Chauffeur-president

President Kabila van de D.R.Congo maakt een grote rondreis in het Oosten van het land aan het stuur van zijn terreinwagen.

Op terugweg vanuit het Zuiden na verschillende weken van veldbezoeken hield ik een nachtje halt in Goma. De vlucht van Goma naar Butembo vertrok de dag erop om 11 uur ’s ochtends, dus dat is niet in één dag te combineren met de boot vanuit het eiland Idjwi.

Eerst was het nog spannend of we wel een hotelkamer zouden kunnen vinden. President Kabila was op reis in het Oosten van Congo, en zijn onwaarschijnlijk groot veelkoppig gevolg was alvast in de stad neergestreken ook al was hijzelf nog een kilometer of 400 meer noordwaarts gesignaleerd. Gelukkig waren er nog net enkele kamers vrij voor juist één nachtje nog. Het hotel was veranderd in een belegerde burcht. Het wemelde van blauwe politie-uniformen en rode baretten van de presidentiële wacht. Aan het einde van mijn hotelgang moest allicht een grosse légume logeren, want 24u op 24 hielden een gewapende soldaat en een man in burger er de wacht voor zijn deur.

Aan het ontbijt leek het wel een competitie gewichtig doen. Walkie talkies stonden naast de ontbijtborden rare geluidjes te maken. Een man sprong zelfs in de houding toen hij werd opgeroepen. Alsof de oproeper achter het hoekje stond te kijken of de opgeroepene wel genoeg respect betoonde.

Ik was opgelucht als we het hotel en zijn verzameling Kalashnikovs achter ons konden laten. De luchthaven van Goma was ongewoon kalm, zo kalm heb ik hem nog nooit meegemaakt. Inchecken ging als een fluitje van een cent, maar er bleek wel alweer een nieuwe taks te zijn uitgevonden. Bovenop de Go-Pass van 10 $ die “tijdelijk” door de nationale overheid wordt geïnd horen we nu ook nog eens 5 $ extra op te hoesten voor de “statistische lokale vliegtuiginschepingstaks” voor de provincie. Je moet voorwaar een Congolees zijn om zulke draak te verzinnen!

De baas van de DG Migratie liet me opnieuw bij zich roepen in zijn kantoor. Op de heenweg had hij mijn reispas aangeslagen onder de beschuldiging dat ik illegaal werk verrichtte in Congo. In mijn paspoort staan twee visa voor Congo, voor twee opeenvolgende periodes van zes maanden. Dat is verboden, volgens hem. Dat die visa volkomen legaal door de ambassade van de DRC in Brussel werden uitgegeven raakte zijn koude kleren niet. “De wetgeving is veranderd”, verklaarde hij zonder blozen, “en daar moet je je maar naar plooien. Moest ik in België reizen, ik zou ook de wetten van jouw land moeten respecteren”.

Ik zette mijn gezicht in een verveelde plooi en zei hem dat moest hij zich in België verplaatsen van Antwerpen naar Gent, dat niemand hem ooit zijn paspoort zou opvragen. “Ik ben volkomen legaal met volkomen legale papieren het land binnengekomen, en daar kan u niets tegen inbrengen”, zei ik hem met klem. Onze discussie laaide fel op. Hij verdween met mijn paspoort. “Goed”, zei ik tegen zijn balie-agent, zeg tegen uw chef dat ik nu de luchthaven verlaat, en dat ik hem persoonlijk verantwoordelijk houd voor alles wat me zou kunnen overkomen bij gebrek aan een paspoort.”

Ik had woest de luchthaven verlaten, had meteen plaats genomen in de auto van de persoon die me was komen ophalen. Toen de wagen voorbij de luchthaveningang reed om de parking te verlaten kwam een DGM-mannetje aangelopen om ons te zeggen dat we dat zo niet mochten opnemen, dat we gewoon met de chef de zaken moesten gaan uitpraten, dat alles wel in orde zou komen, maar dan enkel als we dat nu meteen zouden doen.

Ik stapte weer uit in de hoop dat de chef was bijgedraaid, maar hij zat heel nors achter zijn bureau met mijn paspoort te spelen en begon me weer te betichten van onwettelijk gedrag, gebrek aan respect voor een vertegenwoordiger van de Congolese staat en nog meer dergelijk fraais.

Na een kwartier preken was ik het grondig beu. “Meneer de directeur”, begon ik, “u laat me geen andere keuze dan uw houding tegenover mij te interpreteren als het officiële standpunt van de overheid die u zegt te vertegenwoordigen. Mijn organisatie ondersteunt kleine koffie- en rijstboeren, verenigd in coöperatieve bedrijven, maar u verhindert me dat werk uit te voeren. U bent dus tegen de ontwikkeling van de landbouwsector in Congo. Ik neem daar akte van, en zal hierover verslag uitbrengen aan mijn ambassade en aan het ministerie van Landbouw. Ik hoop dat u uw verantwoordelijkheid zal opnemen als u hierover geïnterpelleerd zal worden”.

