Himalaya

In het begin van de tijden was het heelal onmetelijk, zwart en zonder structuur. Toen trilde de klank ‘om’ door de chaos en creëerde het universum. India, de geboortegrond van de Boeddha, dreef doelloos als een reusachtig vlot in de onmetelijke zee.
In de warme waters rondom het grote eiland bloeiden koraalriffen, woning en schuilplaats van vissen, schelpdieren en zeesterren.
Ongestoord volgden hun levens eeuwenlang eenzelfde kringloop.
Toen borrelden onkenbare krachten op uit de kern van de aarde.
Waar zee was, stuwde land naar boven, en het land ruimde plaats voor de zee.
De botsing tussen het eiland India en het vasteland was zo hevig dat het heelal vervuld was van oorverdovend gekraak, van het geluid van de ene laag rotsen die over de andere schoof.
Rivieren ontstonden als fonteinen, bergpieken tekenden zich scherp en puntig af tegen de blauwe hemel.
De zeewezens werden verrast en versteenden van angst.
Op de toppen van de Himalaya, duizenden meter hoog, vinden de mensen nog steeds de fossiele overblijfselen van een verleden dat zich voltrok op de bodem van de oceaan.
Zo stel ik me het ontstaan van het Himalayagebergte voor, lang geleden, nog voor de bergtoppen namen zouden krijgen.
Sir George Everest bracht als ‘surveyor general’ de Britse kolonie India in kaart en gaf zijn naam aan de hoogste berg ter wereld, die in het Nepalees Sagarmatha heet, of Chomolungma in het Tibetaans. Van politieke grenzen trekken de bergen zich niets aan – je merkt niet dat de Kanchenjunga op de grens van Nepal en de Indiase deelstaat Sikkim ligt, de K2 op de grens van Tibet en Pakistan, de Kula Kangri op de grens van Tibet en Bhutan.
25 jaar geleden is het, dat wij voor het laatst in Nepal waren. Naar menselijke normen kan je dat ook ‘lang geleden’ noemen, maar dat ‘lang geleden’ is van een heel andere orde.
Nu vrijdag stap ik om half tien op het vliegtuig, dat me via Abu Dhabi naar Kathmandu zal brengen. Ik vlieg op vele vleugels: m’n familie, m’n vrienden, m’n school.
Dit keer ga ik niet gewoon ‘op reis’, ik word uitgenodigd! In Kathmandu word ik opgewacht door Teeka Bhattarai, onze Nepalese vriend en initiatiefnemer van het ‘Centre for Educational Policies and Practices Nepal’, en door Barbara Kosiol, onze Berlijnse vriendin die we in 1983 in India voor het eerst ontmoetten.
Twee weken lang gaan we er luisteren en discussiëren, leraren en ouders ontmoeten, community development projects bezoeken en documenteren, prospectie doen naar scholen die willen meestappen in een project voor kindvriendelijker onderwijs. Een tocht die ons van de drukte van de hoofdstad zal brengen naar de warmte van Makwanpur, in de Mahabharat Hills, net boven de laagvlakte Terai, naar de eenzaamheid van Rasuwa, op weg naar het Langtanggebied in de hoge Himalaya.
Hoe lang is die tocht nu al voorbereid?
Zes weken, sedert ik een ticket boekte.
Een jaar, want vorig jaar studeerde Teeka pedagogie in Leuven, en toen discussieerden we honderduit op weg naar de informatiedagen in het project Grenzeloos van onze school, Sint Vincentius Gijzegem.
25 jaar, want sedert we in Nepal reisden en als vrijwilligers werkten, hebben we het contact met het land nooit verloren…
“Mevrouw, mogen we je knuffels en babykleertjes meegeven?” vragen de leerlingen van m’n laatstejaars Sociale en Technische Wetenschappen. Ik vraag het aan Teeka en vertel hen dan dat de Nepalezen dat helemaal niet willen, ze willen geen ‘ontwikkelingshulp’, maar ‘exchange’, uitwisseling.
We overleggen en kiezen uiteindelijk twee werkwijzen uit: 
  • self-documentation (6 STWa): de leerlingen maken foto’s van zichzelf en van wat zij belangrijk vinden, daar schrijven ze korte Engelse tekstjes bij. Het is de bedoeling dat Nepalese leerlingen hetzelfde doen en dat we die informatie uitwisselen. Eenvoudig zal dat niet zijn, want als ik naar Nepal mail, blijkt dat er in Rasuwa misschien geen computer is, en of er in de dorpen rond Rasuwa elektriciteit is, is onwaarschijnlijk.
  • designing a board game (6 STWb): na veel overleg ontwerpen we een ganzenbord. Dat ganzenbord moet aan een aantal eisen voldoen: het is groot, kleurrijk en aantrekkelijk, want dat spreekt de kinderen aan. We maken het van stof, want dat is duurzamer en kan gemakkelijk meegenomen worden. We stellen vragen op over de Nepalese cultuur en vertellen ook iets over onze eigen cultuur. Het hele proces documenteren we met foto’s en bandopnames, want dat vragen de initiatiefnemers van het Nepalese onderwijsproject ook: concrete informatie over hoe het onderwijssysteem in België werkt.

