Van welke organisatie ben je?

‘Van welke organisatie ben je?’ is de standaard begroeting in het Mansoor Hotel in Hargeisa. Het is eens iets anders dan de ‘van waar ben je’- vraag die ik gewoonlijk krijg, maar het blijft een bizarre manier van kennismaken.

Niet dat het uit de lucht gegrepen is. Er zou een driehonderdtal geregistreerde internationale organisaties zijn in Hargeisa. Het internationaal personeel van die organisaties mag, naast de privé-huizen met bewaking, enkel in twee hotels in de stad logeren: Mansoor en Ambassador. ‘Uit veiligheidsredenen,’ klinkt het steevast. Ik herinner me nu dat, toen ik vanuit België met Mansoor belde om te reserveren, ik over de slechte telefoonlijn heen mijn naam niet eens hoefde te spellen. In plaats daarvan vroegen ze inderdaad herhaaldelijk naar mijn organisatie.

Place to be

De ruime lobby van Mansoor is de plek waar Hargeisa’s beau monde, gegoede families, politici en zakenlui neerstrijken voor thee, lunch of avondeten. De garçons schuiven met hun geklede schoenen geregeld uit op de glimmende marmeren vloeren die permanent bedekt zijn met een fijn laagje woestijnzand. (Soms zijn dingen, hoe mooi ook, simpelweg geen goed idee op verplaatsing).

Op de keiharde zetels in de hall volgen mannen geanimeerd de Europese Champions League op de twee televisiesets die tegenover elkaar staan. IOM-, Wereldbank-, Oxfam- Usaid-mensen en privé-consultants tokkelen bedrijvig op hun laptop, of beleggen een spoedvergadering om hun notities met elkaar te vergelijken. Mansoor is met andere woorden ‘the place to be’ in deze godvergeten uithoek van de wereld.

Dagelijks strijken nieuwe Keniaanse, Europese, Amerikaanse, Arabische, Indische, Chinese, Russische of diaspora-Somalische gezichten neer in Mansoor. Om iets te fixen aan Somaliland, te onderzoeken hoe en of het te fixen valt, of om raad te geven aan de overheid en andere organisaties. De internationalen schijnen elkaar na een tijdje allemaal te kennen. ‘De Wereldbank is gearriveerd’, klinkt het op een avond. Ik zie inderdaad een groepje ernstig uitziende mensen rond de tafel in een serieuze vergadering gewikkeld. Niemand ziet er erg gelukkig uit om in Hargeisa te zijn.

Ergens halverwege de week ben ik op zoek naar de contactgegevens van Somaliland’s minister van Planning. Het is in de Mansoor-lobby dat ik iemand hoor zeggen: ‘Dat is de minister van Planning,’ waarop ik ongestoord op hem af kan wandelen en een afspraak regelen. Veel hiërarchische poespas lijkt er bij de Somali’s niet aan te pas te komen. Vooral de uitschuivende garçons lijken allerminst onder de indruk van hun internationale gasten en stemmen de bediening vooral af op hun eigen goeddunken.

Internationale humor

Wanneer ik op een ochtend in de lobby op mijn vervoer wacht, komt er een groepje mannen in de zetels rond mij zitten. Ze zien er vers van een andere plek uit.‘Ik ben net naar de kamers gaan kijken en ze zien er goed uit!’ verklaart een van hen enthousiast. ‘De koffie hier is doorloopkoffie, perfect voor de Britten’, zegt een andere lachend. Ik ontwaar inderdaad Britse maar ook Arabische en Nederlandse accenten in het Engels van het bonte gezelschap.

Ze kijken geïnteresseerd rond, met de open blik van de avontuurlijke nieuwkomer. ‘Zie hoe die vazen aan de pilaren zijn vastgebonden’, roept een van hen plots uit. Ik ben er al enkele dagen, en moet toegeven dat het me helemaal niet was opgevallen. ‘Ze zijn zeker bang dat iemand er mee gaat lopen’, grinnikt iemand, ‘het is dan ook een geschenk van de Chinezen waarschijnlijk!’