Zijn toon veranderde. “Bent u dan geen koffie-opkoper?”, vroeg hij verwonderd. Ik legde hem in detail uit hoe Vredeseilanden werkt, dat wijzelf geen enkel commercieel belang hebben bij de versterking van de koffieketen, maar dat wij de producenten in contact brengen met opkopers zonder daar zelf enige vergoeding voor te krijgen”. Hij zag een uitweg om zonder gezichtsverlies uit de impasse te geraken. “Goed dan, hier heb je je paspoort terug”, zei hij gelaten. “Maar we gaan je doen en laten van heel dichtbij volgen, en o wee als we moeten vaststellen dat je toch koffie begint op te kopen!”.

“Bespaar je de moeite”, zei ik hem glimlachend, “dat is puur tijdsverlies, niet één enkele koffieboon zullen je mannetjes me zien kopen”.

Dat was op de heenreis dus. Een uur tijdverlies door zijn gezeik op een luchthaven waar ik in de laatste 25 jaren nooit enig probleem had ondervonden. En nu op de terugreis liet hij me opnieuw binnenroepen.

“Wel, ben je nog altijd in Congo?”, riep hij uit zodra hij mijn neus zag verschijnen. “Ja, en nog altijd volkomen legaal”, repliceerde ik rustig. “Ik ben nu op weg naar Butembo voor nog enkele opdrachten en tegen half december ben je van mij verlost”.

Hij kon mijn stoutmoedigheid appreciëren deze keer. “Als je nog eens komt, dan neem ik je mee naar mijn grond. Die ligt hier vlak buiten Goma. Dan kan je de kleine boer die ik ben ook eens helpen”, daagde hij me uit. “Zolang je rijst of koffie kweekt, lid bent van een coöperatie en de veiligheid is gegarandeerd, is dat bespreekbaar”, knipoogde ik terug. Benieuwd wat hij me volgende keer zal zeggen. Maar mijn reispas in beslag nemen, dat zie ik hem toch niet meer doen.

De vlucht vertrok op tijd, maar hoe dichter we Butembo naderden, hoe dikker het wolkenpakket werd, en toen we de evenaar overstaken naar het noordelijk halfrond leek het even of de piloten het Noorden kwijt raakten. Het vliegtuigje draaide een heel rondje, ik kon het allemaal volgen op mijn GPS, terwijl geen van de andere passagiers zich bewust was van het zoeken van de piloten. Zo kwam ons toestel op plaatsen waar het nooit eerder was, en kon ik heel duidelijk de plaats waarnemen waar de Semuliki aftakt van het Edwardmeer om het water over te brengen naar het Albertmeer.

De Russische piloten besloten dan toch maar naar Beni te vliegen om daar te wachten tot het onweer in Butembo zou overwaaien. Ook de burgerlijke luchthaven van Mavivi in Beni bleek veranderd in een militair kamp. Zes militaire vrachtwagens op een rij, honderden soldaten verspreid over het aarden vliegveld. Een viermotorig toestel zonder insignes werd ingeladen door soldaten, terwijl een tiental burgers stonden te drummen om mee te mogen vliegen. We konden hen van ver horen bakkeleien over de prijs die ze daarvoor zouden betalen.

In Butembo-aerodroom  was het aantal pantserwagens verdubbeld tot zes. Twaalf vrachtwagens afgeladen vol troepen van de presidentiële wacht hadden zich over stad verspreid over alle strategische punten in afwachting van de aankomst van de Raïs. De president was nog onderweg, maar in alle plaatsen waar hij zou langskomen waren al duizenden soldaten en ambtenaren dagen op voorhand opgesteld. Ik probeer een snelle becijfering te maken van de kostprijs van het presidentiële uitje, maar miljoenen dollars schemeren me meteen voor de ogen.

Intussen was Kabila dus onderweg. Eerst en vooral had hij aan zijn aartsrivaal Kamerhe via de opperste politiechef duidelijk laten maken dat er geen sprake kan van zijn dat hij nu een politieke tournée zou gaan maken, zoals hij eerder inderdaad had aangekondigd, en zo de president zijn triomftocht zou afsnoepen. Kamerhe kon niet anders dan zijn voornemen afblazen.

