Wie zijn de criminele asielzoekers die België gedwongen kan terugsturen naar Irak?

Nieuws

Akkoord tussen België en Irak over terugname Irakezen is niet transparant

Wie zijn de criminele asielzoekers die België gedwongen kan terugsturen naar Irak?

Wie zijn de criminele asielzoekers die België gedwongen kan terugsturen naar Irak?
Wie zijn de criminele asielzoekers die België gedwongen kan terugsturen naar Irak?

In april 2017 tekende België een overeenkomst met Irak over de terugname van Irakezen, in de eerste plaats ‘criminele asielzoekers die een gevaar vormen voor de openbare orde’. Die omschrijving is echter ruim te interpreteren. Bovendien is niet geweten wat juist in het akkoord is opgenomen.

© Karim Abraheem

© Karim Abraheem​

‘Ons Europees visabeleid wordt een instrument in de betere samenwerking voor terugkeer en terugname’. De boodschap van de Europese Commissie die gisteren vergaderde over de hervormingen van het Europese visabeleid was duidelijk. Wanneer derde landen ‘onvoldoende samenwerken om illegale migranten terug te nemen, zullen hen striktere visavoorwaarden’ worden opgelegd.

Europa wil al langer inzetten op een strenger en een meer Europees gecoördineerd terugkeerbeleid, en zet in dat kader steeds harder in op terugnameakkoorden met derde landen. Zo sloot de Europese Unie in oktober 2016 een intentieverklaring met Afghanistan met betrekking tot gedwongen terugkeer van personen die geen internationale bescherming hebben gekregen.

Ook voor België is de ondertekening van dergelijke – bilaterale – akkoorden een prioriteit. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken liet weten dat hij dit jaar de ambitie heeft om 12.000 vreemdelingen terug te sturen, targets waarvoor hij in de voorbije maanden alvast weinig vooruitgang boekte. Gedwongen terugkeer is een kwestie van afspraken met derde landen. En daar knelt het schoentje. Die zijn er nauwelijks. Toch tekende België in 2015 en 2016 zogenaamde Memorandums of Understanding voor de terugname van landgenoten met Togo, Nigeria, Marokko, Somalië, en Kameroen.

Ook Irak aanvaardt nu gedwongen repatriëring van landgenoten

Iraakse asielaanvragen in België. De cijfers.
Asielaanvragen per jaar
2015: 7722 (1e plaats binnen totaal asielaanvragen)
2016: 1779 (3e plaats binnen totaal asielaanvragen)
2017: 1357 (3e plaats binnen totaal asielaanvragen)
Erkenningen Vluchtelingenstatus
2015: 527
2016: 2742
2017: 923
Subsidiaire Bescherming
2015: 286
2016: 556
2017: 178
Weigeringen asielaanvraag:
2015: (niet beschikbaar)
2016: 2774
2017: 1694
BRON: www.cgvs.be

Ook met conflictland Irak, dat in de voorbije drie jaren met stip in de top drie van herkomstlanden van asielaanvragers stond, maakte België afspraken. Bijna een jaar geleden tekenden Irak en België een intentieverklaring over gedwongen repatriëring van Irakezen uit België. Het akkoord kwam er na een driedaagse missie naar Irak van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, minister van Defensie Steven Vandeput en Theo Francken.

Tot dan was het voor België theoretisch onmogelijk om Irakezen gedwongen terug te sturen naar Bagdad. Bagdad weigerde immers de terugname van landgenoten die ons land wilde uitwijzen. Toch werden, met behulp van een laissez-passer van de ambassade, in 2016 al wel 8 mensen teruggestuurd, zo bevestigde de Dienst Vreemdelingenzaken. In 2017, het jaar waarin het akkoord werd ondertekend, werden 13 personen teruggestuurd naar Bagdad, zegt Katrien Jansseune, woordvoerster van staatssecretaris Francken.

‘De akkoorden kunnen echter helaas niet publiek worden meegedeeld’, verklaarde Francken

Op eerdere parlementaire vragen (juni 2017) van Kamerlid Nahima Lanjri over de juiste toedracht van het akkoord, volgde Theo Francken de Belgische politieke traditie over terugnameakkoorden met derde landen: hij bleef bijzonder vaag. ‘We tekenden inderdaad een intentieverklaring met de Centraal-Iraakse autoriteiten in Bagdad en een intentieverklaring met de Iraaks-Koerdische autoriteiten in Erbil. In die akkoorden werd een engagement tot samenwerking onderschreven op het vlak migratie en veiligheid.’

Naast informatie-uitwisseling werden ook topics over zowel gedwongen als vrijwillige terugkeer – wat de voorkeur blijft dragen – opgenomen, verklaarde Francken. ‘De akkoorden kunnen echter helaas niet publiek worden meegedeeld’, klonk het. Hij voegde eraan toe dat hij zelf voor transparantie is, ‘maar dat het akkoord ook over defensie en veiligheid gaat, domeinen waarvoor Francken zelf niet bevoegd is.’

De vragen moeten, met andere woorden, ook daar worden neergelegd.

‘Criminele personen’ voor interpretatie vatbaar

Dat België vrijwillige terugkeer naar Irak prioritair blijft beschouwen werd ook in het akkoord opgenomen, liet Francken weten. En zoals aanvankelijk werd gecommuniceerd, wordt voor gedwongen terugkeer naar Irak in hoofdzaak gekeken naar ‘criminele Irakezen die een gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid’. Maar, zeggen juristen, die omschrijving is zeer ruim te interpreteren. Een gauwdief kan je immers moeilijk op dezelfde lijn plaatsen als pakweg een drugstrafikant. De belangrijkste vraag is echter of mensen die illegaal in ons land verblijven, zoals uitgeprocedeerde asielzoekers, ook onder die categorie vallen.

