Een lang weekend bij de Samo

Na vijf maanden fiets ik door een flink stuk van Ouagadougou zoals ik dat deed door Gent. Ik weet waar de putten in de weg zitten, ik kan precies inschatten hoe snel ik moet gaan om het volgende groene licht nog te halen,  ik ken de prijzen van groente en fruit en ik weet waar ik de lekkerste ‘riz gras’ en ‘attièke’ kan krijgen. Het werd dus tijd dat ik nog eens van mijn sokken werd geblazen. De uitnodiging van Regina Ky, klant van Zidisha en intussen ook een fijne vriendin, om met haar mee te reizen naar Toma, in het noordwesten van Burkina Faso, voldeed helemaal aan die verwachting.

Natuurlijk is Burkina Faso anders dan België. Er zijn honderd en één grote en kleine culturele en sociale verschillen maar al bij al is het leven in Ouagadougou vrij toegankelijk. Dat is helemaal anders als je de stad achter je laat en zeker als je naar die uithoeken van het land trekt waar ook de Mossi, de etnische groep die het centrum van het land bevolkt, de kluts een beetje kwijt raken. Los van de grenzeloze gastvrijheid en hartelijkheid die alle Burkinabè kenmerkt, volstaat één weekend in Toma, thuishaven van de (zuidelijke) Samo echt niet voor een inburgering.
Dat er in Toma potentieel zou zijn voor Zidisha zet ik snel uit mijn hoofd. In dit stuk van het land is het leven van een andere orde. Er is geen stromend water, geen elektriciteit, geen internet, en omdat veel jonge mensen naar de stad zijn getrokken, leven er vooral veel ouderen en kinderen. Regina vertelt me dat elke reis naar haar geboortestadje gedurende de voorbije jaren gelinkt was aan een begrafenis. Tijdens elk bezoek stierf er trouwens weer iemand. Dat is deze keer niet anders. We reizen naar Toma voor de begrafenis van de schoonmoeder van Regina’s jongste zus. Op de zondag van ons vertrek krijgen we te horen dat een oude buurvrouw haar laatste adem heeft uitgeblazen.

Onder vrouwen

Het hele weekend lang krijg ik nauwelijks een man te zien. Ik krijg – voor het eerst in Burkina – een echte blik achter de schermen van het leven van de vrouwen. Zij zijn verantwoordelijk voor het culinaire luik van de begrafenis die bij de Samo een ongelooflijk feest is, ten minste als de overledene oud geworden is. We vertrekken met de auto uit de hoofdstad. Dat is zeker comfortabeler dan de bus maar niet noodzakelijk sneller. We moeten nog tientallen courses doen: potten en pannen ophalen, zakken rijst en maïsmeel, koelboxen vol vlees en gevogelte… Van de ‘rijke’ familie in de grote stad wordt er overvloed verwacht. Vanaf Koudougou is er geen asfalt meer en omdat de twee auto’s van de mannen voor ons uit rijden, zitten wij in een permanente rode stofwolk. We houden nog halt op de markt in Reo, om bergen uien, tomaten en andere groente te kopen en om elk van een verse feloranje wortel te genieten.

Uien voor de eeuwigheid

In Toma maak ik kennis met de moeder van Regina, een vrouw die wel de zus lijkt van de man op de cover van ‘Congo’, en met een aantal van haar zussen. We gaan meteen aan de slag. Twee kleinzonen komen het vlees van 20 kippen, 20 kalkoenen, een half varken en een volledig schaap versnijden. Een aantal vrouwen begint de rijst te wassen en maakt de wilde linzen schoon. De anderen gaan de strijd met de immense berg groenten aan: wortels schrapen, courgettes snijden, peterselie plukken, look pletten, uien pellen. Zoveel uien heb ik in mijn leven niet op één hoop gezien. Omdat – tot ieders ontsteltenis – mijn ogen dankzij mijn contactlenzen niet tranen door de uien, krijg ik het voorrecht om ze allemaal te pellen en te snijden. Terwijl we werken, spelen de Etalons hun tweede match in de CAN (Coupe d’Afrique des Nations). Bij elk van de vier (!) doelpunten tegen Ethiopië gaat er een vreugdegolf door het kleine stadje en de vrouwen om me heen springen op en zwaaien vervaarlijk met hun messen. Voor het eerst sinds 1998 is de Burkinese nationale ploeg goed op weg naar een kwalificatie. In Ouaga mis ik een feestje van formaat maar ik ben best blij tussen de vrouwen in Toma, waar ik luister naar het ritme en de klank van nog een nieuwe taal en onvermoeibaar uien blijf pellen. Er lopen voortdurend buurvrouwen de cour op, om te groeten en en passant te keuren of er wel genoeg eten zal zijn de volgende dag.

