De roulage is dood

Het nieuws rolde als een schokgolf door Butembo: de roulage werd doodgereden door een vrachtwagen!

In Congo wordt altijd creatief omgesprongen met de Franse taal. Soms moet je wel enige verbeelding aan de dag leggen om te begrijpen wat nu precies wordt bedoeld. “De roulage is dood”, meldde een collega me geschokt. Eerst dacht ik dat de lagering van onze stroomgenerator het had begeven. Maar ik herinnerde me tijdig dat “roulage” een afkorting is van “police du roulage et de la circulation”, en dat dit niets anders betekent dan ‘agent van de verkeerspolitie’.  Ik heb het nadien opgezocht: de term stamt nog uit de koloniale tijd. Tegenwoordig is de naam veranderd in PCR: Police de la circulation routière, maar de volksmond kan je niet zomaar veranderen. Dus blijft iedereen spreken over de roulages.

Je komt ze overal tegen op Congolese wegen. Met hun helgeel overhemd met of zonder fluo hesje zijn ze goed zichtbaar en ze weten perfect hoe ze strategische plaatsen moeten uitkiezen en innemen. In een drukke stad als Butembo zijn ze ook onmisbaar om de wriemelende mensenmassa overdag over de hoofdweg te helpen door molenwiekend de verkeersstroom van brommers en wagens te onderbreken. Ze zijn een vertrouwd onderdeel van het stadsbeeld.

In Butembo hebben ze een uitgelezen standplaats gevonden bij het binnenkomen van de stad vanuit het zuiden. Ook al is de weg van Goma naar Butembo nog steeds onveilig door de aanwezigheid van M23-rebellen in de republiquette (nog zo een woord dat je enkel in Congo tegenkomt) van Rutshuru, en op sommige andere plaatsen door FDLR, Maï Maï of andere coupeurs de route, toch zijn er nog altijd waaghalzen die hun vracht over de weg sturen. Het alternatief via Oegandees grondgebied mag dan veiliger zijn, door de dubbele grensovergang en alle kosten en tracasseries die daaruit voortvloeien is dit niet rendabel. Dan toch maar door de rode zone.

Waar de weg uit Goma Butembo binnenkomt, helt hij stevig. De chauffeur was even voordien uit zijn vrachtwagen gestapt omdat hij dan sneller bij zijn vrouw zou zijn, en de minder ervaren hulpchauffeur had het stuur overgenomen voor de laatste loodjes. De roulages stonden met drie het vehikel op te wachten. Eén van hen gebood hem te stoppen om de boordpapieren te controleren, in de vaste overtuiging dat er wel een overtreding zou kunnen worden vastgesteld. “Ik kan hier niet stoppen”, had de hulpchauffeur nog geroepen, “ik heb geen remmen, en moet eerst tot boven aan de helling kunnen rijden”.

De roulage zag er een ontwijkmaneuver in, en dwong de vrachtwagen naar de zijkant door er voor te gaan staan. Maar de vrachtwagen bleef doorrijden. Is de roulage gestruikeld over een steen? Is hij geslipt in de modder? In een oogwenk was het gebeurd. Het voorwiel van de vrachtwagen verbrijzelde zijn bekken, en onder het gewicht van het achterwiel spatte zijn schedel uiteen als een overrijpe meloen.

De hulpchauffeur werd afgeranseld door de toegesnelde bevolking. Als er bloed valt bij een verkeersongeluk, stelt niemand zich vragen over schuld of verantwoordelijkheid. Het verloren leven MOET gewroken worden door een ander leven. En doorgaans is dat de bestuurder van het voertuig. Hij probeerde nog te vluchten, goed bewust van wat hem te wachten stond. Maar ze konden hem vatten. Het is enkel maar omdat de commandant van de roulage snel ter plaatse was dat hij de volkswoede tijdig kon temmen: “is één dode al niet meer dan genoeg? Moeten er dan nog meer mensenlevens worden opgeofferd? , riep hij“. Want ook de bombeur werd intussen hard aangepakt.

Bombage is de activiteit van gespierd mansvolk dat goederen deskundig op een vrachtwagen kan stapelen tot de vracht onder het zeildoek bol staat (bombé) ook al leidt dit doorgaans tot zwaar overgewicht. En de persoon die dat voor zijn broodwinning doet, is een bombeur. Die kerel zit er uiteraard helemaal voor niets tussen. Maar in de ogen van een door bloed opgehitste menigte is hij medeplichtig. Ook zijn leven kon worden gered door de commandant. De hulpchauffeur werd wel in de gevangenis opgesloten.

