Redt REDD+ de aarde?

Het grootste project dat volgens de logica van de REDD+ aanpak wordt opgezet in Centraal-Afrika, ligt in Noord-Kivu, in en rond de Tayna en Kisimba-Ikobo reservaten. In een workshop in Goma werd deze week het onderliggende model gevalideerd.

De logica is intussen genoegzaam gekend. Als een operationeel programma op wetenschappelijk verifieerbare wijze kan aantonen dat de gevoerde activiteiten rechtstreeks bijdragen tot het verminderen van koolstofemissie door het voorkomen van ontbossing of bosontwaarding, kan het daarvoor op de koolstofmarkt koolstofkredieten krijgen. Dat wil zeggen dat per ton koolstof die normaal gezien was vrijgekomen, maar dankzij de daartoe opgezette acties toch nog vastligt in hout, een bedrag van gemiddeld 4 tot 5 $ per ton kan worden verkregen. Voorlopig is die verkoop enkel mogelijk op vrijwillige basis, maar in Cancun werden in december in VN-verband afspraken gemaakt voor een internationaal gereguleerde markt.

Het voorbereidend werk voor een REDD+ project is behoorlijk ingewikkeld, zo blijkt uit de voorstelling van het project door de Amerikaanse NGO Conservation International. Aan de hand van satellietbeelden en terreinbezoeken werd een inschatting gemaakt van de intensiteit van de ontbossing in het gebied tussen 2000 en 2005. Op basis van die gegevens werd dan een computermodel ontworpen, en daarmee werd dan de verwachte situatie in 2009 berekend en visueel voorgesteld in een biomassakaart. Vervolgens kon worden nagegaan in hoever de reële situatie in 2009, zoals getoond door de satellietbeelden, overeenkomt met de door het model voorspelde situatie in datzelfde jaar. Als dat onvoldoende overeenkomt, moet het model worden bijgesteld want een aantal parameters zijn dan duidelijk verkeerd of ontoereikend. Komt de voorspelling wel voldoende overeen met de realiteit, dan wordt het model aanvaard als referentie voor de verdere ontbossing indien niet wordt ingegrepen tegen 2015. Satellietbeelden zullen in 2015 dan duidelijk maken hoeveel minder er ontbost werd, dan indien men niets had ondernomen. Dat verschil komt overeen met een hoeveelheid niet-vrijgekomen koolstof (een boom bestaat voor de helft uit koolstof) en levert koolstofkredieten op.

U hebt het begrepen: alleen al om een geloofwaardig model uit te werken zijn jaren studiewerk nodig, en die kosten geld. Je kan dus enkel een REDD+ project opstarten als je én de wetenschappelijke competenties hebt (satellietbeeldinterpretatie, geografische informatiesystemen, biomassametingen op het terrein) én een geldschieter om die jarenlange voorbereiding te betalen. In het geval van de Tayna en Kisimba-Ikobo reservaten werd niemand minder dan de Walt Disney Company bereid gevonden om die kosten te dragen. En dan moet je ook  nog de operationele capaciteit hebben om koolstofbesparende activiteiten op te zetten, en de verminderde emissies bovendien ook nog accuraat te kunnen documenteren.

Erg indrukwekkend allemaal! Het seminarie had een veertigtal mensen uitgenodigd die verspreid in en rond de twee reservaten leven, om de actoren van en de drijfveren achter de ontbossing te identificeren, te lokaliseren en strategieën te bedenken om ontbossing niet meer - of alleszins minder - nodig of aanlokkelijk te maken.

In volgorde van belang kwamen 6 drijfveren naar boven: groeiende nood aan landbouwgrond en weiland voor voedselzekerheid wegens de grote bevolkingsaangroei (3%), kap voor constructiehout, kap voor brandhout en houtskool, uitbreiding van stedelijke gebieden en hun verbindingswegen, en tenslotte mijnbouw. In elk van die werkvelden zal nu een strategie worden uitgewerkt waaraan de koolstofkredieten zullen kunnen worden besteed, op basis van de voorstellen van de bevolking.

Ik heb evenwel het gevoel dat het moeilijk wordt om op alle terreinen tegelijkertijd in te grijpen. Er zijn werkvelden waar je op relatief korte tijd veel impact kan bereiken, en andere waar je jarenlang naar werkbare handvaten kan zoeken, en toch nog verloren loopt.

Persoonlijk zou ik mikken op twee werkvelden: intensifiëring van de landbouw, om te beginnen. Als de rendementen kunnen worden verviervoudigd, dan heb je vier keer minder grond nodig voor dezelfde opbrengst. Verviervoudigen is geen illusie: dat hebben de boerenorganisaties die Vredeseilanden ondersteunt de afgelopen jaren overtuigend bewezen. De druk op het woud wordt daardoor behoorlijk ingeperkt. En door de bodemvruchtbaarheid hoog te houden kan de zwerflandbouw worden opgegeven (landbouw die bossen platbrandt, op twee jaar tijd de grond uitput, en dan weer nieuwe stukken platbrandt en de vorige opgeeft).

Het tweede prioritaire werkveld daarentegen, daar wordt nog zo goed als niets aan gedaan: de energievoorziening van de bevolking.