Ik onderga, ik luister, ik kijk mijn ogen uit maar als ik om één uur ‘s morgens doodop ga liggen op het matje dat mij in het huis is toegewezen, weet ik eigenlijk nog niet zo goed wat er de volgende dag gebeuren gaat. Ik slaap nauwelijks want buiten werken enkele vrouwen nog twee uur verder en we slapen met zijn tienen in twee kleine kamers. Grootmoeder blijft bovendien de hele nacht door mompelen en om half zes is het alweer alle hens aan dek. Ik strek dan ook maar mijn pijnlijke armen en benen en buiten krijg ik meteen weer een taakje toegewezen.

Dansen voor de doden

Geweerschoten en klokkengelui kondigen de misviering aan en hoewel ik meestal niet zo kerkminded ben, trek ik nu snel een propere jurk aan zodat ik uit de hectische kookochtend kan ontsnappen. Ik krijg zo ook de kans om één van de vrouwen die met me meegaat uit te horen en langzaam de begrafenistraditie van de Samo ineen te puzzelen. De doden die vandaag gevierd worden, zijn eigenlijk al maanden geleden begraven, maar dit weekend wordt in alle families die de voorbije tijd iemand hebben verloren duchtig gefeest. Zo’n begrafenis moet veel geld kosten en iedereen moet kunnen meegenieten. De katholieke misviering valt een beetje uit de toon, hoewel er ook daar flink gezongen en gedanst wordt. Zodra de priester de eindzegen heeft gegeven, barst buiten het feest los. Er wordt wild in de lucht geschoten, de trommels en de fluiten zwijgen niet tot diep in de nacht, iedereen danst, de maaltijd waar uren aan is gewerkt, wordt in een razend tempo verorberd en de dolo (traditioneel gierstbier) vloeit rijkelijk . De beste dansen worden beloond met een schaap dat vervolgens ter plekke wordt geslacht.

De geest van de schoonmoeder

De volgende ochtend begint het groeten van de eerste dag gewoon opnieuw. Er wordt  voor de zoveelste keer eindeloos geïnformeerd naar hoe de ochtend verloopt, naar hoe de familie het stelt en naar les activités. Zoals ik zo vaak de uitnodiging krijg pour causer un peu, zo wil ook hier iedereen zo lang mogelijk met de mensen uit Ouaga praten. Alleen al het feit dat je van ver komt, maakt je razend interessant.
Ik schrik als de zus van Regina de babysit hard aanpakt omdat die haar zoontje liet spelen op een mat in de kamer van de overleden schoonmoeder. Zo snel ze kan haalt ze de baby uit de kamer weg, doodsbenauwd dat de geest van de dode haar kind ziek gaat maken. Regina’s zus is een hoogopgeleide vrouw, die in de stad leeft en overtuigd katholiek is maar ze is ook en voor altijd een Samo, met een rotsvast respect voor tradities en de krachten van haar voorouders. Burkina Faso is een schatkist vol lagen en verhalen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Sociaal ondernemer in Burkina Faso

    Mien De Graeve verhuisde in september 2012 naar Burkina Faso. Ze werkte er een jaar lang als vrijwilliger voor het online microfinancieringsplatform Zidisha.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.