Kabila vertrok vanuit Kisangani, hijzelf aan het stuur van zijn 4 x 4. Hij geniet ervan zelf het stuurwiel te manipuleren, dat is algemeen bekend. De “chauffeur-président” wordt hij wel eens genoemd. In zijn jonge jaren is hij nog taxi-chauffeur geweest in Dar-es-Salaam. Het is uit heimwee naar die periode dat hij zelf zo graag stuurt, zeggen de mensen. Anderen zijn cynischer in hun kritiek: het is omdat de president zo graag aan rally-rijden doet dat hij het vertikt om de wegen in het Oosten te verbeteren, want dan zou hij zijn hobby niet meer kunnen uitoefenen…

Het gerucht doet de ronde dat de president zich liet voorafgaan door een tractor om op ondoorgankelijke plaatsen een nieuw stukje tracé te trekken naast de baan. Ik heb niet kunnen achterhalen of dat echt waar is of een vertelsel, maar dat doet er eigenlijk weinig toe. Is het waar, dan illustreert de president nogmaals zijn regeerstijl: problemen omzeilen op een manier dat zijn eigen belangen verzekerd zijn, zonder dat de bevolking er een structurele oplossing in vindt. Is het niet waar, dan zegt het wel heel helder hoe de bevolking zijn president ziet.

In 2011 had Kabila beloofd om geschiedenis te maken door de eerste 15 kilometer asfalt te laten aanleggen in Butembo. De werken hadden effectief een aanvang genomen, en er ligt een berg grint klaar dat de Chinezen hebben aangemaakt voor de asfaltering. Maar toen Kabila zijn verkiezingsscore in Butembo onder ogen kreeg, heeft hij de werken onmiddellijk laten stilleggen en de Chinezen teruggetokken.  Sindsdien is er geen onderhoud meer gebeurd. Vandaag twee jaar later is de weg in een erbarmelijke staat, zo erg dat de burgemeester er zelf beschaamd in werd. Drie dagen voor de aankomst van Kabila werd ergens een nivelleuse opgesnord en aan het werk gezet om de ergste putten te dempen, maar door de haast werd het werk erg slordig geleverd en bovendien gingen er een paar stevige regenbuien overheen, zodat het uiteindelijke resultaat maar pover is. De Bubolezen sakkeren hardop: zie je wel dat het een probleem van politieke wil is. Twee jaar lang laten ze ons in de shit zitten, maar het volstaat dat de president langskomt en ineens is alles mogelijk. Maar dan gebeuren de dingen zo slordig dat ze toch niets uithalen. Hoeft het dan te verwonderen dat voorbijgangers die de president zagen voorbijrijden bij zijn aankomst hem begonnen uit te jouwen?

Op het kruispunt waar alle politici bij hun doortocht in de stad een publieke meeting houden stond een geluidsinstallatie zorgvuldig opgesteld. De techniekers hebben ze echter weer mogen inpakken. “De president heeft er 900 km achter het stuur opzitten en is te moe om de bevolking toe te spreken”, zei een woordvoerder. “ Niemand heeft hem gevraagd om zelf te rijden”, mopperde de ene. “Waarom is de president bang van zijn eigen volk?”, opperde de andere. Maar iedereen weet dat Kabila geen begenadigd spreker is en evenveel charisma heeft als een gedroogde tilapia, dus is niemand echt verwonderd.

De dag erop, donderdag 28 november, worden dan toch een aantal mensen uitgenodigd in de zaal SyPA. Dat kan het staatshoofd nog net aan. Zorgvuldige selectie van de genodigden, bewaking in alle hoeken van de zaal, maar geen mogelijkheid tot dialoog, dat gaat hem al te ver. Monoloog dus, eenrichtingsverkeer, dat gaat nog net. Vragen zijn verboden, zoals in België wanneer je met de koning spreekt.

De dag erop volgde een uitgebreid verslag op de lokale radio’s met veel  uittreksels van de speech van Kabila in het Swahili. Hij doorspekt tegenwoordig zijn Swahili met Franse woorden, zoals alle Congolezen doen. Het heeft hem jaren gevergd om dat te leren. Zijn speechschrijvers letten daar nu heel goed op. Dingen die me zijn opgevallen in zijn betoog:

