De finale strijd met de bureaucratie van de blokkade

Eindelijk bevrijdend antwoord van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: “Ik heb intussen ook contact gehad met MO Magazine. Contacteer morgen de ambassade.”

1 november: gespendeerd geduld

Eindelijk bevrijdend antwoord van het Ministerie van Buitenlandse Zaken: “Ik heb intussen ook contact gehad met MO Magazine. Contacteer morgen de ambassade.”

De volgende dag sprint ik huppelend naar de ambassade, want… ik ga mijn papierwerk ophalen! Klokslag 9u: “Iedereen is in vergadering, mevrouw, ook de persoon die de mails verdeeld. Ik heb nog niets ontvangen in mijn inbox, dus u zult moeten wachten.”

Na negen dagen uitsluitend wachten, krijg ik een venijnige kramp in mijn zij bij het horen van dat woord en ben ik instant en eminent ongeduldig. Ik volg het voorbeeld van mijn omgeving en probeer het wachten te vergeten door een boek te lezen. Drie kwartier later is er nog steeds geen nieuws. Er valt niemand te bespeuren achter de glazen balustrade. Ik luid de bel opdat ik iemand kan spreken. Niemand. Een 2e keer. Niemand. Bij de derde keer verschijnt een stijve krullenbol op haastig klakkende schoenen. “U moet wachten, heb ik gezegd!” Ik wil haar uitleggen dat er een simpele oplossing is, waarbij we allebei enkel voordeel hebben. We kunnen namelijk bellen naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken en dan kan die brief nogmaals rechtstreeks aan haar verstuurd worden. Aangezien de veiligheidsbeambte mijn telefoon geconfisqueerd heeft, ben ik afhankelijk van haar goodwill, maar dat is samen met haar vriendelijkheid opgeslokt daar haar ochtendhumeur denk ik. “Er wordt hier naar niemand gebeld! U zal moeten wachten totdat iedereen uit vergadering is. Ik heb het u net nog uitgelegd.” Haastig leg ik uit dat ik geen tijd heb om te wachten omdat de grens vanaf morgen tot 9 november exclusief open is voor pelgrims die vanuit Gaza vertrekken en dat één telefoontje langdurig zinloos wachten kan voorkomen. Ze snauwt: “Ja mevrouw, er zijn hier veel dringende zaken. U bent hier niet alleen hoor! Er wordt naar niemand gebeld. Geduld. En wachten.”

Ik doe mijn beklag bij mijn buurvrouw, die solidair meewacht, al meer dan zes maanden, om toestemming te krijgen om te trouwen met haar Egyptische vriend. Romantisch.

Het is heerlijk weer buiten, maar hierbinnen blaast de airco wintertemperaturen, waarvan ik een week later nog verkouden zal zijn. Ik heb al twee magazines uit en mijn horloge vertelt me dat ik hier al twee uur zit. Deze keer verschijnt een vriendelijk figuur naast me dat wel weet hoe een telefoon werkt. Naar de Belgische ambassade, naar het Egyptisch Ministerie van Buitenlandse Zaken en naar de Palestijnse Autoriteit.Om 12u30 word ik verlost uit mijn koud wachten. Het is 2 november en de Belgische autoriteiten hebben verlengd weekend. Ze kan de nodige personen niet contacteren, maar de grens zou normaliter moeten open zijn in beide richtingen. Nog twee dagen voor het weekend hier weer begint, dat mogelijks een volgende tweedaagse vertraging kan betekenen.

4 november: één binnen, nog één te gaan!

In Brussel valt de finale beslissing vanavond om 18u. Ik bel en ben ondertussen gespannen, maar … de toelating is erdoor gekomen!

5 november: bureucratische impasse

Het is vrijdagmiddag en ik wandel de ambassade buiten met een document waarin verklaard wordt dat ik, een Belgisch burger, op eigen risico naar de Gazastrook wens te reizen. De ambassadeur lijkt het beleid te willen verantwoorden terwijl hij zich gelijktijdig verontschuldigd. Hij laat het zich ontsnappen dat het waarschijnlijk, misschien, een politieke fout is dat Europa Hamas niet erkend en dat er daardoor geen diplomatieke relaties mogelijk zijn. Ik uit nogmaals mijn bedenkingen en mijn hoop dat dit een precedent heeft geschept in het voordeel van journalisten.

Het perskantoor is helaas gesloten, het is vrijdag, zondag dus.

6 november: insh’Allah

Hoewel ik bijna euforisch aan mijn dag begin, keer ik in de late namiddag teleurgesteld en wanhopend terug van een kale oogst. Ettelijke telefoontjes en twee persoonlijke bezoeken later, bleek dat de Egyptische muchabarat (geheime intelligentie) nog zijn zegen moet geven. “Mumkin bukra, insh’Allah”. Insh’Allah, vrij te vertalen als “Als het God belieft”, wordt gebruikt na alles wat wenselijk is. In de praktijk wil het zoveel zeggen als “misschien wel, misschien niet”…

7 november: richting Al-Arish

Ik geef optimisme op. Ik ga naar de persdienst, maar heb me voorgenomen om niets meer te verwachten. Omgekeerde psychologie werkt: bij het derde telefoontje krijg ik een knipoog en een omhoog gestoken duim!

EIN-DE-LIJK!

Ik boek mijn busreis naar Al-Arish en slaap ’s avonds naast de zee, ver weg van de verdrukkende drukte van Caïro, op een boogscheut van Rafah…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.