Afrikaanse renaissance

Het grootste monument van Afrika moest en zou in Dakar komen. Het werd vooral een symbool van de regeerstijl van Abdoulaye Wade

Zodra je uit het vliegtuig stapt in Dakar wordt je oog aangetrokken door een ongewone vorm aan de westelijke horizon: het silhouet van een gigantisch beeldhouwwerk, ontsproten aan de geest van de onlangs weggestemde president Abdoulaye Wade.

Indrukwekkend is het beeld zeker wel! Gebouwd op één van de twee vulkanische heuvels “Les Mamelles” in het overigens vlakke landschap van Dakar is de zichtbaarheid verzekerd. Bovendien is het beeld zelf 52 meter hoog, dat is 6 meter hoger dan het Vrijheidsstandbeeld in New York. Daardoor valt het meer op dan de vuurtoren op de andere, nochtans hogere Mamelle. Maar vooral, het getuigt van de “ik-wil-de-grootste-hebben”-mentaliteit van zijn bedenker.

Twee jaar lang heeft een gespecialiseerd Noord-Koreaans bedrijf gewerkt aan het bronzen gevaarte. De inhuldiging vond plaats op 3 april 2010, in het kader van de feestelijkheden voor de 50ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Senegal.

Het monument stond van bij het begin bol van de controverses, die zonder enige twijfel hebben bijgedragen tot de afkalving van de populaire achterban van Wade. Waar de Senegalees het meest mee in de maag zat, is dat het ding 28 miljoen dollar heeft gekost op een ogenblik dat de voedselprijzen de pan uitrezen. Dat was een geschenk op een gouden dienblad voor de oppositie. Alsof dat niet volstond liet Wade bovendien weten dat hij 35% van de opbrengsten van de betalende bezoekers voor zichzelf claimde als vergoeding voor zijn intellectueel eigendomsrecht. Om daar ook effectief voor te zorgen wou hij zijn zoon als voorzitter van de raad van beheer van het monument aanstellen.

Kritiek kwam er ook op de keuze van de aannemer: een monument dat HET symbool van Afrikaanse veerkracht zou moeten worden kon toch niet gebouwd worden door een bedrijf uit een Aziatische dictatuur? Maar ook over de figuren zelf werden de gemoederen verhit. De stijl van het monument roept onvermijdelijk reminiscenties op aan de heteronome kunstvormen uit de tijd van Stalin. In het overwegend Moslimland namen velen aanstoot aan de schaars geklede figuren (en dan werd het kleedje van de vrouw al verlengd ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp van Pierre Goudiaby). Anderen vonden de lichaamsvormen niet bepaald Afrikaans. De Imams keurden het beeld af als een voorbeeld van idolatrie. Waarop Wade boos een vergelijking trok met de beelden van Christus in de kerken: “die willen de Imams toch ook niet bestrijden, terwijl mensen die beelden van Christus, die God niet is, juist wel aanbidden”. Kort daarna kon hij niet anders dan zijn excuses aanbidden aan de christelijke minderheid onder de Senegalese burgers (6%).

Ik koop een toegangskaartje voor het monument. Dat kost me 6.500 FCFA (bijna 10 €), omdat ik geen resident ben. Voor Senegalezen (1.000 FCFA) en residenten (3.000 FCFA) is het een stuk goedkoper.

Het zicht is adembenemend. De kustlijn, het stadscentrum, de luchthaven ontrollen zich beeldig in het zachte namiddaglicht. Net als in het Vrijheidsstandbeeld kan je tot in de haarband van de mannelijke figuur met een lift. Nooit zulke groezelige ruiten gezien. De betovering van het uitzicht gaat er grotendeels door verloren. Blijkbaar heeft nooit iemand stilgestaan bij de noodzaak om ruiten op dergelijk uitkijkpunt goed proper te houden. Misschien geraken ze er zelfs langs de buitenkant niet meer bij…

Ik keer dan maar terug naar de exporuimte, waar geen mens te bespeuren valt. Een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van Afrika in drie talen trekt mijn aandacht. Ik val van de ene verbazing in de andere en leer ontzettend veel bij over de alomtegenwoordige greep van Afrikanen op het hele wereldgebeuren.

Dat Cleopatra volgens sommigen zwart was, is niet nieuw voor mij. De verdedigers van het Afrocentrisme claimen dit al een tijdje. Hier wordt het voorgesteld als een feit.

“Jezus Christus is geboren uit een bevolking met een donkere teint. Muntstukken uit die tijd tonen aan dat hij het uiterlijk had van een zwarte mesties”, lees ik verderop.

Drie Pauzen waren zwart: Victor I (189-199), Miltiades (311-314) en Gélasius I (492-496). Als ik het nakijk op internet blijken ze wel degelijk uit Noord-Afrika afkomstig te zijn, maar de tentoonstelling legt duidelijk de nadruk op hun zwarte huidskleur, die niet bevestigd wordt door de afbeeldingen die ik er van vond.

Ik leer hoe vóór de tiende eeuw de bevolking van drie provincies van Schotland zwart was.

De Malinese keizer Abu Bakar stak in het begin van de veertiende eeuw al de Atlantische Oceaan over. Daardoor zijn er in de pre-Colombiaanse kunst van Zuid-Amerika zoveel sporen van Afrikaans cultureel erfgoed terug te vinden, volgens de tentoonstelling. Vanuit Oost-Afrika werden in de Middeleeuwen giraffen en olifanten uitgevoerd naar Indië en China met een mtepe (meer geavanceerde boten dan de Spaanse karvelen). Zelfs het Boeddhisme zou geïnspireerd zijn door Afrikaans gedachtegoed.

Mijn hoofd duizelt na de snelle lectuur van de tentoonstellingspanelen. Het gevoel dat blijft hangen, is dat de bezoeker moet worden ingepeperd hoe belangrijk de bijdrage van de zwarte mens aan de geschiedenis is, niet zozeer de Afrikaanse mens. Alsof de tijdslijn geschreven is vanuit de wonden die rassendiscriminatie bij vele Afrikanen heeft geslagen, en daardoor wel erg ver gaat in een krampachtige poging om de gelijkwaardigheid en het genie van de zwarte mens te bewijzen.

Alsof dat nog nodig was. De ruïnes van Zimbabwe uit de veertiende eeuw getuigen van urbane architectuur van hoog niveau. De oudste bewijzen van het wiskundig vermogen van de mens zijn gevonden op een 20.000 jaar oude bavianenbeentje in Ishango, aan de oevers van het Edwardmeer in het huidige Congo. De geschriften van Leo Africanus uit 1550 getuigen van het grote belang van Timboektoe als intellectueel centrum, wat onlangs opnieuw in de belangstelling kwam bij de bezetting van de stad door rebellen: de vele oude manuscripten dreigen verloren te gaan. In Leuven raakte ik geïntrigeerd door de beeltenis van een Afrikaanse vrouw in de voorgevel van café-restaurant “Het Moorinneken” op de Grote Markt.

Maar uiteindelijk komt de grootste eer van allemaal toe aan Afrika omdat het de wieg van de hele mensheid is. In oorsprong zijn we allemaal Afrikanen, dat bewijst het DNA in onze genen. Als er een wetenschappelijk feit is dat objectief kon worden vastgelegd, is het wel dit: het genetisch materiaal van niet-Afrikanen is voor één tot vier procent afkomstig van Neanderthalers. Die vaststelling dateert echter van na de inhuldiging van het monument in Dakar. Ik vraag me af welke conclusies de makers van de tijdlijn in het monument daar zouden hebben aan gekoppeld.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.