Werknemers in de ILO: 'De crisis is helemaal niet voorbij'(1)

Tijdens een bespreking over de internationale sociale en economische toestand in de Raad van Bestuur van de Internationale Arbeidsorganisatie had ik erg genoeg weinig redenen om het optimisme over de economische heropleving te delen. (ILO, Raad van Bestuur 1)

Wereldwerkloosheid treft 202 miljoen werknemers

De wereldgroei staat nog steeds op een lager peil dan voor de crisis. De internationale financiële instellingen zoals het IMF hebben het negatieve effect van de strenge besparingspolitiek die gevoerd wordt door vele regeringen zwaar onderschat. En de monetaire politiek van de Federal Reserve (Centrale Bank USA) en de ECB (Europese Centrale Bank) met lage rentes heeft de economische achteruitgang veroorzaakt door die besparingen helemaal niet kunnen compenseren. Omdat de banken wereldwijd terughoudend zijn in het toekennen van leningen aan (kleine) bedrijven en omdat de koopkracht van de consumenten erg laag is.

Dat de werknemers nog steeds de dupe zijn van dit beleid blijkt duidelijk uit de cijfers. De wereldwerkloosheid treft dit jaar 202 miljoen werknemers. Over de laatste 5 jaar gingen 32 miljoen jobs verloren, waarvan 10 miljoen in Europa, 8 miljoen in Zuid-Oost-Azië en 4,5 miljoen in Afrika ten zuiden van de Sahara. De jeugdwerkloosheid stijgt dit jaar boven de desastreuze cijfers van 2009 uit. Het is wel duidelijk dat de werknemers het einde van de tunnel niet zien.

Het werknemersaandeel in het nationaal inkomen daalt overal

Over de oorzaken van de crisis zijn de meningen verdeeld of zijn de klemtonen verschillend. Maar over één oorzaak is iedereen het eens: de daling van de wereldwijde vraag. Lonen stagneren of dalen, de kloof tussen de productiviteit en de lonen blijft maar stijgen. Waar er groei van lonen is, blijft die ver onder die van voor de crisis. En in alle landen gaat van het werknemersdeel in het nationaal inkomen al jaren naar beneden.

Een groeistrategie zal moeten uitgaan van een beleid van inkomensgroei, dat is de enige manier om de vicieuze cirkel, zoals beschreven door de ILO, te doorbreken. Een citaat uit het ILO-document dat aan de basis lag van dit debat :”de vicieuze cirkel van zwakke vraag leidt tot zwakke investeringen, allebei leiden deze tot de vermindering van het overheidsinkomen wat dan weer leidt tot vermindering van overheidsbestedingen”.

Diegenen die beweren dat in een tijd van kredietcrisis, van stagnerende lonen, van hoge werkloosheid en van onzekere economische verwachtingen verdere begrotingsingrepen het vertrouwen van de consument zullen versterken, de vraag zullen verstevigen en tot groei zullen leiden, maken ons iets wijs of nemen minstens hun wensen voor werkelijkheid. Integendeel, het agressieve hakken in begrotingen en overheidsuitgaven verhogen enkel maar de vrees van werknemers voor een verdere neergang van de economie en voor hun eigen toekomst. De strenge begrotingspolitiek werkt niet. Er moet opnieuw een beleid gevoerd worden van duurzame groei onder meer door de herwaardering van de sociale dialoog.

Vakbonden en sociaal overleg worden verketterd, werknemersrechten ondermijnd

Maar er is nog meer. Het strenge besparingsbeleid gaat hand in hand met een systematische aanval op sociaal overleg en sociale onderhandelingen. Door het sociaal overleg te verketteren en opzij te zetten, kan de arbeidsmarkt gedereguleerd worden. Precaire arbeid en werkende armoede wordt opnieuw een realiteit, ook in de OESO-landen. Het opkomen van “het precariaat” hangt samen met de daling van de kwaliteit van arbeid. Onvrijwillige deeltijdse jobs en jobs van beperkte duur worden schering en inslag. In Engeland zijn er de “zero uurcontracten” (enkel werk bij oproep, zonder enige waarborg), elders spreekt men over sms-contracten en overal horen we over de opgang van niet betaalde stages. De crisis wordt gebruikt als excuus om de sociale en werknemersrechten te ondermijnen.

Deze negatieve trends zijn niet beperkt tot de landen met de sterkere economieën, een recente studie van het IMF geeft aan dat dit jaar 119 landen zwaar besparen en dat nog meer landen plannen dit te doen volgend jaar. De crisis en het gevoerde beleid hebben ook geleid tot een vermindering van de groei in ontwikkelingslanden. Zelfs de opkomende economieën lijden onder deze invloed. Van de 32 miljoen verloren jobs werden meer dan de helft, 16,4 miljoen jobs verloren in de ontwikkelingslanden. Vandaar dat de informele economie nog meer stijgt.

In sommige ontwikkelingslanden komen meer mensen in de middenklasse. Wanneer we echter de lage inkomenslanden bekijken, zien we dat 95% van de vermindering van de extreme armoede in de periode 1981-2010 in één land gerealiseerd werd: China. Wanneer we enkel de laatste jaren bekijken, dan kunnen we er nog India bijtellen. In de meeste lage inkomenslanden wordt de extreme armoede chronisch. Het aantal mensen geconfronteerd met extreme armoede is met 103 miljoen gestegen: 1,2 miljard mensen leeft nu met minder dan 1,25 dollar per dag. Er worden meer mensen geboren in extreme armoede dan het aantal dat eruit geraakt.

ILO moet assertiever optreden

In de Verenigde Naties wordt onderhandeld over het terugdringen van de armoede. De armoede zou in 2015 moeten gehalveerd zijn. Dit lukt niet. Nu wordt onderhandeld over de post-2015 agenda. De ILO moet er gaan voor waardig werk als een expliciet doel, het gaat dan over werkgelegenheid, sociale bescherming, rechten en sociale dialoog. Maar dat is niet genoeg. De ILO moet ook de aandacht van de landen vestigen op de rol van een sociaal gericht arbeidsmarktbeleid.

Een gecoördineerde globale actie is nodig om ons uit de huidige crisis te halen. De G20 kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. De werknemersgroep van de ILO en de Internationaal Vakverbond (IVV) hadden opgeroepen om de vraag te ondersteunen en de ongelijkheid te verminderen, om jobcreatie en opleiding voor kennis en kunde voorop te stellen; om lange termijninvesteringen en om belastingontduiking tegen te gaan, en om het internationaal monetair systeem te hervormen. De G20-top in Rusland besloot kwaliteitsjobs te promoten en te gaan voor een arbeidsintensieve duurzame groei. Maar de mooie woorden van de Russische G20 moeten in praktijk worden gebracht in het beleid van de landen

De werknemers dringen ook aan om een intensieve samenwerking tussen de ILO en andere internationale organisaties. Ze verwelkomen het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma over jobcreatie en productiviteit met de Wereldbank. De samenwerking moet echter veel verder gaan. De ILO moet ook nieuwe aanvallen op het sociaal overleg en werknemersrechten afwenden en ook meer assertief zijn op niveau van de landen, bijvoorbeeld wanneer de Europese Trojka optreedt in een programmaland.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Werknemersvoorzitter en vice-voorzitter van de IAO

    Luc Cortebeeck is werknemersvoorzitter en vice-voorzitter van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO/ILO), voorzitter van Wereldsolidariteit en adjunct-voorzitter van het Internationaal Vakverbo

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.