Is er leven na Srebrenica?

(Over)leven met trauma na Srebrenica en andere bloedbaden.

Een ode aan de slachtoffers van gekende en ongekende genocides.

  • © Jasmin Tabaković Begraafplaats in Potočari 3 juli 2015. © Jasmin Tabaković
  • © Jasmin Tabaković De hoofdkwartier van de Un Dutchbat destijds. Aan de overkant staat nu de begraafplaats 3 juli 2015. © Jasmin Tabaković

Wandelend onder de schroeiende zon vanuit Srebrenica naar Potočari, waar zaterdag 11 juli de twintigste herdenking van de genocide van 1995 plaatsvond, deed me denken aan een gedicht van Yehuda Amichai.

The air over Jerusalem is saturated with prayers and dreams. Like the air over industrial cities, it’s hard to breath.’

Vervang enkel het woord Jerusalem door Srebrenica en je krijgt een beeld van de onuitstaanbare atmosfeer ter plekke. De lucht is er niet enkel bezaaid met smeekbeden om verloren familieleden, als er al iemand overgebleven is om nog te bidden, maar ook door een inktzwarte smog van politieke manipulaties en leugens.

‘De chaos van gedachtes hadden een ondertoon van zinloosheid.’

Naarmate ik dichter bij de begraafplaats kwam, werd de massa mensen steeds groter. De koranrecitaties namen steeds toe in volume, alsook de slogans op T-shirts om zoiets nooit meer te laten gebeuren.

De chaos van gedachtes die door mij heen gingen hadden een ondertoon van zinloosheid. Hoe kan het dat mensen elkaar zoiets aandoen; wat drijft iemand ertoe om de mens in de andere niet in te zien; hoe (over)leef je met een constante existentiële pijn?

Inderdaad, er zijn een resem theorieën die daar een antwoord op trachten te geven, maar op dat moment leken ze allemaal even zinloos. Het kwaad kan dan wel banaal zijn, maar dat voorkomt niet dat het geschied. Het heeft niet kunnen voorkomen dat meer dan achtduizend mensen daar hun leven lieten – het exacte aantal is niet gekend. Het heeft ook niet kunnen voorkomen dat meer dan een miljoen individuen binnen en buiten het land verdrongen zijn, waaronder mijn familie.

Erkend worden in jouw pijn

Binnen op de begraafplaats zag ik een vreemde mengelmoes van aanwezigen; familieleden, sympathisanten, politici, toeristen, journalisten, et cetera. Dat zorgde ervoor dat de herdenking een ambigu gevoel bij mij losweekte.

Was het echt nodig om te liggen pronken met verschillende nationale vlaggen op een plaats waar etnisch geweld zijn meest brutale kant toonde? Was het nodig dat de vicepremier van Servië, Aleksandar Vučić, zijn ‘respect’ kwam betuigen terwijl hij kost wat kost het woord genocide vermijdt en berucht staat voor zijn uitspraak ‘dood één Serviër en wij zullen 100 Moslims vermoorden’? Was het evenals nodig om Vučić te belagen op deze tragische plek?

De befaamde Andere kan zo te zien niet lijden.

Zo kan ik nog talloze vragen stellen over het gebruik en misbruik van de herdenking. Om het in de woorden van een Moeder van Srebrenica te zeggen: ‘Ik wil dat de rest eerlijk is en toegeeft dat het hier gaat om een ongrijpbare pijn en om een genocide. Ik wil mijn familieleden kunnen begraven. Ik begrijp dat de mensen boos zijn op Vučić en dat ze hun emoties op deze manier uitten maar dat brengt ons niet verder. Ik wil erkend worden in mijn pijn en verlies.’

Die erkenning van menselijk lijden lijkt vandaag verder dan ooit. Hiermee verwijs in niet naar de internationale instanties die de genocide erkend en veroordeeld hebben. Het is veeleer een verwijzing naar de huidige situatie in Bosnië en Herzegovina waar het lijkt alsof je empathie voor het lijden van de andere beperkt is door je etnonationalistisch behoren.

De befaamde Andere - de keuze is tussen de drie zogenaamde constitutieve volkeren: Bosniak, Serviër en Kroaat - kan zo te zien niet lijden. Begrijp me niet verkeerd, ik bedoel hiermee niet dat iedereen even schuldig is aan de oorlog en dat alles goed komt als we samen, hand in hand, sorry zeggen.

Ik wil enkel beklemtonen dat erkend worden in je pijn op verschillende niveaus dient te gebeuren en dat in Bosnië en Herzegovina zulke toenaderingen amper gebeuren. Hierbij is de verdeel-en-heersattitude van de dominante politieke elite – in 1995 door het Dayton vredesakkoord opgedeeld in drie etnonationalistische klassen – van cruciaal belang.

© Jasmin Tabaković
De hoofdkwartier van de Un Dutchbat destijds. Aan de overkant staat nu de begraafplaats 3 juli 2015.
© Jasmin Tabaković

Post-oorlog?

Er is veel geschreven over Srebrenica en de oorlog in Bosnië en Herzegovina tussen 1992 en 1995. Problematisch hierbij is de vaak voorkomende veronderstelling dat een oorlog stopt zodra de wapens worden neergelegd.

Dit strookt helaas niet met het leven van de meeste mensen. Je moet nog maar de tv opzetten en al gauw zal er wel iets over de oorlog gezegd worden. Boven bijna alle gesprekken die je voert hangt een donkergrijze oorlogswolk. Wandel door de straten en de littekens op de gebouwen en de kraters van de granaatinslagen in de wegen voeren je zo terug naar een triest verleden.

Boven bijna alle gesprekken die je voert hangt een donkergrijze oorlogswolk.

Op mijn terugweg van Potočari naar Srebrenica kreeg ik een lift van Alen. Hij leeft in Srebrenica en zijn verhaal is representatief voor de huidige impasse.

Als twintiger kan hij geen werk vinden en ziet hij geen hoopvolle toekomst voor zijn land. Hij is kritisch voor de politici die het steeds weer hebben over etnische opdelingen en niets doen aan de economische situatie in het land.

Voor Alen is de oorlog nog steeds gaande, maar dan onder een andere noemer. Het perverse hiervan is dat de machtigen nu hun oorlogen in vrede kunnen voeren terwijl de meerderheid in een existentiële oorlog leeft; een strijd om voldoende voeding, educatie, identificatie, …

Een aantal dagen na de herdenking is het terug heel stil in Srebrenica en omstreken. Het leven gaat terug haar normale gang; familieleden zijn nog steeds op zoek naar overledenen, jongeren hangen werkloos rond in cafés en op het centrale plein, politici spuwen nog steeds haat naar de Andere en de mensen papagaaien na. Oorlog heerst.

Terwijl de wereld in de ban is van nieuwe conflicten, is dit conflict nog lang niet voorbij. Srebrenica staat in ons collectief geheugen gegrift – of beter, we denken er nog eens aan rond 11 juli – maar hoe zit het met de andere genocides?

Zit er een limiet op wat we kunnen en willen herdenken? Op dit moment valt er niets meer te zeggen. Geen woord kan nog iets zinnigs toevoegen om de pijn te verminderen.

Respect betuig je in stilte…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.