Colombiaanse indianen mobiliseren tegen geweld

Nieuws

Colombiaanse indianen mobiliseren tegen geweld

Constanza Vieira

24 juli 2011

De invloedrijke Regionale Inheemse Raad van Cauca (CRIC) in het zuidwesten van Colombia heeft opgeroepen tot een 'minga' of protestmars tegen het geweld van het Colombiaanse leger en de FARC, de belangrijkste guerrillagroepering in het land.

De FARC liet op 9 juli een autobom ontploffen op een drukke markt Toribío, een stad met 4000 inwoners die omringd wordt door reservaten van Nasa-indianen. Tegelijkertijd

kwamen uit nabijgelegen plaatsen meldingen van aanslagen. De gewelddadigheden vormden de directe aanleiding voor de minga.

“Bij een minga (een term die verwijst naar een traditionele bijeenkomst of activiteit in het algemeen belang) vertrekken we, maar we weten niet wanneer we terugkomen”, zegt Dario Tote, een Coconuco-leider die regionaal coördinator is van het onderwijsprogramma van de CRIC. De CRIC vertegenwoordigt negen inheemse etnische groepen in de provincie Cauca.

“Onze kinderen zijn doodsbang”, zegt Tote. “Als ze op weg naar school zijn, verschijnen er gewapende mannen op de weg en het is onduidelijk of het militairen, guerrillastrijders of rechtse paramilitairen zijn. De kinderen schrikken van de uniformen, wapens, de vuurgevechten, helikopters en vliegtuigen.”

Ontmanteling kampen

De protestmars zal volgens Tote binnen twee weken van start gaan. De indianen marcheren door inheemse gebieden die bezet worden door gewapende groepen. Het doel is om het leger, de politie en de FARC te dwingen de bases en kampen die temidden van de burgerbevolking zijn opgezet, te ontmantelen.

“We willen geen enkele partij een militair voordeel geven. We willen alleen ons leven en onze autonomie verdedigen”, zegt de CRIC in een verklaring die deze week werd uitgegeven.

Afgelopen woensdag en donderdag kwamen 6000 indianen in Toribío bijeen voor beraad met de regionale CRIC-leiders. De stad en de omliggende reservaten werden in 1702 door de Spaanse koloniale autoriteiten erkend als inheems gebied. Er wonen ongeveer 28.000 mensen, van wie 90 procent Nasa-indiaan is.

In Toribío leidde de inheemse leider Quintín Lame in 1910 een opstand tegen grondbezitters die inheems land opeisten in Cauca. In dezelfde stad werd in 1971 de CRIC opgericht, met als doel de eenheid, het land en de cultuur van de indianen te beschermen.

Escalatie

Toribío was ook de stad waar de eerste inheemse rooms-katholieke priester, Álvaro Ulcué, in 1984 werd vermoord. Ulcué, een Nasa-activist, was de drijvende kracht achter Project Nasa, een inheems ontwikkelingsproject dat in 1980 werd gelanceerd en internationale erkenning kreeg.

Iets verder in de richting van het noorden en oosten is een felle strijd gaande omdat daar, volgens de regering, het hoofdkwartier van FARC-leider Alfonso Cano is.

In een rapport van de Corporación Nuevo Arco Iris, een denktank in Bogota, wordt Cauca genoemd als een van de vijf regio’s waar het gewapende conflict recent geëscaleerd is. Overheidstroepen zouden er “defensieve strategieën” inzetten.

In het noordelijke deel van de provincie Cauca zijn ongeveer 15.000 militairen actief. Afgelopen donderdag kondigde de regering aan nog meer soldaten te zullen sturen naar het gebied.
 
De FARC versterkt zich door strijders uit andere regio’s aan te trekken en actiever te rekruteren onder zowel volwassenen als minderjarigen, zeggen inheemse groepen.

De indianen hebben een humanitaire commissie samengesteld die de gezichtspunten van de inheemse autoriteiten tijdens de minga duidelijk zal maken aan de overheid en de guerrillastrijders.