Digitale kloof tussen groeilanden en industrielanden verkleint

Het rapport van de Internationale Telecommunicatiebond (ITU) toont aan wat
de gevolgen zijn van een decennium ‘telefonitis’ is het Westen: in 1991
waren er in de industrielanden gemiddeld 49 telefoons per 100 inwoners,
vandaag zijn dat er 121,1 op 100 - borelingen en kinderen incluis. De
groei van de telecommunicatienetwerken is ook doorgedrongen tot in de
groeilanden. Daar is nu een dichtheid van 18,7 procent, tegenover 3,3
procent tien jaar geleden.

In de 49 Minst Ontwikkelde Landen (MOL) stond het cijfer in 1991 op een
bedroevende 0,3 telefoons per 100 inwoners. Anno 2001 is de dichtheid
verdriedubbeld, maar van een telefoonnetwerk is nog nauwelijks sprake: de
dichtheid bedraagt er 1,1 telefoonverbindingen per 100 inwoners.

Het beeld is dus gemengd: ondanks de razendsnelle verspreiding van de gsm
in het Westen is de telefoniekloof tussen de industrielanden en de
groeilanden gekrompen van 15 tegen 1 in 1991 tot zes tegen één in 2001. De
kloof tussen de groeilanden en de minst ontwikkelde landen is gegroeid van
12 op 1 tot 17 op 1.

Opmerkelijk is ook dat gsm’s het opvallend goed doen in Afrika. Als de
dichtheid van het telefonienetwerk gestegen is in Afrika, dan is dat
grotendeels te danken aan de mobiele telefonie. Er werden op het eind van
2001 meer dan 20 miljoen gsm’s gebruikt in Afrika en in 28 Afrikaanse landen

overstijgen de mobieltjes zelfs het aantal vaste telefoons, een
unieke situatie tegenover de rest van de wereld.

De eigenlijke ‘digitale kloof’ - de verbinding met het web - is de laatste
tien jaar enkel groter geworden. Afrika telt nu ongeveer vijf miljoen
internetgebruikers, nog steeds minder dan één metropool als New York.
Bovendien heeft het overgrote deel van de Afrikaanse internetgebruikers
veel problemen met webnavigatie of met het verzenden en ontvangen van e-
mail door de slechte kwaliteit van de verbindingen.

De nieuwe digitale kloof gaat over kwaliteit en niet enkel over
kwantiteit, stelt het rapport. Snelle verbindingen worden stilaan de regel
in veel industrielanden maar blijven een ver doel in de groeilanden. De
400.000 inwoners van het Groothertogdom Luxemburg hebben een grotere
bandbreedte (of IP-connectiviteit) dan de 760 miljoen inwoners van Afrika.

Yoshio Utsumi, de secretaris-generaal van de ICU stelt dat vele
ontwikkelingslanden de overgang meemaken naar netwerken van wereldklasse.
De digitale kloof is het meest acuut is in de armste landen. Utsumi
concludeert daaruit dat de uitdaging voor de Telecommunicatieconferentie
wordt om de sector te tonen hoe hervormingen, investeringen en capaciteit
opbouwen een wereld van verschil kunnen uitmaken voor de armsten ter
wereld.

Een conclusie die niet iedereen op de conferentie met hem zal delen. De
laatste jaren werden een aantal initiatieven gelanceerd om
informatietechnologie overal ter wereld door te voeren zoals de G8 DOT
Force, een programma dat in 2000 in Okinawa werd opgericht door de meest
geïndustrialiseerde landen. Dergelijke pogingen misten grotendeels hun doel
omdat ze onvoldoende vertrokken vanuit de behoeften van de
ontwikkelingslanden en onvoldoende participatief waren.