Lostine, een student-stagiaire van de Université Officielle de Ruwenzori in Butembo, heeft vorig jaar een enquête gehouden in onze stad om te weten te komen hoeveel en welk soort energie de mensen gebruiken. Het resultaat is dat een gemiddeld gezin per jaar 12 stère brandhout en 11 zakken houtskool gebruikt. Er zijn op dit moment 100.000 gezinnen in Butembo. Die koken allemaal op hetzelfde moment hun potje, met hout of houtskool als enige brandstof. Ik hoef niet verder toe te lichten waarom elke avond mijn longen aanvoelen alsof ik twee pakjes Groene Michel zonder filter heb gerookt.

Als je omrekent hoeveel hectaren eucalyptusbos er nodig zijn om de stad van energie te voorzien, kom je uit op 180.000 ha, en tegen 2030 zullen dat 320.000 ha zijn: een tiende van België om één enkele stad van energie te voorzien. Onhoudbaar is dat.

De reëel beschikbare eucalyptusbossen zijn maar een fractie van de nodige oppervlakte, dus het is duidelijk dat het verschil afkomstig is van de ontginning van natuurlijke wouden. Een duurzame alternatieve energiebron vinden zou dus een gigantisch verschil maken. Er is voldoende water aanwezig om verschillende stuwmeren te bouwen die de hele stad probleemloos van groene stroom zouden kunnen voorzien, nog generaties lang. Maar de overheid beweegt niet. Geen middelen, zeggen ze. Geen politieke wil, zegt de bevolking. De “5 chantiers” van president Kabila zijn dode letter gebleven. Uiteindelijk zijn het slechts “5 chansons” gebleken, zo zeggen de mensen. Ze zijn die sirenenzang beu.

Het Kivu-meer bulkt van het methaangas: 300 miljoen kubieke meter, en bovendien hernieuwbaar. Om het even welk ander land had hier een topprioriteit van gemaakt. Ook al verhoogt het de CO2-uitstoot, het helpt wel degelijk de bossen te sparen. Rwanda heeft al 11 miljoen Kw gegenereerd met het opgepompte gas. Congo staat erbij en kijkt er naar, ondanks eerder afgesloten akkoorden voor gezamenlijke exploitatie van het gas, terwijl Goma kreunt onder de dagelijkse langdurige stroompannes.

Geothermische, zonne- en windenergie zijn in Oost-Congo allemaal in overvloed beschikbaar, maar er wordt niet in geïnvesteerd. Gisteren vrijdag was er in Goma in hotel Ihusi aan de grens met Rwanda nog een ronde tafel conferentie over energie met de Brusselse minister van economie Benoît Cerexhe en een twintigtal Brusselse en Waalse bedrijven. Benieuwd of daar wat uit voortkomt.

Waar wel wordt in geïnvesteerd is in… petroleum! Uitgerekend de meest vervuilende en meest destructieve van alle energiebronnen, daarvoor kiest de Congolese regering! Is daarmee niet alles gezegd? Is daarmee niet duidelijk dat het niet milieu-overwegingen zijn die doorwegen (verschillende boorputten bevinden zich in natuurparken), maar wellicht wat aan de besluitvormers onderhands wordt toegestopt? Centraal-Afrika zou de 20ste-eeuwse vervuilende tussenstap van de fossiele brandstoffen kunnen overslaan door meteen voluit te gaan voor de energiebronnen van de 21ste eeuw. Maar neen, ze laten zich verblinden door kortstondig geldgewin en mooipratende transnationale ondernemingen en laten dan maar REDD+ projecten toe om de schijn hoog te houden.

Want één ding is opgevallen: de geplande petroleumexploitatie in Noord-Kivu is nergens in de workshop opgedoken als een bedreiging voor de wouden. Dat hoeft niet te verwonderen, gelet op het totale gebrek aan transparantie hierrond naar de bevolking toe, en de dollartekens in de oogjes van de bewindvoerders.

Hoe meer ik er stil bij sta, hoe misselijker ik er van word, en dat heeft heus niet alleen te maken met de zich opstapelende houtskoolteer in mijn longen. Als niet de juiste fundamentele keuzes worden gemaakt rond echt duurzame energie, dient REDD+ dan niet alleen maar als doekje voor het bloeden?

Uit een vorige week verschenen studie van adviesbureau Ecofys in Utrecht blijkt dat in 95 procent van de wereldwijde energiebehoefte voorzien kan worden op een duurzame manier en met de technologie van vandaag. In een land als Congo, waar nog zo goed als géén energie-infrastructuur bestaat, gaat het dus niet eens om een vervanging, maar gewoon om de juiste keuzes maken, de juiste investeringen aantrekken! En toch zijn het de petroleumbedrijven die het alsnog ongerepte terrein bezetten…

Ondertussen betalen bedrijven in het rijke Noorden koolstofkredieten om de uitstootvermindering die ze zelf thuis niet willen doorvoeren te compenseren met het voorkomen van emissies in het Zuiden. Is al dat REDD+ertjes gedoe dan geen gefrommel in de marge, terwijl de echte keuzes niet worden gemaakt, bij gebrek aan politieke moed en visie, en de verleiding van kortzichtig gewin?

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.