het salafisme en wahabisme was dé oorspronkelijke contrarevolutie in de Levant. De wahabieten wilden breken met de ontwikkeling van een islamitisch-filosofische denkwijze die al eeuwenlang standhield. Dat is de voedingsbodem van de opmars van de jihadisten in de regio. Ze hadden gehoopt dat de VS zouden optreden als hun gewapende arm.

Wat zal de betekenis van Genève zijn als de jihadisten zich niet engageren?

Manna: De jihadistische milities zijn de sterkste militaire kracht in het land na het nationale leger. Met fundamentalisten valt niet te onderhandelen, zeker niet met buitenlanders aan wie de Syrische cultuur van religieuze tolerantie vreemd is. We zullen ons wel bezighouden met de Syriërs die tegen Genève zijn. En dat zijn er niet zo bijster veel. Genève zal heel het speelveld hertekenen en opdelen in zij die voor en zij die tegen zijn. Wees niet verbaasd als het nationale leger morgen samen met Koerdische milities tegen de jihadisten vecht.

Concreet, wat moet de eerste stap zijn om de militaire strijd terug te dringen?

Manna: De terugtrekking van alle buitenlandse strijders. We aanvaarden niet dat de slachtoffers van een oorlog tussen Iran en Saoedi-Arabië Syriërs zijn. De internationale gemeenschap moet het principe aanvaarden dat het conflict in Syrië een conflict is op Syrië. Dat kan door in de Veiligheidsraad een resolutie te stemmen die de aanwezigheid van alle buitenlandse strijders op het Syrische grondgebied veroordeelt. Dan kan elke leider die deze aanwezigheid faciliteert, worden vervolgd. Ik kan zelfs Erdogan laten vervolgen voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij laat strijders via Turkije Syrië binnenkomen.

Waarom legt u meer nadruk op de buitenlandse jihadisten die tegen het regime vechten en minder op de jihadisten van Hezbollah die met het regime vechten?

Manna: Ik ben akkoord dat Bashar Assad zélf de aanwezigheid van alle andere buitenlandse strijders in Syrië legitimeerde van zodra de Syrische staat Hezbollah uitnodigde. Maar de terugtrekking van buitenlandse strijders moet totaal zijn. Iraanse diplomaten vertelden me dat ze dat ondersteunen, in het kader van een beslissing die alle buitenlanders omvat.

Waarom strijdt Hezbollah volgens jou in Syrië?

Manna: Sinds 2000, toen Bashar Assad president werd en de Israëlische troepen zich uit Libanon terugtrokken, is Hezbollah meer dan ooit aanwezig in de buitenlandpolitiek van Syrië. Bashar was nog onervaren en in Hezbollah vond hij trouwe, principiële bondgenoten. Zelfs na de terugtrekking van het Syrische leger uit Libanon in 2005 bleef Hezbollah Assad trouw. Dat vertaalde zich in Syrische militaire steun aan Hezbollah tijdens de oorlog met Israël in 2006. Hezbollah wilde ook na de opstand in Syrië trouw te blijven aan Assad. Maar ze kwamen pas tussen nadat de Toekomstbeweging van Saad Hariri wapens stuurde naar de oppositie in Syrië.

Kan in Genève ook de basis worden gelegd voor gerechtigheid en aansprakelijkheid voor oorlogsmisdaden?

Manna: De debutanten van de Syrische oppositie roepen: “We eisen dat elke misdadiger onmiddellijk wordt berecht”. Gerechtigheid is geen wraak, maar omvat aansprakelijkheid, sociale vrede en nationale verzoening. Ik zou ook kunnen zeggen: Bashar Assad is verantwoordelijk voor de moord op 18 van mijn familieleden en ik wil hem zo snel mogelijk berecht zien. Maar een proces waarbij de slachtoffers erop kunnen vertrouwen dat de waarheid aan het licht komt en de belangrijkste verantwoordelijken worden berecht, mét behoud van de stabiliteit en de eenheid van Syrië, is belangrijker dan mijn persoonlijke wraak.

Waarom zou Assad zich engageren als hij weet dat Genève hem op de beklaagdenbank kan doen belanden?

Manna: Politieke misdadigers zijn soms noodzakelijk voor nationale verzoening. De gewapende strijd moet stoppen opdat gerechtigheid zou kunnen rijpen, en daar hebben we Assad voor nodig. Pinochet werd pas twee jaar na de verzoening die hem immuniteit had geboden, vervolgd.

Kunnen Syriërs dat aanvaarden? Het verdriet en de woede zitten diep.