‘We sluiten niet uit dat we – los van dit akkoord – ook terugkeer organiseren voor andere (niet-criminele) profielen in illegaal verblijf’

Het kabinet Francken benadrukt dat het akkoord in eerste instantie wel degelijk de terugname van criminele Irakezen beoogt. ‘Maar dit sluit uiteraard niet uit dat we – los van dit akkoord – ook terugkeer organiseren voor andere profielen in illegaal verblijf’, reageert Katrien Jansseune.

Ook zij dienen terug te keren, vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet. Vóór de afsluiting van dit akkoord werden ook personen teruggebracht naar Irak, uiteraard gaat het steeds om personen in illegaal verblijf. Wat de criminele profielen betreft, gaat het om Irakezen die in België een veroordeling hebben opgelopen, de openbare orde verstoren of een gevaar zijn voor de nationale veiligheid. Het gaat onder meer over personen die veroordeeld werden voor mensenmokkel, bendevorming, openbare zedenschennis.’

Dat was het geval bij tien van de dertien teruggestuurde Irakezen in 2017. Over de drie andere profielen kreeg MO* geen bijkomende informatie.

Verwarring troef

Gezien sinds september 2017 geen internationale vluchten meer mogelijk zijn die rechtstreeks naar Erbil vliegen, werden na die datum ook mensen – met eindbestemming Erbil – via Bagdad gerepatrieerd. Die werden dus ook opgenomen in de cijfers van verwijdering naar Bagdad.

Op de vraag om meer informatie te krijgen over de (gedwongen) verwijderde Irakezen in 2016, was het antwoord van het kabinet Francken verwarrend. Er werd immers gesuggereerd dat mensen die gedwongen werden verwijderd vrijwillig wensten terug te keren. ‘In 2016 werden effectief acht personen teruggestuurd. Dit waren allemaal personen die ofwel in het bezit waren van een geldig paspoort ofwel vrijwillig wensten terug te keren waardoor zij de nodige reisdocumenten konden bekomen van het Iraakse consulaat.’

Voor in 2017 de intentieverklaring tussen België en Irak werd getekend, konden mensen met geldige identiteitspapieren dus wel degelijk gedwongen worden teruggestuurd. Zo bestond de mogelijkheid dat de centraal-Iraakse of de Koerdische regionale overheden toch toestemming gaven voor terugname van een persoon, ook al had die geen geldig paspoort.

Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2014, onder de vleugels van Franckens voorgangster Maggie De Block, bij een Irakees die ik ontmoette in het Iraakse Sulaimaniyah (Koerdische Autonome Regio). ‘Ik moet een van de eerste personen geweest zijn die gedwongen werden teruggestuurd naar Bagdad’, vertelde Bahaadin, oorspronkelijk uit Kirkoek. Bahaadin beweerde geen crimineel dossier in ons land te hebben maar toch uitgezet te zijn nadat hij een bevel had gekregen om het grondgebied te verlaten. Hij werd opgepakt in Leuven en naar het gesloten centrum van Brugge geplaatst. Een tijdje later werd Bahaadin gerepatrieerd. Bij een tussenstop in Amman hield de Jordaanse politie het vliegtuig twee uur aan de grond. ‘Ze weigerden me aanvankelijk naar Bagdad te sturen, omdat ik geen reisdocumenten had, geen toelating, niets.’

© Karim Abraheem

Migranten in Zeebrugge

© Karim Abraheem​

Gevaar voor non-refoulement

Organisaties als de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR keuren gedwongen terugkeer naar Irak af.

Toen ik afgelopen januari voor MO* een reportage over vrijwillige terugkeer naar Bagdad maakte, sprak ik met verschillende mensen van internationale organisaties ter plaatse. Op mijn vraag of Bagdad als ‘veilig’ valt te beschouwen, kwam steevast de vraag terug hoeveel bomaanslagen er al geweest waren sinds ik er was. Ter info, dat waren er op dat moment twee, waaronder een waarbij liefst 38 mensen het leven lieten. ‘Bagdad kan je dus absoluut niet beschouwen als een regio waar je mensen gedwongen naar kan terugsturen’, zei een stafmedewerker van IOM Irak, ‘ook al wordt de regio klaarblijkelijk door Europese lidstaten beschouwd als “veilig”. Mensen worden hier niet per se individueel als doelwit bekeken, maar ze kunnen wel gevaar lopen omdat ze tot een bepaalde religie, minderheid of etnie behoren.’

Organisaties als de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR keuren gedwongen terugkeer naar Irak af.

Anders dan vrijwillige terugkeerders kunnen gedwongen terugkeerders geen keuze over veiligheid maken, klinkt het. ‘En nog, zelfs als mensen met een crimineel dossier worden teruggestuurd, blijft de vraag of ze kans maken dat hun rechten beschermd zullen worden. Het principe van non-refoulement blijft een uitgangspunt. Het (verbod op terugsturen naar een land/regio waar iemand vervolging moet vrezen of waar haar/zijn leven of veiligheid in gevaar is, td) geldt voor iedereen.’

‘Non-refoulement is een algemeen principe dat bij elke terugkeeroperatie geval per geval wordt afgewogen, ongeacht of de persoon in kwestie criminele feiten heeft gepleegd of niet’, reageert Katrien Jansseune, woordvoerster van staatssecretaris Francken daarop. Jansseune verwijst in de eerste plaats naar de voorafgaande rol van het Commissariaat Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen die instaat voor de beslissing of asielzoekers al dan niet gevaar lopen in hun herkomstland en in die zin bescherming krijgen in ons land.

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Info: www.fondspascaldecroos.org