Oorlog in Gaza: l’histoire se répète?

Sinds de ontvoering en moord op drie Israëlische tieners op 12 juni is er sprake van een opwaartse geweldspiraal in Gaza en de de Westoever. De huidige “escalatie” gaat echter veel verder terug. De nieuwe Israëlische aanval op Gaza maakt ondertussen disproportioneel veel burgerslachtoffers, terwijl de Israëlische Premier Netanyahu de afwijzing van een staakt-het-vuren door Palestijnse groeperingen aangreep om te stellen dat Israël nu “internationale legitimiteit” heeft om haar aanval op Gaza verder te zetten. Niets is echter minder waar. 

Sinds op 7 juli Operatie Protective Edge van start ging in de Gazastrook werden minstens 194 Gazanen (data tot 15 juli),  waaronder 149 burgers en 38 kinderen, om het leven gebracht door het Israëlische leger. Minstens 1390 Gazanen raakten gewond, waaronder 393 kinderen en 252 vrouwen. 1370 huizen werden vernietigd of ernstig beschaad, waardoor minstens 8200 personen gedwongen verplaatst werden. 18 000 anderen sloegen eveneens op de vlucht en bevinden zich in scholen van de Verenigde Naties. 600 000 Gazanen, een derde van de bevolking, dreigen hun toegang tot het waternetwerk te verliezen.

Het Internationale Rode Kruis (IRK) en Oxfam International waarschuwen voor de ineenstorting van het water- en elektriciteitsnetwerk als gevolg van de Israëlische bombardementen. De impact hiervan op het rioleringsnetwerk, ziekenhuizen, vluchtelingenkampen, scholen en huizen neemt dramatische vormen aan.

De ziekenhuizen kunnen het aantal gewonden nauwelijks aan. De Noorse chirurg Frederick Gilbert, die zich in Gaza bevindt, beschuldigt Israël van het gebruik van verboden vernietigingswapens die onnodig leed en schade toebrengen. Bij een luchtaanval op een centrum voor gehandicapten kwamen vier personen om. Jean-Bertrand Lebrun van Handicap International heeft het in een interview met De Morgen over “burgers die verpletterd raken onder ingestorte gebouwen en zeer complexe verwondingen hebben”, en stelt dat het “hier gaat om een duidelijke schending van het humanitaire recht”.

Het Israëlische leger kondigt op 16 juli aan dat het 100 000 Palestijnen in Noord-Gaza heeft opgeroepen hun woning te ontruimen. De Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken riep eerder op tot een volledige herbezetting van Gaza. Een Israëlisch parlementslid stelde dat Gaza een “deel  is van het soevereine Israël dat bevolkt zal worden door Joden”. “Gazanen kunnen naar de (Egyptische) Sinaï gaan”, aldus het parlementslid. Hij voegde er nog aan toe dat dit de huizencrisis in Israël kan oplossen.

Israël stelt dat het doet “wat eender ander land ook zou doen”, en beroept zich op haar “legitiem recht op zelfverdediging tegen terroristen”. De VN stelt dat 77 percent van de dodelijke slachtoffers burgers zijn. 

Even recapituleren

Om de gebeurtenissen in Gaza beter te begrijpen is het nodig even terug te gaan in de tijd. Op 12 juni werden drie Israëlische tieners ontvoerd, waarop het Israëlische leger een grootscheepse militaire strafoperatie ontplooide in de Westoever. Israël stelde op 15 juni dat Hamas verantwoordelijk was voor de ontvoeringen. Het leger voert raids uit op Palestijnse steden en arresteert meer dan 600 Palestijnen. Het merendeel van de arrestanten wordt verdacht van Hamas-lidmaatschap of sympathieën voor de Islamitische beweging. Vele arrestanten worden zonder enige aanklacht vastgehouden. Hebron wordt van de buitenwereld afgesloten, en minstens 10 Palestijnse burgers worden om het leven gebracht door het Israëlische leger. Tientallen Palestijnen die protesteren tegen dit massageweld worden beschoten door de Israëlische politie. De huizen van de vermeende ontvoerders worden opgeblazen, en hun familie komt op straat te staan. Een Palestijnse tiener wordt ontvoerd, levend verbrand en gedood nadat de lichamen van de drie jonge Israëli’s teruggevonden worden. Israël voert luchtaanvallen uit op de Gazastrook.

Extremistische Palestijnse militanten voeren ondertussen raketaanvallen uit op Israël. Israël stelt dat het een legitiem recht op zelfverdediging heeft tegen het raketvuur, en start een grootschalige luchtaanval op Gaza. In verschillende steden in de Westoever en Noord-Israël komt het tot zware clashes tussen het Israëlische leger en Palestijnen die protesteren tegen de collectieve bestraffing van een heel volk voor de misdaden van enkelen.

