Het moderne Rwanda, dubbele bodem

Ik pas de truuk van de alcohol weer toe en nodig Francois en Jean-Pierre uit op een frisse skol, in de hoop dat ze ook nu weer geen blad voor de mond nemen. Deze twee mannen op leeftijd hebben al heel wat meegemaakt en gezien. Wijze mannen, of verbitterde mannen? Ze lopen in ieder geval niet hoog op met het huidige regime en daar waar anderen een president zien die vooruitgang nastreeft, zien zij een dictator die een beleid voert dat het merendeel van de bevolking, de arme boeren, benadeelt.

Verkiezingen

“In de dorpen zijn nog vele mensen ongeletterd,” begint Jean-Pierre en gaat verder: “Opdat ook zij kunnen stemmen hangt men foto’s op van de kandidaten en de mensen moeten dan in de rij gaan staan van de persoon op wie ze stemmen. Natuurlijk durft niemand op die manier voor de oppositie te stemmen. Is het dan zo raar dat Kagame wint met meer dan 90% van de stemmen?”

Francois vult hem aan: “Je moet ook weten ook dat de verkiezingscampagne van de president betaald wordt met overheidsgeld. Daarnaast moeten de mensen verplicht campagnemateriaal van de president aankopen: een t-shirt met de president erop, een affiche,… Dat materiaal is extreem duur, een maandloon voor een landbouwer. En elke keer moeten we iets groters en indrukwekkenders kopen dan de vorige keer…”

Landbouw

“En neem dan de richtlijnen in de landbouw,” gaat Francois verder. “Er word vastgelegd wat waar mag gecultiveerd worden, en je mag er dan ook niets anders laten groeien. Een kilo zaad kost zo’n 50.000  RWF [zo’n 65 euro] maar landbouwers kunnen het zaad ook gratis krijgen als ze de mest in één bepaalde winkel kopen waar ze 300.000 betalen voor een zak mest. Ze krijgen er dan de corresponderende hoeveelheid graan gratis bij. Hun oogst moeten ze verkopen aan de overheid, aan een vaste prijs, waarover ze niet kunnen onderhandelen.”

“Er zijn nog andere maatregelen die maken dat de kleine landbouwer het moeilijk heeft,” legt Jean-Pierre uit. “De regering is een kadastersysteem aan het uitwerken zodat er belastingen kunnen geind worden op elk stukje grond. Uiteraard kunnen de arme boeren dit onmogelijk betalen. Logischerwijs zal hun stuk grond dan per opbod verkocht worden…”
“En aan wie denk je?” vraagt Francois en zonder mijn antwoord af te wachten, roept hij kwaad: “Aan de rijke inwijkelingen natuurlijk!” Daarmee doelt hij op de generatie Tutsi-vluchtelingen die in een van de buurlanden een goeie opleiding genoten en sinds het einde van de genocide terugkeren naar Rwanda.

En dan nog zo’n detail. Fietsen zijn niet meer toegelaten op de grote overheidswegen. Omwille van de veiligheid, luidt de officiele reden, want er zijn te veel ongelukken. “Maar wie wordt er geraakt door die maatregel?” vraagt Francois? “De boeren!” Want die gebruiken de fiets om hun koopwaar naar de markten te brengen. Door dit verbod kunnen ze dat echter niet meer.

“Men moet dus gebruik maken van auto’s en camions om de waar te vervoeren, en dat is weeral enkel weggelegd voor de rijken. Die gaan de boel overnemen, of ze gaan tussenpersoon spelen tussen de boer en de markt…” zucht Jean-Pierre. “Maar denk je dat die kleine boeren kunnen concurreren met de bestaande grote landbouwbedrijven? Het komt er op neer dat de president af wil van de keuterboertjes, we moeten modern en dus groter denken. Maar wie heeft het geld om groots te denken en te handelen?” Ik zwijg, want ik weet hun antwoord al. En zij geven deze keer geen antwoord op hun eigen vraag, want ze weten dat ze hun punt al hebben duidelijk gemaakt.

Rantsoeneren

“Waarom is de prijs van suiker viermaal duurder dan een jaar geleden? In de supermarkt betaal je 1500 RWF voor een kilo suiker [dat is meer dan een euro]. Om speculatie tegen te gaan, maar door die hoge prijs wordt er net gesmokkeld vanuit de buurlanden waar het veel goedkoper is, waar alles veel goedkoper is.” verzucht Francois.

“De winkels krijgen ook quota opgelegd van hoeveel suiker ze mogen verkopen, is dat ook om de speculatie tegen te gaan?” voegt Jean-Pierre er aan toe.

“De mensen zijn droge voeding aan het inslaan, en dat betekent maar één ding,” zeggen ze. “Dat het te duur is en ze een voorraad willen aanleggen voordat het nog duurder wordt?” probeer ik. “Nee, dat ze zich voorbereiden op een nieuwe oorlog.”

Internationale gemeenschap

De internationale gemeenschap ziet de modernisering en ziet dat het goed gaat. Rwanda heeft de plastiek zak verboden en is daarmee zelfs een stap voor op de Europese landen. Rwanda kent 50% vrouwen in het parlement, en Europa ziet dat het goed zit. Maar als dit een dictatuur is, wat betekent die 50% dan? Geeft de internationale gemeenschap de president het voordeel van de twijfel? Of sluit de internationale gemeenschap haar ogen? Uit schuldgevoel? Of omdat ze haar eigen belangen heeft in de politiek van een klein land dat een grote invloed heeft in het conflict in Oost-Congo waar wij onze cobalt vandaan halen?

 

Dit artikel is een weergave van verschillende gesprekken en ervaringen.
Voor de geinteresseerden, aan te raden boeken zijn: Een zondag aan het zwembad van Kigali (Gil Courtemanche), In het uur van de rebellen (Lieve Joris), Dans van de luipaard (Lieve Joris), Wij leven nog (Annick Kayitesi) en de Landenreeks over Rwanda (Jeroen Corduwener).

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.