Dossier: 

‘Zonder de taal kan je geen goede burger en buur zijn’

We vroegen filosoof en Brusselaar Philippe Van Parijs hoe we moeten omgaan met vluchtelingenstromen, migratiestromen en diversiteit. Hoe vorm je een gemeenschap als je zo verschillend bent? 

  • Bron: Vimeo Bron: Vimeo

Philippe Van Parijs is een internationaal gerenommeerd filosoof. Hij doceert aan de universiteiten van Louvain-la-Neuve en Oxford. Hij denkt diep na over de grote uitdagingen waar we voor staan, maar wordt soms ook heel praktisch. Als Brussel een autoloos Beursplein had om de aanslagen te herdenken, danken ze dat aan zijn PicNic the streets, een burgeractie die de politiek eindelijk de moed gaf om een groter deel van Brussel autovrij te maken.

We vroegen hem hoe we moeten omgaan met vluchtelingenstromen, migratiestromen en diversiteit. Kan je een sociale samenleving met een uitgebreide sociale bescherming maken als je geen gemeenschap vormt?

‘In mijn ideale wereld heeft iedereen het recht zich te vestigen waar hij of zij dat wil. Die vrijheid is evenwel alleen mogelijk als slechts een klein deel van de mensen wil verhuizen. En dat zal alleen het geval zijn als de ongelijkheid in de wereld veel kleiner wordt én als de demografische transitie van bevolkingsexplosie naar een meer stabiele bevolking overal voorbij is.

‘De voorwaarden voor open grenzen zijn niet voldaan’

Die voorwaarden zijn zeker niet voldaan. De ongelijkheid blijft enorm. En Europa ligt naast Afrika, het continent waar de bevolkingsgroei nog zeer hoog is. Om te begrijpen wat dit betekent, een concreet voorbeeld. In de 20ste eeuw telden Congo en België op een bepaald moment elk tien miljoen inwoners. Tegen 2050 zal Congo 150 miljoen inwoners tellen, en België veertien miljoen. In die omstandigheden kan je geen open grenzen hebben, en moet je dus onvermijdelijk controles instellen aan de Europese grenzen, de Schengengrenzen of op een nog lager niveau. Wie wel of niet binnen mag, zal altijd een beetje bricoleren zijn, hoe helder de criteria op zich ook zijn.’

Als migranten hier neerstrijken, moeten we leren samenleven met hen. Hoe doen we dat best?

Philippe Van Parijs: De multiculturele samenleving was geschikt in een situatie waarin mensen met verschillende culturele achtergronden zich stabiel in een land vestigden. Zo kregen ze de tijd om zich geleidelijk wederzijds aan te passen. Diverse groepen konden tot op zekere hoogte eigen instellingen hebben, maar allen werden geacht de waarden en normen van de liberale samenleving te delen, en de taal te leren.

‘In Brussel steeg de groep mensen die noch Frans, Engels of Nederlands spreken van 3,5 naar 8 procent. Dat is dramatisch.’

Nu leven we in een wereld waar immigranten ofwel van het ene land naar het andere hoppen, of tegelijkertijd permanent deel blijven uitmaken van hun land van herkomst én hun land van aankomst. In Brussel nam het percentage mensen dat noch Frans, Engels of Nederlands spreekt tussen 2006 en 2011 toe van 3,5 naar 8 procent. Dat is dramatisch. Vraag is of we in die omstandigheden geen ander model nodig hebben.

Welk model zou dat dan zijn?

Philippe Van Parijs: Er is nood aan een inclusieve identiteit, territoriaal, je hoort erbij als je hier woont, wat ook je afkomst is. We moeten identiteit niet gaan definiëren in termen van de plaatstelijke godsdienst van diegenen die daar al het langst leven. Dat zegt Abou Jahjah met ‘De stad is van ons’. En, we moeten allemaal voelen dat de gemeenschap tot ons behoort, en wij tot de gemeenschap behoren.

Zeg je dan dat we beter niet spreken over waarden maar over wetten?