De hele stad had die avond maar één gespreksonderwerp. Het voorval werd verteld en herverteld en ontleed in al zijn dimensies. Waarom wou die roulage uitgerekend nu die vrachtwagen tegenhouden? Het is toch niet de tijd van de bouclages? Dat is van april tot juni. Eigenaars van voertuigen krijgen drie maanden aan het begin van het jaar om hun rijbelasting te betalen, en vanaf 1 april begint de systematische controle. Tegen eind juni is die markt uitgemolken en worden de systematische wegbarrières opgeheven.

Ja maar, wist iemand te melden, enige tijd geleden had de commandant van de politie geld te kort om de bouw van zijn huis af te ronden, en dus verplichtte hij zijn roulages tot een speciale bouclage buiten seizoen om zijn bouwbudget te spijzen, en in ruil mochten ze een deel van de boetes zelf houden.

Je kan dat toch de roulages niet verwijten, vond iemand anders. Het zijn de bazen die schuld dragen. Moesten zij hun mensen betalen, ze zouden niet moeten leven van het innen van boetes, of ze nu rechtmatig of onrechtmatig zijn!

Een brommerbestuurder vertelde hoe hij werd tegengehouden door een roulage die uit was op buit. “Komaan man, ik ben gehaast, ik heb wel wat anders te doen dan jouw controles te ondergaan, hier, ik geef je 1000 CF (drie kwart euro), en laat me dan gaan”.  De roulage weigerde. Hij vond het aanbod verdacht. Hij was er van overtuigd dat hij een overtreding zou kunnen vaststellen, en zo een grotere boete zou kunnen opleggen. Maar hoe hard hij de papieren ook uitpluisde, hij kon geen inbreuk vaststellen. “Of hij dan toch die 1000FC zou mogen krijgen?”, had hij nog gevraagd. Maar de brommerrijder had zijn papieren uit de handen van de roulage gerukt en hem met de mond vol tanden, zonder verweer en zonder geld achtergelaten.

“Waarom toch moest het nu net deze roulage zijn die het leven liet?”, opperde iemand, zelf ook vrachtwagenchauffeur. Zo een jonge kerel nog. Zijn vrouw is pas vorige week uit het ziekenhuis ontslagen na haar bevalling van een tweeling. Hij speelde trompet in de politiefanfare. Bovendien was hij altijd vriendelijk. En hij kon begrip opbrengen voor chauffeurs die hem niets konden toestoppen. Als we dan toch werden tegengehouden hadden we liefst dat hij het was, er was makkelijk aan onderuit te komen. Waarom moest nu net hij doodgaan? Waarom kon het zijn collega niet zijn, die bikkelharde oude zak? Zijn dood zou nog zin hebben gehad…

’s Anderendaags, op weg naar de boeren voor een impactevaluatie, blijven ook mijn collega’s over het voorval napraten. Enkele tientallen kilometer voorbij Beni, uitgerekend op de plaats waar we de hoofdweg moeten verlaten om de dorpen in te rijden, hebben drie roulages post gevat. Eén van hen blaast op zijn fluitje. Een andere beweegt de vingers van zijn rechterhand op en neer met de handpalm naar onder gehouden, als teken dat we moeten halt houden. Ik kijk snel of ik geen wapens zie, zwaai dan naar hen met een brede glimlach en rij onverstoord verder zonder snelheid te nemen.

“Waarom in godsnaam zouden die ons nu willen doen stoppen?”, verbaast mijn collega zich. “Ze kennen ons toch ? Ze moeten toch de wagen herkennen?”

In de achteruitkijkspiegel zie ik hen verbouwereerd staan kijken. De enige vorm van verontwaardiging uit zich in een paar vragende armgebaren, maar geen van hen doet een poging om ons achterna te hollen. Ze weten dat ik dan wel het gaspedaal zou hebben gebruikt.

Op de terugweg van het veldbezoek ben ik op mijn hoede of ze soms uit zouden zijn op vergelding. Maar de namiddag is al begonnen en de warmte is op haar hoogtepunt. Eén ligt op een houten bank te slapen, een tweede zit roerloos op zijn stoel en draait enkel heel even zijn helm onze richting uit, zonder zijn gelaatsuitdrukking te wijzigen. Van de derde is geen spoor te bekennen.

Een kip moet hoognodig naar de overkant net als onze wagen eraan komt. Grijze wolken stapelen zich langzaam op aan de horizon. Straks gaat het vast regenen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.