Internationale humor. In mijn Somali-gewaad en hoofddoek ben ik tot dan vrij undercover en onaanspreekbaar gebleken, maar mijn glimlach verraadt allicht dat ik mee aan het volgen was. De heren blijken consultants te zijn van een bedrijf ergens in Dubai, dat onder de arm is genomen door de VN om enkele Somalilandse ministeries door te lichten. Ze hebben ook al in Afghanistan en Irak gezeten en lijken niet aan hun proefstuk toe. Toch hebben ze weinig goede woorden voor de VN, noch voor de internationale gemeenschap in het algemeen. ‘Iedereen werkt hier voor zichzelf, niet voor de mensen die we zogezegd komen helpen’, is hun mening. ‘Wat we met Irak hebben aangevangen is absoluut schandalig.’

Implementeringspartners

Zo kom ik er nog massa’s tegen in Hargeisa, mensen die half of helemaal in ‘het systeem’ staan en het tezelfdertijd aanklagen of afbreken. Er zou maximum 10% van al het hulpgeld de betrokken mensen en gemeenschappen bereiken. De rest van het geld blijft in studies en consultancy of ergens in Nairobi kleven, waar de meeste organisaties rond Somalië en Somaliland hun tenten opslaan en de levensstijl van hun personeel in die Oost-Afrikaanse grootstad moeten zien te bekostigen.

In het geval van Somaliland, dat niet erkend wordt door de internationale gemeenschap en wiens overheid niet rechtstreeks bilateraal kan gefinancierd worden, passeert het geld van de grote donoren meer nog dan elders via een legertje ‘implementeringspartners’.

Met de steun van…

Wanneer ik uiteindelijk met hem samen zit, laat de Somalilandse minister van Planning zich vrij nuchter uit over deze internationale situatie in zijn land. ‘Laat ze maar komen. Het is net zoals met toeristen’, legt hij me in de lobby van Mansoor uit. ‘Ze consumeren hier, nemen veiligheidsagenten en chauffeurs onder de arm, eten en slapen hier. Dat zijn inkomsten voor onze economie, ook al zou er heel wat meer van het hulpgeld bij onze mensen terecht moeten kunnen komen. We moeten hen beter organiseren zodat we op termijn meer uit de brand kunnen slepen.’

Buiten de ontelbare winkeltjes, qat-standje, de telecom en geldtransactiebredijven, lijkt alles een vermelding van ‘met steun van…’ te dragen in Somaliland. De Unhcr, het volk van Japan, de EU,… Vele Somalilanders schijnen de standaard ngo-taal onder de knie te hebben, en te voorschijn te kunnen toveren wanneer nodig of gepast lijkt, alsof ze allemaal een training of workshop achter de rug hebben.

Zo woon ik een les bij aan de Universiteit van Hargeisa over gender en de rol van vrouwen in post-conflict situaties. Ik sta versteld van de ‘textbook’ Europese feministische geschiedenis die er aan te pas komt. De klas, die ¼ uit vrouwen bestaat, lijkt mee te stappen in het verhaal. Op het eerste zicht toch. Ik hoor twee dagen later van collega Nassir van APD, die er ook was, wat hij er werkelijk van vindt. ‘Vrouwen hoeven niet te streven naar quota’s voor politieke representatie, want dat zou de competitie vervalsen.’ (Waar heb ik dat nog gehoord?) ‘Ze mogen al stemmen, en bovendien is het in onze cultuur de man die de familie vertegenwoordigt in de buitenwereld.’ Hij vertelt me hoe ze in de vervolgles een imam wisten uit te nodigen om de andere kant van het verhaal te brengen.

Stad in evenwicht

Er lijkt een parallelle wereld te bestaan in Hargeisa: die van clanoudsten en familiebanden die het sociale leven organiseren en bepalen. Het is een wereld waarin het spel van de internationale wereld ogenschijnlijk wordt meegespeeld – niet in het minst om een toegangsticketje te krijgen in de internationale arena van onafhankelijke landen.

Ik ben er nog niet helemaal uit hoe die twee werelden precies in elkaar passen. De logica zit, denk ik, ergens verborgen in wat collega Hibo me vertelt over Ambassador, dat andere hotel voor de internationalen, helemaal aan de andere kant van de stad: ‘Toen Mansoor er kwam leverde dat spanningen op in de stad, omdat het door een bepaalde clan was gebouwd. Wanneer Ambassador, eigendom van een andere clan, er jaren later ook kwam, zagen de clanoudsten dat het goed was. De stad was eindelijk terug in evenwicht.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • MO*journaliste Olivia Rutazibwa en ex-MO*journalist Stefaan Anrys presenteren op Filmfestival MOOOV in Turnhout en Brugge een selectie van de strafste documentaires uit binnen-en buitenland.

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.