Een “escalatie” sinds 12 juni?

De huidige escalatie gaat echter verder terug dan 12 juni. Na het vastlopen van de “vredesgesprekken” tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit eind maart, tekent de Palestijnse President Abbas eind april een verzoeningsovereenkomst met Hamas. Israël is in alle staten. Het dreigt met vergeldingsmaatregelen, hoewel de nieuw te vormen eenheidsregering geen Hamasleden bevat.

Het Israëlische verzet tegen deze overeenkomst vormt de drijvende kracht achter de gebeurtenissen in de Westoever en Gaza sinds 12 juni. De kidnapping van de drie tieners werd door de Israëlische regering gretig aangegrepen om een grootscheepse aanval op Hamas uit te voeren. De Israëlische propagandamachine draait op volle toeren, en de Israëlische publieke opinie wordt volop opgehitst en klaargestoomd voor de grootste aanval op bezet Palestijns gebied in jaren.

Meer dan een maand na datum is er echter nog steeds geen enkel bewijs voor de betrokkenheid van Hamas bij de ontvoering. Berichten duiken op dat de Israëlische regering reeds kort na de ontvoering wist dat de tieners dood waren, maar de publieke opinie bewust voorloog om een klimaat van ophitsing en vergelding te scheppen.

De huidige “escalatie” in Gaza kan bovendien niet los worden gezien van de Israëlische land-,  lucht- en maritieme blokkade van het gebied. Sinds 2007 wordt de Gazastrook afgegrendeld van de buitenwereld: het wordt niet voor niets de ‘grootste openluchtgevangenis ter wereld’ genoemd. Dit leidde tot een dramatische humanitaire situatie. De Verenigde Naties vroegen zich reeds in 2012 luidop af of Gaza in 2020 nog een leefbare plek zal zijn.

Een “escalatie” in Gaza is een dagdagelijkse realiteit voor 1,8 miljoen Gazanen sinds 2007. Helaas vinden we dat enkel een nieuwswaardig feit als er raketten op Israël worden afgevuurd.

Anderen stellen dan weer dat Israël enkel zichzelf verdedigt, en er sprake is van “oog om oog, tand om tand” tegen Palestijnse raketaanvallen. Een wel erg merkwaardige voorstelling van de feiten. Sinds de start van Operatie Cast Lead, eind december 2008, kwamen in totaal 2066 Palestijnen en 27 Israëli’s om het leven in Gaza. 76 Palestijnse ogen voor 1 Israëlische tand, kortom. 

En toch blijft er sprake van een “conflict” tussen twee “gelijken” waarbij het bezette volk allen “terroristen” zijn en de bezetter “slachtoffers”. 

“Internationale legitimiteit” vs “internationaal recht”

Israël aanvaardt op 15 juli een Egyptisch voorstel tot staakt-het-vuren. Hoewel Hamas en andere groeperingen zeggen nog te beraadslagen herneemt Israël al na enkele uren haar luchtaanvallen op Gaza. De Israëlische Premier Netanyahu stelt dat Israël nu de “internationale legitimiteit” heeft om haar aanvallen op Gaza te hervatten. De Duitse Minister van Buitenlandse Zaken Steinmeier beaamt. Vanuit Gaza blijven raketten op Israël afgevuurd worden. Hoewel de meeste raketten tot nog toe uit de lucht geschoten werden door de Israëlische “Iron Dome” of terechtkwamen in onbewoond gebied, komt een eerste Israëli om het leven door raketvuur. Netanyahu beveelt nieuwe raketaanvallen op Gaza.

Onschuldige burgers worden door het internationale recht echter ten allen tijde beschermd tegen geweld tijdens een internationaal conflict, ongeacht de politieke of militaire berekeningen van deze of gene strijdende partij.

De “internationale legitimiteit” die Netanyahu of Steinmeier menen te ontwaren na de afwijzing van een staakt-het-vuren door Palestijnse groeperingen geven Israël dus allesbehalve groen licht om voort te gaan met haar aanval op Gaza indien deze disproportioneel veel burgerslachtoffers maken.

Aangezien Hamas de Gazastrook bestuurt, beschouwt Israël overheidsinstallaties zoals water- en elektriciteitscentrales als een legitiem militaire doelwit. Huizen van militanten die verdacht worden van het plannen van aanvallen worden eveneens als doelwit gezien, hoewel het internationale recht vereist dat er sprake moet zijn van directe participatie aan vijandelijkheden vooraleer individuen geviseerd kunnen worden. De Israëlische mensenrechtenorganisatie Btselem wijst erop dat de private huizen van Hamasleden enkel een legitiem militair doelwit vormen indien men kan bewijzen dat het huis effectief heeft bijgedragen aan de militaire operaties van strijdende partijen. Hoewel het Israëlische leger de afgelopen dagen tientallen huizen van “verdachte” hamasleden of “terroristische infrastructuur” aanviel was er in het grootste deel van de gevallen geen bewijs van enige concrete militaire activiteit, aldus Btselem. Dergelijke aanvallen zijn mogelijk oorlogsmisdaden

