Wereldbank wil meer aandacht voor crisisrisico’s

‘Denk aan het ondenkbare’

De Wereldbank focust in het World Development Report 2014 op strategieën om snel en gericht te reageren op toenemende risico’s, zoals natuurrampen, economische crises, ziekte en werkloosheid. MO* sprak met de hoofdauteur van het rapport, Inci Otker-Robe, en twee medeauteurs, Martin Melecky en César Caldéron over risico management, klimaatverandering, de financiële crisis en de toekomst van de euro.

  • Worldbank Een beeld van de cover van het World Development Report 2014, dat als titel 'Risk and opportunity: Managing risk for development' draagt. Worldbank

‘Denk aan het ondenkbare.’ Dat is de grote boodschap die in het Wereldontwikkelingsrapport 2014 naar voren komt. ‘In een onzekere wereld is voorbereiding essentieel om crisissen het hoofd te bizden,’ zegt Otker-Robe. Ze geeft het voorbeeld van de recente cycloon in India. Doordat de Indische staat bijna een half miljoen mensen evacueerde en hen veilig onderdak bood, was het aantal doden erg beperkt, vooral in vergelijking met voorbije natuurrampen in India. De voorbereidingskosten wegen niet op tegen de schadekosten en het menselijk verlies bij een slechte voorbereiding. Daarom geeft de Wereldbank, door middel van het rapport, een resem aanbevelingen. Ze hopen dat staten hier gehoor aan zullen geven.

Een van de aanbevelingen in het rapport is het opzetten van risicoraden, zowel op nationaal als op internationaal niveau. Die zouden zowel een adviserende als uitvoerende rol hebben. Wat zijn de vooruitzichten hiervoor?

Otker-Robe
: We denken dat het noodzakelijk is om te kijken naar de synergie en wisselwerkingen van risico’s. Sommige uitdagingen zijn echt verweven met elkaar. Het ene risico oplossen kan helpen bij het andere. Of een bepaald risico aanpakken kan nefaste gevolgen hebben voor een ander risico. Coördinatie is dus echt nodig en dat kan gebeuren in een risicoraad. We denken dat we landen kunnen overtuigen zo’n raad op te richten wanneer ze zien dat het werkt in andere landen. Nederland, Groot-Brittannië en Singapore hebben al een risicoraad. Andere landen, zoals Mexico, Marokko, Rwanda en Jamaica, zijn goed op weg. Ze boeken positieve resultaten.

Caldéran: We kunnen niemand dwingen. Wat het rapport wil doen is de mindset veranderen, een ‘goesting’ opwekken zodat leiders in gang schieten. Natuurlijk moeten de leiders wel hervormingsgezind ingesteld zijn om verandering teweeg te brengen.

Otker-Robe: Een internationale risicoraad zouden we graag doordrukken, maar is er voldoende draagvlak voor? Beleidsmakers worden niet graag verteld wat ze moeten doen, en verwijzen al snel naar het soevereiniteitsprincipe.

Natuurrampen komen steeds meer voor omwille van de klimaatverandering. Jullie advies aan landen is om een soort van ‘Coalition of the Willing’ op te starten. Hoe zien jullie dat precies?

Otker-Robe: We denken aan iets gelijkaardig als bij het Montreal protocol. Dat is het protocol om de ozonlaag te beschermen. Het initiatief begon tussen slechts 24 landen, of zoiets. Het was een echte ‘Coalition of the Willing’ op dat vlak. Die landen creëerden technologische en financiële prikkels die andere landen aan boord kregen. Indien de ontwikkelingslanden het protocol ondertekenden en ratificeerden kregen ze fondsen en technologieën van ontwikkelde landen. Dus dat gaf de armere landen een reden om mee te doen – want ze stellen zich altijd de vraag: ‘wat levert dat op voor mij?’

Het ideaal achter de financiering voor regelgeving die klimaatverandering tegengaat,  is dat de landen die het meest bijdragen tot klimaatverandering fondsen geven aan de ontwikkelingslanden die niet verantwoordelijk zijn voor het probleem, maar wel de ergste gevolgen dragen. Verschillende fondsen, bilateraal en multilateraal, worden gebruikt voor adaptatie en mitigatie uitgaven in de ontwikkelingslanden. Daarnaast helpen instellingen zoals de Wereldbank met leningen.

En wat met landen als de VS en China die niet door de financiële prikkel overtuigd worden? Zou er een soort van bestraffingmechanisme moeten komen?

Otker-Robe: We raden een soort van koolstofbelasting aan, een markt waar vraag en aanbod de prijs van CO2-emissies bepalen. China en sommige staten in de VS hebben een koolstofbelasting geïntroduceerd en nemen nog andere maatregelen om CO2-emissies te verlagen. Er is geen financiële prikkel in hun geval, maar ze doen het waarschijnlijk omdat ze kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. We proberen nu ook andere landen aan te sporen in hun voetsporen te treden.

Een andere uitdaging die jullie aanhalen in het rapport is een toenemende urbanisering.

Melecky: We wijzen op de risico’s en gevaren van urbanisering in de volgende decennia. Verstedelijking kan voornamelijk in regio’s die kwetsbaar zijn voor pandemieën en rampen, zoals kustgebieden, risico’s met zich meebrengen. Door het brengen van infrastructuur naar de dorpen, met name elektriciteit, en mensen daar toegang tot de markt te geven, kunnen we ervoor zorgen dat de migratie zich beter spreidt.

De financiële crisis en de toekomst van de euro

Ook ontwikkelde landen moeten beter leren omgaan met risico’s. Dat heeft de recente financiële crisis aangetoond. Wat zijn jullie aanbevelingen om in de toekomst beter voorbereid te zijn?

