De stille tol van ondervoeding bij kinderen in Congo

Buiten is alles weelderig groen, maar in de ziekenhuistent van Artsen Zonder Grenzen in Zuid-Kivu liggen kinderen op sterven. Door de ondervoeding waaraan ze door jaren van oorlog en onveiligheid ten prooi gevallen zijn, lijden ze aan ziektes die perfect voorkomen kunnen worden.

Net toen ik van plan was naar huis te gaan, vroeg verpleger Steve of ik nog  een laatste patiëntje kon zien voor ik vertrok. Beatrice (niet haar echte naam) was twee jaar en zeven maanden toen ze aankwam op onze kinderafdeling in een ziekenhuistent in Kimbi Lulenge, in de Congo.  Eén blik op het kind in het flauwe licht van de enige gloeilamp in de tent en ik wist genoeg: nog een geval van malaria. Steve schudde het hoofd. “Non, docteur. C’est un nouveau cas de malnutrition” (“Nee dokter. Dit is een nieuw geval van ondervoeding”).

Ik voelde snel aan de voeten van het kind – ze waren ijskoud. Bovendien had Beatrice niet meer het volle, guitige gezicht van een gezond kind, maar de ingevallen wangen en uitstekende jukbeenderen die alleen maar op ziekte kunnen wijzen. Ze was alert, maar stil. Een veelzeggend contrast met de huilende kinderen in de rest van de tent. Ik zag een glimp van angst in haar waterige ogen, die steeds doffer werden terwijl ze leek weg te glijden.

Ik tilde de katoenen doek voorzichtig op. Door de ondervoeding begon haar huid te schilferen en zaten er open zweren op haar armen, benen en borst. Ze protesteerde zelfs niet toen we een infuus aanbrachten.

De verplegers schoten in actie. Ze gaven haar glucose tegen een lage suikerspiegel, en via het infuus kreeg ze antibiotica tegen infecties. Ze raadden haar moeder aan om haar warm te houden, aangezien veel van dit soort kinderen ‘s nachts aan onderkoeling sterven. We begonnen voorzichtig met het toedienen van vocht en het geven van eten : te weinig en het kind raakt uitgedroogd en in shock, te veel en het kind sterft aan hartfalen.

Een ondervoed kind behandelen is niet eenvoudig. Het is geen kwestie van gewoon wat pindapasta en bekers melk aanreiken als een kind zoals Beatrice onze tent binnenkomt op de rug van haar moeder, na een dagreis te voet of – als ze geluk heeft – achter op de motor van een familielid over de verraderlijke zandwegen.

Beatrice had intensieve zorg nodig, het soort waarbij een verpleegkundige aan het voeteinde van het bed zit en elk uur haar temperatuur en vitale functies checkt; die helpt de moeder voor te bereiden op de full time ‘baan’ om haar kind te voeden, en die de wonden verzorgt die eruit zien alsof het brandwonden zijn.

Zo’n noodsituatie in een omgeving vol gebrek doet denken aan het werk van de Britse arts Julian Tudor Hart. In de jaren ‘60 deed hij pionierswerk met de medische  zorg die hij aan de armen in het dorpje Glyncorrwg bood, in Wales. Vanuit zijn ervaringen ontwikkelde hij de ‘inverse care law’: waar de behoefte aan goede medische zorg het grootst is, is het aanbod het kleinst en omgekeerd.

Het therapeutische voedingscentrum voor interne patiënten (een groots klinkende naam, afgekort met ITFC) is mijn favoriete ‘stukje’ ziekenhuis. In een aparte tent zie je kleine kinderen die heel veel tégen hebben, maar die geleidelijk gewicht winnen, weer gaan lachen en met hun ouders gaan spelen. Met het extra personeel dat we hebben aangeworven, kan onze zorg niet gerichter en intensiever zijn, gegeven de beperkte middelen die we hebben.

Beatrice kwam jammer genoeg aan voordat ons ITFC was ingericht. Die nacht waren er maar twee uitgeputte verpleegkundigen op onze kinderafdeling. Het was regenseizoen, dus er waren veel gevallen van malaria en het was erg druk.

Beatrice kwam aan toen buiten het licht vervaagde; ze was toen al erg ziek. Steve legde haar eerst voorzichtig heel dicht tegen haar moeder aan zodat ze warm zou blijven en hield de hoeveelheid vocht die ze kreeg toegediend goed in de gaten. Daarna begon hij haar eten te geven. Hij verzorgde haar huid en toen ze moeite kreeg met ademen, legde hij haar aan de enige zuurstofconcentrator van het ziekenhuis, het hoogste niveau van zorg dat we de ziekste kinderen kunnen geven.

Toen ik de volgende ochtend aan haar bed geroepen werd, was haar hartje al gestopt. De angst in haar ogen was verdwenen.

De moeder van Beatrice snikte toen we haar dochter in de groene katoenen doek wikkelden waarin ze was aangekomen. Haar vader tilde haar zonder enige fysieke moeite op en verliet het ziekenhuis, zijn gezicht bewegingloos. Haar moeder liep huilend achter hem aan en moest nu en dan op de zandweg halt houden terwijl ze ineenkromp van verdriet. Een oudere man met om zijn linkerpols een armband van het Rode Kruis, die de andere richting uitging, stapte van zijn fiets en gaf het gezin een plechtige groet.

De media zijn niet erg bezig met ondervoeding in Congo, omdat het land niet past in het wat stoffige clichébeeld dat er van ondervoeding bestaat. Ik verblijf in het overweldigend groene en vruchtbare oosten van het land, maar na jaren van oorlog, onveiligheid en economische ineenstorting zijn alle kinderen in onze tent wel ondervoed. Het is deze onderliggende zwakte die bepaalt hoe kinderen reageren op de besmettelijke ziekten die hen maar al te vaak het leven kosten.

Naar schatting 9,7 miljoen kinderen jonger dan vijf sterven dit jaar aan ziekten die eigenlijk gewoon voorkomen kunnen worden. In ongeveer de helft van de gevallen speelt ondervoeding hierbij een belangrijke rol. Maar wat betekenen die cijfers eigenlijk?

Ze betekenen dat een klein, fragiel meisje als Beatrice, innig geliefd  door haar ouders, ons net zo stil heeft verlaten als ze gekomen is.

Chris Bird

(deze blogpost verscheen eerder op de website van The Guardian)

Chris Bird is kinderarts en hulpverlener voor Artsen Zonder Grenzen. Hij blogt vanuit een ziekenhuis in Lulimba, een klein stadje in Congo. Voor hij geneeskunde begon te studeren, was Chris journalist die vanuit de voormalige Sovjet-Unie en Joegoslavië verslag uitbracht.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.