6 Wetenschappen-Wiskunde  kiest ook voor verschillende initiatieven rond ‘self-documentation’.
We vormen vier groepen, en elke groep kiest een verschillende werkvorm.
Uiteindelijk zullen we komen tot een (Engelstalige)documentaire over het schoolleven; een powerpointvoorstelling ‘Een dag uit het leven van…’, met foto’s en onderschriften;
een opname van Engelse kinderliedjes, met foto’s over hoe je zo’n liedjes zou kunnen aanleren; een filmpje met korte sketches over wat leerlingen al dan niet appreciëren in het onderwijs. Documenten die zullen gebruikt worden op vormingsmomenten voor Nepalese leraren.
Mijn twee klassen 5 STW willen ook iets doen, maar om inhoudelijk sterke werkvormen te begeleiden, word ik te moe. Mijn hart is in twee plaatsen tegelijk, in Nepal en in Vlaanderen, maar het gewone leven gaat ook door, en ik voel dat ik mijn grenzen aan het aftasten ben.
Ik spreek met hen af dat we iets eenvoudig zullen doen – volgend jaar maken we het groter, want ik hoop dat dit initiatief een lang leven krijgt…
Vandaag zullen we kleine prentenboekjes maken, met foto’s die dicht liggen bij het leven van Nepalese kinderen – gewone dingen: dieren, landschappen, foto’s uit reisbrochures over Nepal en India. We maken vingerpoppetjes voor de kleuters.
Niets is vanzelfsprekend: we ervaren hoe voorzichtig we moeten zijn met het kiezen van foto’s. Zonder informatie over Nepal kunnen we het niet, en er wordt druk gegoogled.
Het initiatief deint zachtjes uit, zoals rimpels in het water als je er een steentje in gooit.
Mensen stellen vragen, tonen interesse – zonder de hulp en de aanmoediging van collega’s is het opzet niet realiseerbaar. Over de middag geef ik een kort informatiemoment en er komen een twintigtal collega’s luisteren – onder hen het hele directieteam (vier mensen)!
Aan de ingang van de school hangen gebedsvlaggetjes, een kleurrijk symbool….
Er zindert iets door de gangen in Gijzegem…
Donderdag zendt de schoolradio een special rond Nepal uit, maar dan ben ik al niet meer op school, dan ben ik aan het inpakken.
Een digitale camera (nieuw), audio-apparatuur voor interviews (nieuw), usb-sticks om alle informatie op te slaan (nieuw), didactisch materiaal voor Nepal (nieuw en gemaakt door de leerlingen), stapschoenen (al ingelopen), een warme slaapzak (want de nachten zijn koud), lichte kleren (overdag is het tussen 25 en 35 graden), foto’s van thuis, kleine cadeautjes voor Teeka en Barbara.
Namaste,  Nepal!
Tekst: Carine Verleye / Foto: Barbara Kosiol

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.