Otker-Robe: De hervormingen voor de banken die na de crisis doorgevoerd zijn, Basel III en andere, zijn sterk in lijn met wat wij aanraden in ons rapport. Ze trachten de financiële sector veerkrachtiger te maken door alle kennis samen te brengen en beschermingsmechanismen tegen het nemen van risico’s in te stellen.

Het grootste probleem van de financiële crisis was een inadequate regelgeving en daarom werden er buitensporige risico’s genomen door financiële instellingen. De hervormingen zijn er dan ook op gericht om die regelgeving en het adviserende kader van de financiële instellingen te versterken. Wanneer er een economische bloei is, moeten de banken zoveel mogelijk kapitaal en liquiditeiten opzijzetten die ze dan kunnen gebruiken in tijden van economische recessie. Er moet ook een overzichtscapaciteit zijn die de banken controleert. Bij meer ingewikkelde financiële transacties, is een sterker risicobeheer nodig.

Melecky: Basel III en Solvency II (de nieuwe regelgeving voor de verzekeraars) zijn er ook op gericht consumenten beter te beschermen. Denk maar aan de regulering die banken voortaan verhindert aanbodgedreven innovatie van financiële producten door te voeren voor zekere winst in plaats van aan de consument te denken. Dat is ook erg goed. Anderzijds, het blijft afwachten geblazen wat het effect van de hervormingen op ontwikkelingslanden zal zijn, in welke mate de hervormingen de ontwikkelingslanden zullen bijstaan in hun risicobeheer en het bereiken van hun ontwikkelingsdoelen. Dat is dan ook iets waarop we wijzen in ons rapport. We willen dat er een denkproces plaatsvindt over hoe we risicobeheer het beste combineren met financiële ontwikkeling.

Wat is de toekomst van de euro, volgens jullie? Indien de EU een flexibele wisselkoers had gehad, was de economische crisis voor de EU-landen niet zo erg geweest, zegt het rapport.

Otker-Robe: Het is moeilijk om te praten over de toekomst van de eurozone maar ik denk dat ons rapport aanbevelingen doet die nuttig zijn voor de EU en ander ontwikkelde landen. We zeggen niet dat alle landen naar een flexibele wisselkoers moeten gaan. Enerzijds zou dat wel helpen om schokken te absorberen, maar als je een vaste wisselkoers hebt, zelfs tot in het extreme zoals in de EU, kan dit nog altijd oké zijn indien de product- en arbeidsmarkt flexibel is. Dat is het grootste probleem van de Europese economieën: de product- en arbeidsmarkt is niet flexibel en daarom leden de EU-landen zo zwaar onder de schokken.

Caldéron: Ik denk ook dat een fiscale balans nodig is. Wanneer de Europeanen besloten de euro te adopteren, was dat omwille van bepaalde voordelen, zoals het verlagen van kosten bij onderlinge handel. Maar het nadelige van de euro is wel dat de landen geen onafhankelijk monetair beleid kunnen voeren op nationaal niveau. Daarom, wanneer je wilt dat de euro duurzaam is, moet je een fiscale autoriteit hebben met buffers die een land ondersteunen bij aanpassingen. Die fiscale autoriteit moet te werk gaan met anticyclische maatregelen (tegen de economische stroom in: besparen bij economische bloei, hoge uitgaven bij recessie).

De noodzaak om de zwaksten te beschermen

Otker-Robe: Die anticyclische maatregelen zijn niet alleen bedoeld om de economie te stimuleren, maar ook om de meest kwetsbare in een samenleving te beschermen. Ten tijde van recessie, wanneer de werkloosheid stijgt, is dat cruciaal.

Caldéron: Inderdaad. Vroeger, bij een economische crisis in de Oeso-landen, was er een sterke toename in staatsuitgaven voor de ouderen, de werklozen, de gezondheidszorg,… Dit zorgde ervoor dat de behoeftigen beschermd waren tegen de crisis. Bij de huidige crisis was dit onvoldoende het geval. Dit kwam omdat de buffers er niet waren en misschien ook omdat de schok zo groot was.

Otker-Robe: Dus dan sneuvelen heel noodzakelijke uitgaven zoals uitgaven op onderwijs en infrastructuur. Daardoor zijn er nu vele sociale spanningen in de EU-landen die het hardst geraakt zijn door de crisis – omdat er geen uitgaven gaan naar de meest kwetsbaren die het net het meest nodig hebben.

Het rapport prijst het Deense model ‘flexicurity’ dat een flexibele arbeidsmarkt combineert met een sterk sociaal vangnet. 

Otker-Robe: In het Deense model is er een grote flexibiliteit in aannemen en ontslagen dat ervoor zorgt dat de economie beter schokken kan absorberen. Daarbij, wanneer mensen hun job verliezen in de ene sector, vinden ze spoedig terug werk in een andere sector. En wat de Denen gedaan hebben is deze flexibele arbeidsmarkt te combineren met een heel sterk sociaal vangnet. Dus wanneer je tijdelijk werkloos bent, krijg je een werkloosheidskering en sociale bijstand totdat je een nieuwe baan vindt. Die vind je in Denemarken veel sneller in vergelijking met andere Europese landen.

Melecky: Dat is een probleem in de rest van Europa. Er is een echte exit uit de arbeidsmarkt omdat mensen het gewoon opgeven om een baan te zoeken. Bovendien zorgt het Deense model er ook voor dat mensen hun vaardigheden op minstens hetzelfde niveau houden en tijd nemen deze ook bij te schaven tijdens het zoeken van nieuw werk.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.