Afrika ziet nog geen licht aan het einde van de tunnel (*)

Nieuws

Afrika ziet nog geen licht aan het einde van de tunnel (*)

Rudy Pieters

07 oktober 2009

Lange tijd dachten experts dat de wereldwijde crisis Afrika niet echt veel pijn zou doen. Ze vergisten zich. Er vielen klappen, rake klappen zelfs, en in een continent dat het voor de crisis al moeilijk had, komen die dubbel zo hard aan. Zicht op een uitweg heeft Afrika nog niet.

Een jaar geleden voorspelden veel analisten nog dat Afrika relatief ongeschonden uit de wereldwijde financiële en economische crisis zou komen. De Afrikaanse banken zijn niet echt in de wereldmarkt geïntegreerd en dus zijn ze minder blootgesteld aan kredietrisico’s, was een veel gehoord argument. Wat lang als een nadeel beschouwd werd, zou voor een keer een voordeel zijn.
De Afrikaanse banksector hield inderdaad redelijk stand. Maar naarmate de wereldeconomie onderuitging, schoof ook Afrika steeds verder weg. Prognose na prognose werd naar beneden bijgesteld. Het Internationaal Monetair Fonds verwacht nu dat de economische groei in Afrika ten zuiden van de Sahara dit jaar tot 1,7 procent zal terugvallen, dat is bijna 3 procent minder dan vorig jaar.
De klappen kwamen dubbel zo hard aan omdat Afrika niet bepaald gewapend is tegen dit soort crisissen. Het continent had het vorig jaar bovendien zwaar te verduren gekregen door droogtes en de gestegen voedsel- en olieprijzen. Zelfs beperkte schade is nog zware schade voor Afrika.

Export

De crisis heeft vooral Afrikaanse landen die veel grondstoffen uitvoeren, midscheeps geraakt. De vraag naar grondstoffen als olie en ertsen, traditionele sterkhouders van de Afrikaanse economie, daalde gevoelig, de prijzen eveneens.
Dat was op de eerste plaats slecht nieuws voor landen als Nigeria, Angola, Congo en Zambia. De Congolose mijnindustrie is bijvoorbeeld in elkaar geklapt. In het zuidoostelijke Katanga, dat zwaar van de koper- en kobaltontginning afhangt, is 60 procent van de bedrijven gesloten en zijn 300.000 mensen op straat beland.
Volgens de Afrikaanse Ontwikkelingsbank kunnen de Afrikaanse exportinkomsten dit jaar met meer dan 250 miljard dollar dalen. De meeste landen zijn daarbij uiterst kwetsbaar omdat ze zeer sterk van één exportproduct afhankelijk zijn. Angola, Libië en Nigeria voeren bijvoorbeeld voor meer dan 90 procent olie uit. Burkina Faso en Mali hangen voor meer dan 80 procent van hun export van katoen af.

Andere geldstromen drogen op

Ook de andere geldstromen naar Afrika drogen op door de crisis. Door de dalende export zien de Afrikaanse overheden hun inkomsten verminderen. Nigeria, dat tot voor kort een begrotingsoverschot had, kampt nu met een tekort. In Zambia was de regering vorig jaar uitgegaan van 300 miljoen euro inkomsten uit de verkoop van koper; uiteindelijk kwam er 46 miljoen euro binnen.
De buitenlandse investeringen, die de laatste jaren belangrijker waren geworden dan de ontwikkelingshulp, dalen eveneens gevoelig. En meer dan één westers land probeert nu zijn eigen ontsporende budget onder controle te krijgen door ook in de ontwikkelingshulp zelf het mes te zetten. Voor landen als Ethiopië en Niger, waar bijna de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft, kan dit enorme gevolgen hebben.
Op koop toe kwamen ook Afrikaanse migranten in Europa en de Verenigde Staten in het oog van de storm terecht. Velen verloren hun baan of zagen hun inkomen kelderen. Daardoor sturen ze nu minder geld naar het moederland.

Geen uitweg

Door die grote afhankelijkheid van het buitenland lijkt een uitweg uit de crisis nog niet meteen in zicht voor Afrika. Er gaan steeds meer stemmen op, onder meer bij de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en de Afrikaanse Unie, om de handel tussen de Afrikaanse landen onderling te versterken. Maar voorlopig stelt die weinig voor: van de uitvoer van alle Afrikaanse landen samen gaat minder dan 10 procent naar andere Afrikaanse landen.
Bovendien wil Zuid-Afrika niet echt mee. Zuid-Afrika, de sterkste economie op het continent, vindt dat de mogelijkheden voor onderlinge handel beperkt zijn en kijkt op de eerste plaats naar de rijke landen. Die kunnen relanceplannen financieren om de crisis aan te pakken, terwijl ontwikkelingslanden, volgens Zuid-Afrika, alleen niet-financiële instrumenten zoals hogere importtarieven kunnen inzetten.

Ergste komt nog

Ondertussen zinken steeds meer Afrikanen in de armoede weg. De vooruitgang die de laatste jaren geboekt was, dreigt verloren te gaan. Op korte termijn dreigt weer een humanitaire crisis in Oost-Afrika als gevolg van de opeenvolgende droogtes.
Het ergste moet misschien nog komen. Aangezien westerse budgetten voor ontwikkelingshulp jaren van tevoren vastgelegd worden, laat hun vermindering zich wellicht pas vanaf 2012 voelen in Afrika, zegt Tony Hawkins, professor economie aan de Universiteit van Zimbabwe. “Het is waarschijnlijk dat secundaire en tertiaire effecten van de wereldwijde recessie een langere impact zullen hebben op Afrika, wat betekent dat de economieën van het continent in 2009 en 2010 zullen vertragen.”
* Dit is een artikel in de vijfdelige reeks ‘Uitwegen uit de crisis’. IPS belicht deze en volgende week hoe landen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika uit de crisis komen, hoe duurzaam de wereldwijde relance-inspanningen zijn en welke invloed de crisis heeft op de strijd tegen de klimaatverandering.