Indien er, zoals Israël beweert, sprake is van het gebruiken van menselijke schilden door Hamas en andere groepen om militaire infrastructuur te beschermen, kan er mogelijk sprake zijn van een oorlogsmisdaad langs Palestijnse kant. Dergelijke aantijgingen moeten eveneens onderzocht worden. Laat het nu echter net Israël zijn dat zich altijd als een duivel in een wijwatervat heeft verzet tegen de vorming van internationale onderzoeksteams of de aanvaarding van de jurisdictie van het Internationaal Strafhof. “Schadelijk voor de vrede”, weet u wel.

Het internationale recht gaat daarnaast uit van het principe van proportionaliteit, waarbij de aanvaller er alles aan moet doen om “nevenschade” te vermijden bij aanvallen tegen vijandelijke strijders. Het gooien van een bom van één ton op het huis van een Hamasleider lijkt alvast niet aan dit principe te voldoen. Indien er twijfel bestaat over het militaire karakter van een bepaalde persoon of gebouw moet de aanvaller bovendien altijd uitgaan van het civiele karakter van personen of gebouwen.

Israël werpt echter op dat het er alles doet om het risico op burgerslachtoffers te vermijden. De afgelopen week maakte Israël gebruik van de zogenaamde “klop op het dak”. Hierbij wordt een eerste relatief onschadelijke “waarschuwingsbom” op een huis afgevuurd, waarop de inwoners nauwelijks vijf minuten hebben om zich uit de voeten te maken. Btselem en Human Rights Watch stellen echter dat het internationale recht vereist dat de waarschuwing “effectief” is. Indien burgers onvoldoende tijd wordt gegeven hun huizen te verlaten is er nog steeds sprake van een schending van het internationale recht.

Israël wijst er eveneens op dat het briefjes dropt vanuit vliegtuigen waarin Gazanen aangeraden wordt hun huis te ontvluchten. Men kan zich echter afvragen naar waar 100 000 Gazanen die leven in één van de meest dichtbevolkte en hermetisch afgesloten gebieden op aarde kunnen vluchten.

Wat met Hamas?

De afwijzing van het Egyptische voorstel tot staakt-het-vuren werd door Israël gretig aangegrepen om haar luchtaanvallen op Gaza verder te zetten. De mogelijkheid van een Israëlisch grondoffensief wordt steeds reëler. Dat zou in de eerste plaats catastrofale gevolgen hebben voor Palestijnse burgers. Het zou echter evenmin het eigenbelang van Israël dienen. Niet alleen is de Israëlische publieke opinie erg gevoelig voor dode of ontvoerde Israëlische soldaten, het gevaar van een machtsvacuüm waar extremistischere bewegingen dan Hamas kunnen van profiteren is niet denkbeeldig.

Hamas is immers een religieuze én politieke beweging die politieke doelen hoopt te bereiken via militaire middelen. Hoewel het evenzeer mensenrechten schendt en haar hand niet omdraait voor mogelijke oorlogsmisdaden, is het geen uniforme verzameling van religieus-extremistische en jodenhatende fanatici die geen enkele ratio kennen.

De beweging heeft in het verleden reeds meerdere bestanden met Israël afgesloten én gerespecteerd, en heeft duidelijke eisen gesteld waaraan voldaan moet worden eer er sprake kan zijn van een staakt-het-vuren.

Waarnemers stellen dat deze terughoudendheid tot een staakt-het-vuren niet geheel onbegrijpelijk is. Ze wijzen erop dat het laatste staakt-het-vuren dat Israël met Hamas sloot (in november 2012) grotendeels nageleefd werd door Hamas tot begin 2014, hoewel Israël onverminderd voort ging met aanvallen op Gaza. In 2013 kwamen 11 Gazanen om het leven. Het staakt-het-vuren leidde bovendien allesbehalve tot het doorbreken van de onhoudbare status-quo in de blokkade van Gaza, integendeel. Hamas staat daarnaast uitermate wantrouwig tegenover Egypte, waar haar moederorganisatie op bloederige wijze vervolgd wordt.

Op 16 juli bood Hamas Israël een tienjarig staakt-het-vuren aan. Een aantal van haar voorwaarden zijn allesbehalve onredelijk, integendeel: de onmiddellijke opening van een aantal grensovergangen voor mensen en goederen, het bemannen van het afscheidingshek aan de Gazaans-Israëlische grens met VN-troepen, het onder controle van de VN plaatsen van de Rafah-grensovergang, de creatie van een luchthaven en zeehaven onder supervisie van de VN, de uitbreiding van de toegelaten visserszone aan de kust van Gaza, en een einde aan elke Israëlische bemoeienis in het interne Palestijns verzoeningsproces.

