De Indiase Bina Agarwal over vrouwen en bos

Wereldwijd staan bossen onder druk, in India en Nepal is dat zeker niet anders. Professor Bina Agarwal onderzocht er het bosbehoud en kwam tot de conclusie dat vrouwen een grotere impact hebben dan gedacht. Ook in andere economische sectoren kunnen vrouwen een meerwaarde zijn, bewees de economiste. De Universiteit van Antwerpen beloonde haar baanbrekende werk op 7 april met een eredoctoraat.

  • Universiteit Antwerpen Universiteit Antwerpen

Professor Bina Agarwal onderzoekt al jaren de toestand van milieu en ontwikkeling. Haar werk over land, levensonderhoud, eigendomsrecht en vooral de plaats van vrouwen in politiek en economie, krijgt wereldwijde erkenning. Ook haar werk als directeur van het Insituut voor Economische Groei aan de universiteit van Delhi is vaak baanbrekend. Haar recentste boek over bos en vrouw (Green Governance and Gender: The Political Economy of Women’s Presence Within and Beyond Community Forestry’ (Oxford University Press, 2010)  beïnvloedde het beleid in onder meer India.

Bij uw eredoctoraat gaf u een lezing over uw meest recente boek over groen beleid en gender. U onderzocht de invloed van vrouwen op het bosbehoud in India en Nepal. Hebben vrouwen dan een andere aanpak?

‘Zeker. Vrouwen in de landelijke gebieden van India en Nepal hangen veel meer af van het bos dan mannen. Ze halen er onder meer brandhout, veevoeder en andere basisproducten uit. Mannen werken vaak in andere sectoren en gebruiken het bos voornamelijk voor hout om bijvoorbeeld het dak mee te herstellen. Vrouwen zijn dus dagelijks op het bos aangewezen, mannen slechts af en toe. Daarbij komt dat vrouwen zelden een inkomen halen uit eigen land of werk. Kunnen ze het bos niet meer in, dan zijn de gevolgen niet te overzien. Toch hebben ze amper inspraak in het bosbeleid.’

Vrouwen wel inspraak geven in het bosbeleid verbetert dat beleid, bewees uw studie. Hoe komt dat?

‘In de jaren negentig kregen veel gemeenschappen in India en Nepal het behoud van bossen in handen. De regering schoof de verantwoordelijkheid door. De dorpen richtten gemeenschapsinstituten voor bosbehoud (CFI’s) op. Iedereen kon daar deel van uitmaken maar het echte beslissingsorgaan, het uitvoerende bestuur (EC), bestond uit negen tot vijftien mannen. De besturen sloten bijvoorbeeld het bos helemaal of gedeeltelijk af voor mens en dier om zo overontginning tegen te gaan. Via patrouilles controleerden ze inbreuken op hun wetten. Vrouwen waren door hun grote afhankelijkheid van het bos de dupe van het beleid, maar daar spraken de bestuursraden niet over. ‘Vrouwenproblemen’ willen of durven mannen onder elkaar niet te bespreken.’

‘Wij onderzochten in 65 gemeenschappen in Gujarat (India) en in 70 gemeenschappen in het middelgebergte van Nepal wat er gebeurde als vrouwen wel een stem kregen in het bosbeleid. De invloed bleek positief, tenminste als er een kritische massa vrouwen van ongeveer 30 % aanwezig was. Hoe meer vrouwen in het beleid, hoe beter het ging met het bos. De voortplanting van soorten, dichtheid van begroeiïng en biodiversiteit verbeterden aanzienlijk. Volledig vrouwelijke besturen boekten zelfs een grotere vooruitgang. Ook aspecten als leeftijd spelen een rol. Oudere vrouwen brengen betere resultaten voort.’

Heeft u een verklaring voor deze positieve invloed van vrouwen op bosbehoud?

‘Hun verschil in bosgebruik zorgt ook voor een verschil in kennis. Dat zorgt voor andere ideeën op de tafel en andere beslissingen. Vrouwen in het bestuur kunnen de afgesproken regels ook beter communiceren naar andere vrouwen. De gemaakte regels zullen dus meer rekening houden met de noden van de vrouw én ze zullen door alle vrouwen beter gerespecteerd worden.’

Hoe ervoer u het contact met de lokale gemeenschappen in India en Nepal?

‘Als je aankomt in de kleine gemeenschappen stap je een andere wereld binnen. Vaak hoor je praten over de twee kanten van India of Nepal: de arme en de rijke. Maar ik heb meer kanten gezien, zoals de stedelijke en de landelijke. Meemaken hoe de mensen op het land met hun dagelijkse problemen omgaan, heeft mijn ogen geopend. Als ik thuis vrienden op bezoek krijg, koop ik mijn groenten in de winkel. Thuis zet ik het gasvuur aan en begin te koken. Voor ons is dat heel vanzelfsprekend, maar in die gemeenschappen koken de vrouwen vaak op houtvuren. In India moet ongeveer 65 procent van de vrouwen op zoek naar hout voor ze aan de maaltijd kunnen beginnen. In Nepal loopt dat cijfer op tot 90 procent. De inspanningen die geleverd worden om aan dat brandhout te geraken, zijn gigantisch en de rook schaadt de gezondheid van de vrouwen en hun jonge kinderen. Vrouwen in de besturen kunnen zorgen voor toegang tot het brandhout, wat op korte termijn van levensbelang is. Maar de overheden moeten dringend werk maken van schone kookenergie, zoals biogas.’

In de (lokale) overheden zetelt minstens een derde vrouwen, zoals de wet voorschrijft. Zorgen zij niet voor verbetering in de ecologische problemen of schone energie op het land?