  • hij begon zijn speech met de melding dat de overwinning op de M23 geen overwinning van Congo was, het was een overwinning van God. Want God zelf is de strijd aangegaan met de duivels van de M23, en heeft voor ons gewonnen. Kan het demagogischer? De Allerhoogste er bij sleuren, geeft dat geen goddelijk aureool aan de president zelf? Straks komt hij ons ook vertellen dat hij zijn presidentiële opdracht van God zelf heeft gekregen. Als valse start van zijn speech kon dat tellen. Ik twijfelde even of ik de rest eigenlijk nog wel wou horen na zulke afknapper. Maar ik beet door.
  • En hij ook: hij kondigde, na de beëindiging van deze oorlog, meteen een nieuwe oorlog aan tegen de FDLR en de ADF-NALU. Dat vind ik consequent: als je kiest voor de militaire optie moet je er voluit voor gaan. Mochten deze twee groepen effectief kunnen worden geneutraliseerd, dan zullen de tientallen andere gewapende groepen zeker ook de wapens neerleggen, en dàt zou echt een nieuw tijdperk voor Oost-Congo inluiden! Maar collateral damage vermijden onder de burgerbevolking zal altijd een hele uitdaging blijven!
  • De president weet dat hij bij de mensen in het krijt staat sinds zijn verkiezingsbeloften van twee jaar terug. Hij trachtte er zich uit te redden door te stellen dat je voor een zieke toch ook geen schoenen koopt? Die moet eerst genezen van zijn ziekte, en daarna kan je overwegen om schoenen te kopen. Om dezelfde reden kon hij geen bulldozers, nivelleuses en vrachtwagens kopen, maar wel pantserwagens. Wat een hypocrisie! Zijn oorlogsinspanningen zijn pas begonnen met de laatste nederlaag bij Goma, terwijl de wegenwerken in Butembo al twee jaar geleden werden stopgezet. Maar hoor: nu beloofde hij dat alle werken, inclusief de asfaltering van de weg en de elektrificering van Butembo (in 2011 legde hij de eerste steen van een hydro-elektrische centrale waarvan de tweede steen nooit is gevolgd) in december, uiterlijk januari weer zullen worden opgestart. Wel wel wel, daar gaf hij zijn tegenstanders wel een erg makkelijk wapen in de handen voor een afrekening op korte termijn! “Die beloftes deed hij al eens eerder in 2011”, voegde de journalist er in zijn radioreportage fijntjes aan toe.
  • opvallend en hoopgevend was zijn aankondiging dat hij de strijd wil aanvatten tegen de tracasseries van de politie en het ambtenarenkorps en tegen de disfunctionering van de rechtspraak. Vele verantwoordelijken zijn al veel te lang in dienst op hun zelfde post en hebben zich ontpopt tot een soort van “chefs coutumiers”, zo slaat de president spijkers met koppen. Hij zal hen verspreiden over het grondgebied om hun macht te breken. Of dat zal volstaan om het probleem op te lossen is maar zeer de vraag, maar in alle geval is het een duidelijke indicator dat hij zich bewust is van het probleem. Dat is al het begin van een oplossing. Ook al heeft hij de meeste ooit zelf benoemd.
  • Tenslotte herhaalde hij nog eens dat hij wil dat de onderhandelingen in Kampala snel worden afgerond met een verklaring in plaats van een akkoord. Ook daar ben ik blij om dat hij dit eindelijk heeft begrepen en dat hij zich niet laat intimideren door VN-druk om toch een akkoord te aanvaarden en zo de rebellen te belonen.

Al bij al is de doortocht van Kabila in Butembo redelijk ongemerkt gebleven, met uitzondering van de vele PPRD en MSR-vlaggen langs de hoofdweg. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de ontplooiing van de rode baretten en de afkeer van de president voor rechtstreeks contact met de bevolking. Dan is het volk ook niet erg gemotiveerd om te proberen hem te gaan opzoeken. Wat doe je als je president niet naar je luistert als burger? Hier in Congo hangen ze dan spandoeken uit. Dat doen natuurlijk ook de politieke partijen om stroop aan zijn baard te smeren voor zijn victoire écrasante. Een spandoek van de jongeren van Butembo vraagt uitdrukkelijk naar de herbenoeming van Mponyo Matata als eerste minister. De bevolking van de wijk Furu riep op tot de hervatting van de asfaltering van de centrale weg en de vrijlating van de onterecht veroordeelde volksvertegenwoordiger van Goma, Muhindo Nzangi. Maar dat spandoek werd al snel verwijderd. Ik was te laat om er een foto van te nemen.

De overheersende opinie bij het publiek blijft er één van: “we hebben dit allemaal al eens eerder gehad, en niets geeft ons redenen om te geloven dat het deze maal anders zal zijn. Laat ons hopen dat deze man kan aan de verleiding weerstaan om nogmaals de grondwet te veranderen om langer aan de macht te blijven. We weten nu heus wel wat we van hem mogen en kunnen verwachten. Het wordt hoog tijd dat andere en betere leiders een kans krijgen. De rendez-vous met zijn opvolger in 2016 willen we in geen geval missen!”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.