Wat nu?

Als Israël écht van goede wil is gaat het in op een aantal van de bovengeschetste voorwaarden en gaat het aan tafel zitten met Hamas om een definitief einde aan de blokkade van Gaza te onderhandelen. Het kondigt een onmiddellijke bevriezing aan van de bouw van meer nederzettingen in de Westoever en heropent onmiddellijk een aantal grensovergangen om voedsel, brandstof en medicijnen toe te laten tot Gaza.

De Israëlische oppositieleidster Gal-On lijkt alvast te beseffen dat een staakt-het-vuren alleen niet voldoende is, maar dat het beleg van Gaza beëindigd moet worden. Dat is geen ondersteuning of legitimering van Hamas, enkel een rationeel pragmatisme. Het zoeken naar een pragmatische oplossing boven een cynisch bloederig opbod onder het mom van “zelfverdediging” en “internationale legitimiteit”. “Je onderhandelt met je vijanden, niet met je vrienden”, wist zelfs de vermoorde Israëlische Premier Rabin, allesbehalve een softie.

De huidige situatie maakt de noodzaak van een duurzame oplossing die voorbij een bloederige spiraal van escalatie, bestand en nieuw geweld gaat immers enkel meer acuut. Hoeveel operaties Cast Lead, Pillar of Defense of Protective Shield nog eer de wereld dat beseft?

De afgelopen twee decennia is de Israëlische politiek echter steeds meer opgeschoven naar extreemrechts. Extremistische kolonisten houden het huidige kabinet in een houtgreep, en maken niet langer een geheim van hun intentie om de Palestijnse gebieden in te lijven bij Israël. Dergelijke extremistische positie is echter allesbehalve het alleenrecht van de nationalistisch-religieuze kolonisten. Netanyahu zelf deed er tijdens zijn eerste ambtstermijn (1996-1999) alles aan om de Oslo-akkoorden (1993) eigenhandig te kelderen, en vergeleek een Palestijnse staat ooit met de Nazi-overname van Sudetenland. Hij leidt een kabinet dat op een nooit geziene wijze nieuwe nederzettingen bouwt. De gebeurtenissen van de afgelopen maanden laten weinig ruimte voor verbeelding over de vredesintenties van het Israëlische kabinet (zie hier, hier, hier, en hier). 

Tijdens een persconferentie op 11 juli maakte Netanyahu niet langer een geheim van zijn aversie tegenover een Palestijnse staat: “Ik denk dat het Israëlische volk nu begrijpt wat ik altijd heb gezegd: dat er geen situatie kan zijn, onder welke overeenkomst dan ook, waarin we de veiligheidscontrole over het gebied ten westen van de Jordaanrivier (heel Israël en Palestina samen, nvdr) kunnen loslaten”. Dit terwijl de Europese Unie Israël een nooit eerder gezien pakket van geprivilegieerd partnerschap aanbiedt indien het vrede sluit met de Palestijnen. Het geduld van de EU met Israël raakt echter stilaan op.

Tijd voor de Europese Unie

Indien op korte termijn er geen sprake is van een einde aan de blokkade van Gaza en een levensvatbare Palestijnse staat is het tijd voor de EU om op de voorgrond te treden, en Israël tot actie te dwingen. Het is tijd dat de EU haar verantwoordelijkheid neemt, en haar mooie woorden in daden omzet. Zolang Israël haar verplichtingen onder het internationale recht niet naleeft, moet het associatieakkoord met het land opgeschort worden.

Het is tijd dat de EU onverwijld de labelling van nederzettingenproducten invoert, zodat de Europese consument tenminste weet waar hij aan toe is. Het is tijd om op EU-niveau richtlijnen voor het zakenleven uit te vaardigen die handel en samenwerking met entiteiten uit de illegale nederzettingen afraden, zoals reeds gedaan door verschillende Europese regeringen. Zolang Israël haar inhumaan beleid in bezet gebied niet beëindigd, is het tijd om elke vorm van militaire samenwerking en wapenhandel met het land op te schorten.

Maar het is vooral ook tijd dat Europese lidstaten hun verzet opgeven tegen een toetreding van Palestina tot het Internationaal Strafhof. Schendingen van het internationale recht, of ze nu begaan worden door Israël, Hamas of andere gewapende groeperingen, moeten bestraft worden. Bestraffing is de beste preventie voor toekomstige misdaden.

De tijd van het eens vriendelijk te vragen is voorgoed voorbij. Decennialange “vredesgesprekken” laten daar weinig illusies over bestaan. “Vredesgesprekken” als substituut en alter ego voor échte vrede hebben ons gebracht waar we vandaag staan. Nergens.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.