‘Vrouwen zullen strenger toekijken op het uitvoeren van beslissingen. Geeft een vrouw de toestemming om een weg te bouwen, dan zal ze nagaan of de bouw wel correct verloopt.’

 

‘Helaas niet. Problemen van schone kookenergie en ontbossing worden gezien als vrouwenproblemen omdat ze voornamelijk vrouwen beïnvloeden. Huiselijk geweld valt ook onder die noemer. Als vrouwen verkozen worden in bijvoorbeeld het parlement, schuiven ze die problemen niet vanzelfsprekend naar voren. Een vaak gebruikt argument van de verkozenen is dat ze een kiesdistrict vertegenwoordigen en daar wonen ook mannen. Vrouwenproblemen zijn dus niet aan de orde. Toen bijvoorbeeld het waterprobleem een nationaal probleem werd, kwam het wel ter sprake in de overheden. Dat moet nu ook gebeuren met thema’s als schone energie en ontbossing, en op termijn eigenlijk met alle problemen. Daarvoor moeten de vrouwenbewegingen ijveren, zeker met oog op de verkiezingen van 2014. Niet enkel de aanwezigheid van vrouwen in het parlement kan het doel zijn, het gaat vooral om de thema’s die gebracht worden.’

Hoe kunnen vrouwen in de regering wel impact hebben?

‘Na het doorvoeren van de quota, werden plots meer dan een miljoen vrouwen verkozen. De impact was enorm maar verschilde naar gelang de regio. In Zuid-India zijn de vrouwen bijvoorbeeld mobieler, meer geletterd dan de vrouwen uit het noorden van het land. De sociale grenzen zijn er kleiner en vrouwen hebben meer arbeidskansen. Ze nemen actiever deel aan de maatschappij en hun impact is groter. Vandaag komen ook de vrouwen uit de achtergestelde regio’s vaker op de voorgrond, een positieve tendens.’

‘Algemeen verschilt hun besluitvorming en ze zullen strenger toekijken op het uitvoeren van de beslissingen. Geeft een vrouw de toestemming om een weg te bouwen, dan zal ze nagaan of de bouw wel correct verloopt.’

Feministische economie

U ontving al meerdere prijzen en titels voor uw werk als feministisch economist. Hoe belangrijk is die naam, of het concept, vandaag?

‘Het is enorm belangrijk en dat om verschillende redenen. Feministische economie biedt dat genderperspectief op de economie en zet verschillende zaken in de verf. De voortdurende ongelijkheid en discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt, in gezinnen en in de politiek wordt benadrukt. Daarnaast toont de feministische economie aan dat vrouwen nodig zijn om bredere doelen, zoals voedselzekerheid of natuurbehoud, te bereiken. Die problemen hebben een gendergelijke aanpak nodig om effectief opgelost te worden’

Zou er meer aandacht moeten zijn voor de rol van de vrouw in economisch onderzoek?

‘Zeker. Al zien we vandaag wel dat de interesse voor vrouwen in de economie stijgt bij een groep die de beperkingen van het heersende economisch systeem inziet. De feministische economisten wezen het huishoudmodel van de heersende strekking aan als één van de grootste beperkingen. Dat model ziet het gezin als één geheel, met dezelfde interesses en voorkeuren. Ook de ongelijke verdeling van bezit, taken en middelen wordt over het hoofd gezien. Nu komt er een alternatief op dat model naar voor: het collectieve huishoudmodel. Dat model houdt rekening met de verschillende interesses en voorkeuren van de gezinsleden én met het onderhandelingen tussen tussen man en vrouw. Dat onderhandelen zorgt voor de beslissingen over middelen of taken. De onderhandelingskracht van vrouwen hangt af van de toegang die ze hebben tot bijvoorbeeld land, eigendom en werk. Ook politiek speelt hierin een rol. Een regelgeving die vrouwen naar voor schuift op de arbeidsmarkt zal hun onderhandelingskracht verhogen.’

Kunnen vrouwen wereldwijd voor verandering zorgen in het economische landschap?

‘Uit mijn studies over bosbehoud nu en uit een oudere studie die ik deed naar agricultuur, bleek dat vrouwen voor grote, positieve veranderingen zorgen. Ook in Europa, voornamelijk in Scandinavië, gebeurde veel onderzoek naar het onderwerp. De resultaten waren gelijklopend: vrouwen veranderen de besturen op een positieve manier. Hun belangen liggen anders en dat brengen ze over naar het hele bedrijf. Maatregelen die bijvoorbeeld meer aanleunen bij het gezinsleven, komen ook de mannen ten goede. De bedrijfscultuur, de beslissingen of de tijdstippen van vergaderingen zullen ook aangepast worden als er een kritische massa van vrouwen in het bestuur aanwezig is.’

Kunnen quota helpen?

‘Quota invoeren in de overheid of in de landelijke gebieden is een andere zaak dan de quota opdringen aan de private sector. Maar zelfs zonder quota zien we steeds meer vrouwen aan de top. In mijn ogen telt trouwens niet enkel de numerieke aanwezigheid van vrouwen. Hun aanwezigheid moet effectief zijn. Die boodschap, dat vrouwen in het bestuur een positieve invloed hebben, dringt wereldwijd door. In India bijvoorbeeld deden de vrouwen aanvankelijk hun intrede in de politiek omdat de quota het voorschreven. Nu zijn er gebieden in India waar ook op de niet-voorbehouden plaatsen vrouwen zetelen. Ze hebben hun nut bewezen. Dat zien we ook in de rest van de wereld. Minstens een derde van vrouwen in de besturen zal zeker positief zijn, maar of dat via quota bereikt moet worden, is een open vraag.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.