Philippe Van Parijs: Ik heb het nooit graag gehad dat men over onze Europese waarden sprak, ook al omdat veel van die centrale waarden door heel veel niet-Europese mensen worden gedeeld. Wat belangrijk is, als onderliggend principe, is dat de instellingen en wetten zo zijn dat ze een gelijk respect en een gelijke bekommernis uitdrukken voor de zeer verschillende visies op het goede leven die in een diverse samenleving aanwezig zijn.

‘Er moet een gelijk respect zijn voor de verschillende visies op het goede leven.’

Dat is ook wat verwacht mag worden van iedereen die hier woont. Maar dat is een moeizame verworvenheid, die nooit voor altijd gegarandeerd is. Dat is iets heel kostbaars in onze samenleving dat beschermd moet worden, inclusief tegen een te snelle en te slordige immigratie.

En hoe geraak je daar?

Philippe Van Parijs: Taal, taal, taal. Taal is in de huidige omstandigheden nog belangrijker dan vroeger. Je kan geen goeie burger en buur zijn, of een goeie baan hebben als je de taal niet leert. In die zin heb ik begrip voor de Vlaamse eis dat wie een sociale woning wil zich moet inspannen om de taal te leren. Instellingen zoals de politie zijn best een afspiegeling van de diversiteit in de samenleving.

Mensen moet werk vinden – we moeten de discriminatie op de arbeidsmarkt bestrijden - en goede scholing. Jonge Brusselaars worden op dat vlak weggeblazen door de drietalige Brabanders. In Brussel is twintig procent tweetalig, in Vlaams-Brabant is dat zestig procent. De gevolgen zijn meteen duidelijk als je weet dat talenkennis belangrijk is voor vele jobs in Brussel. Er moeten publieke ruimtes zijn waar iedereen zich lekker voelt, het Beursplein is een plein geworden voor het volk van Brussel.

De Amerikaanse socioloog Robert Putnam stelde vast dat meer diverse samenlevingen creatiever en innovatiever zijn, maar dat er minder vertrouwen is tussen de mensen.

Philippe Van Parijs: Ik negeer dat zeker niet. Ik heb zelf ervaren dat vertrouwen moeilijker is als je met je buurvrouw niet of amper kan praten. Daarom is taal zo belangrijk. Maar goed, we gaan hier nooit etnische zuiveringen doen, we moeten leren leven met die diversiteit. Ik denk dat gelijke respect en bekommernis aanwezig moeten zijn in de instellingen, maar ook in het dagdagelijkse gedrag.

In steden moeten we het ook gewoon worden om altijd iets meer te aanvaarden van anderen dan we denken dat we zouden moeten aanvaarden. En iets minder te doen van wat we zelf denken dat we het recht toe hebben. Bijvoorbeeld, hoe we ons aankleden.

‘In een diverse stad, pas je je rechten toe met tact, met empathie voor de anderen.’

Je kan als vrouw geloven dat je je gezicht moet verbergen achter een boerka of zoveel mogelijk je borsten moet tonen. Ik ben er niet voor om dat allemaal in wetten te gieten, maar je moet voortdurend een vorm van zelfcensuur uitvoeren omdat je omgeven bent door mensen die de zaken heel anders zien. Hetzelfde voor de vrijheid van meningsuiting, dat moeten we beschermen als recht, maar gebruik het met tact.

Dat betekent niet dat je niet zegt wat je belangrijk vindt, maar de manier waarop je het zegt, moet kunnen geleid worden door empathie, door de wereld proberen te zien zoals de ander die ziet. Dat geldt voor iedereen natuurlijk. Zo’n ethos moet verspreid worden in de hele bevolking, maar dat kan natuurlijk maar als er communicatiekanalen zijn.

En is wellicht ook moeilijk als mensen hoppen van de ene plaats naar de andere?

Philippe Van Parijs: Je moet genoeg mensen hebben die voelen dat dit hun stad is, waar ze verantwoordelijkheid voor willen dragen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.