Manna: Het is een harde noot om te kraken, maar we hoeven al die tijd niet stil te zitten. Ik was betrokken bij het proces van de waarheidscommissie in Zuid-Afrika. Gedurende drie jaar werd niemand veroordeeld opdat het post-apartheidsregime zich zou kunnen installeren, maar er werden wel getuigen opgeroepen. De prioriteit moet een onafhankelijke rechterlijke macht zijn. Het proces van gerechtigheid kan een uitkomst zijn van een politiek akkoord, maar daarna moet het in handen komen van een volledig onafhankelijke commissie samengesteld door deskundigen. Anders wordt gerechtigheid een zaak van de overwinnaars.

Bijzonder triest, dat een groot deel van de oppositie blind in de val van Assad én Bandar bin Sultan is gelopen. Want het extremisme wordt gevoed door Saoedi-Arabië.

Internationale aansprakelijkheid voor oorlogsmisdaden treft tot nu toe ook vooral de verliezers. Zal dat met Syrië anders zijn?

 

Manna: Ik stond mee aan de wieg van het Internationaal Strafhof. Ik werkte mee aan de resolutie die het Rwandatribunaal oprichtte. Na mijn voorstel om ook de rol van Frankrijk te onderzoeken nam Franse vertegenwoordiger me apart en zei: “Een vluchteling in Frankrijk heeft niet het recht om Frankrijk te beoordelen”. Er werd geen één blanke berecht. Wij documenteerden bijvoorbeeld de folterdoden in de gevangenissen van Jamil Hassan, het hoofd van één van de Syrische geheime diensten. Maar wie documenteert de mensenrechtenschendingen van de oppositie?

Het Amerikaanse State Department censureert nu al rapporten over schendingen, en Human Rights Watch gehoorzaamt gedwee. Ik liet de vraag naar een opening van een onderzoek alvast officieel noteren in Den Haag. Helaas vertelden Moreno-Ocampo en zijn opvolgster Fatou Bensouda me dat ze zonder mandaat van de Veiligheidsraad niets van plan zijn.

De weg naar Den Haag loopt dus via Moskou?

Manna: Klopt. Ik vroeg de Russische ambassadeur in Genève of Rusland in de Veiligheidsraad de weg zou bereiden voor een onderzoek naar oorlogsmisdaden. Zijn antwoord was duidelijk: “Niet nu. Misschien als er een evenwichtig politiek project is. Dus zeker niet als jullie het Libische voorbeeld willen kopiëren.” Daarom loopt de weg naar Den Haag ook via Genève, want daar moeten we dat evenwichtig politiek project bouwen.

Maken jullie plannen om de civiele protestbeweging die aan de basis van de opstand lag, opnieuw een rol te bezorgen in dat politieke project?

Manna: Die plannen liggen al lang klaar. Zodat de humanitaire hulpverleners opnieuw activisten worden, en buitenlandse strijders plaats ruimen voor buitenlandse dokters, vredestichters, onderzoekers naar mensenrechtenschendingen. In Genève kunnen we onderhandelen om comités toe te laten die vluchtelingen helpen re-integreren, het politieke proces nieuw leven inblazen en het militaire proces definitief afsluiten. Geen klein zijwegje, maar een grote boulevard openen voor het gemarginaliseerde politieke activisme. Als deze uitkomst al op voorhand onmogelijk is, lijkt Genève II me voorlopig zinloos.

Hoe ondersteunt het NCC de burgeractivisten?

Manna: We proberen zones van civiele bescherming op te richten, waarin de bevolking collectief aan alle gewapende groepen vraagt om de zone te verlaten. Uiteraard beschouwen vele milities die zones als makkelijk in te nemen doelwit. Activisten werden gearresteerd door ISIS en gebombardeerd door zowel het nationale als het vrije leger. Daarom nemen de burgers er de wapens op om de vrede te beschermen tegen de milities.

Was de militarisatie niet te voorspellen, na de brutale onderdrukking door het regime?

Manna: Ja, maar dat is niet het hele verhaal. Sommigen besloten snel dat vreedzaam protest het regime nooit zou omverwerpen. Externe krachten moedigden de tendens naar militarisatie aan en maakten vanaf oktober 2011 de instroom van wapens en buitenlandse strijders mogelijk. Na zes maanden had je 40 nationaliteiten in Syrië. En dan moesten de jihadisten van al-Qaeda nog uit Irak komen. Eén van de eerste grote incidenten was de aanval van gewapende demonstranten op de veiligheidsdiensten in Jisr Shogour. 127 onderofficieren van het Syrische leger werden gedood. Ik vind het vreemd dat het vluchtelingenkamp in Turkije al was ingericht, en er tegelijkertijd ook vragen circuleerden dat de NAVO zou tussenkomen van zodra er meer dan 10.000 vluchtelingen zouden zijn.

U bedoelt dat sommigen al heel vroeg een buitenlandse militaire interventie probeerden uit te lokken?

Manna: Natuurlijk. En dat heeft het regime geholpen, want zo kreeg de aloude oppervlakkige stelling van het buitenlandse complot tegen Syrië geloofwaardigheid. De massale volksbeweging verschrompelde. Miljoenen mensen die na jaren stilzwijgen en opoffering hun stem terugwonnen, trokken zich weer terug in stilte en angst. Ook de meeste Syrische christenen zagen in de protestbeweging een echte Syrische lente. Maar een Vrij Syrisch Leger dat vooral bestond uit soennieten schrok hen af en bereidde de weg voor jihadisten.

De SNC telt toch ook christenen in de rangen?

Manna: De “Vrienden van het Syrische Volk” eisten dat de SNC een bepaald percentage aan minderheden in de rangen zou tellen. De SNC betaalt veel geld om een christen of een alawiet binnen te halen. Wij zullen in Genève een handvest promoten dat gebaseerd is op nationaal burgerschap en niet op religieuze affiliatie. De Europeanen vroegen me of het NCC alawieten en christenen hebben. Ja, wij hebben het hoogste aantal christenen en alawieten, maar dat is niet omdat we met quota werken. Wij werken met democratische verkiezingen.

U stelt dat de SNC de marionet is van buitenlandse krachten. Maak dat eens hard.

Manna: De SNC wordt hoofdzakelijk bemand door Syriërs in het buitenland – Moslimbroeders, onafhankelijke islamisten, neoliberalen, onafhankelijken en communisten voor het imago. Het Democratisch Blok van Michel Kilo was een poging van Bandar bin Sultan, het hoofd van de Saudische geheime dienst, om de macht van de Moslimbroeders binnen de SNC af te zwakken. Ahmad Jarba, de president van de SNC, wordt door Obama ontvangen als staatsman omdat hij naar voor werd geschoven door Bandar bin Sultan. Het is geen eer om dankzij een beslissing van de Saoedische geheime dienst een coalitie te leiden die beweert het Syrische volk te vertegenwoordigen, in een land met 25 politieke partijen die weerstonden aan jarenlange onderdrukking door het Assad-regime.

Het is de aard van diplomatie.

Manna: Het is de aard van oorlog bij volmacht. Ik vroeg Robert Ford waarom hij bij elke vergadering van de SNC aanwezig wil zijn. Hij antwoordde: “We hebben 250 miljoen dollar in de SNC gepompt. Wij hebben hen gemaakt.” Eric Chevalier, de Franse ambassadeur, vertelde me dan weer: “Eerst Assad doen vallen en dan zullen we wel zien.” Maar Assad is er nog steeds en het zijn de principes van de revolutie die zijn gevallen. Een schande, hoe ze zich achter de militaire en sektarische krachten scharen en democraten als ons bestrijden.

De gewapende strijd is met andere woorden per definitie contrarevolutionair?

Manna: Wat Bashar Assad in leven houdt, is net de gewapende strijd. De Syrische geheime dienst volgt de strategie van vader Hafez: “Zolang de oppositie tegen jouw regime erger is dan jouw regime, win je. Schakel dus de gematigde oppositie uit en versterk de extremisten.” Waarom pleegt het regime moordaanslagen op seculiere oppositieleiders en laten ze extremistische islamisten vrij uit de gevangenis? Ik wist van in het begin dat een militarisatie radicaal en islamistisch zou zijn, en Assad wist dat ook. Het is zover gekomen dat gewone mensen én het Westen de hulp van het regime inroepen om de jihadisten te verdrijven. Bijzonder triest, dat een groot deel van de oppositie blind in de val van Assad én Bandar bin Sultan is gelopen. Want het extremisme wordt gevoed door Saoedi-Arabië.

Het Nationaal Coördinatie Comité voor Democratische Verandering (NCC) werd opgericht in september 2011 in Damascus. Het bestaat uit linkse oppositiepartijen en nationalisten, waaronder dinosaurussen van de Syrische dissidentie. Schrijver en mensenrechtenactivist Haytham Manna, die al 35 jaar als balling in Parijs leeft, werd hun woordvoerder in het buitenland. Ze beschouwen zichzelf als de interne oppositie, en positioneren zich tegenover de Syrische Nationale Coalitie (SNC) die vanuit het buitenland opereert. Ze ijveren voor een einde aan het Assad-regime via vreedzaam verzet en dialoog. De SNC zet hen weg als de door het regime goedgekeurde oppositie, terwijl zij de SNC dan weer zien als de marionet van Saoedi-Arabië en het Westen, volgens Manna vijanden van democratie in Syrië.

Lees ook het tweede deel van dit interview, over Manna’s transformatie van gewapend militant tot pacifist, zijn leven als gedwongen balling in Parijs, zijn contacten binnen het Syrische regime, en onthullingen over de Franse en Amerikaanse diplomatie: ‘Ooit komt er een Syria Gate en dan zullen de Amerikanen en Europeanen hangen’.

Pieter Stockmans is freelance journalist. Hij realiseert een langlopend project over de Arabische wereld. Je kan hem volgen via facebook.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.