Duizenden mensen geëvacueerd voor overstromingen in Namibië

De overstromingen troffen dorpen en scholen op het platteland. De afgelopen weken werden bijna vierduizend mensen geëvacueerd naar kampen in hoger gelegen gebieden in de Caprivistrook, de armste regio van Namibië.

De nauwe strook land van amper dertig kilometer breed grenst aan Angola, Botswana, Zambia en Zimbabwe. Hij wordt doorkruist door de Zambezi en enkele grote aftakkingen van de rivier, de Kwando, de Chobe en de Linyanti.
 
“De Zambezi is stabiel op 6,37 meter. Het water lijkt niet meer te stijgen op dit moment”, zegt hoofdhydroloog Guido van Langenhove van het Departement van Waterzaken in Windhoek.
Het is echter niet uitgesloten dat regen in het stroomgebied ervoor zorgt dat het water de komende weken verder stijgt.

Waarschuwingssyteem

De plaatselijke autoriteiten hebben een waarschuwingssysteem bedacht dat een van de best functionerende systemen in de regio is. Het systeem is afhankelijk van informele communicatie over het waterniveau in de verschillende landen. Die informatie wordt via e-mail of telefoon doorgegeven.
 
“We hebben duidelijk een verbetering gezien als het gaat om de snelheid waarmee rampenteams reageren. Vroeger moesten we helikopters inzetten om mensen te evacueren en de opvangkampen waren dan nog niet in orde”, zegt Van Langenhove.
 
“Omdat we nu drie weken voor de overstroming kunnen waarschuwen, is er voldoende tijd om de evacuatie voor te bereiden. De autoriteiten weten welke mensen en hoeveel mensen geëvacueerd moeten worden. Ook zijn er voldoende tenten voor opvang en is er eten en drinkwater.”

Minder slachtoffers

Raphael Mbala, voorzitter van de Regionale Raad voor Caprivi, zegt dat het water de afgelopen dagen nog enkele centimeters is gestegen, maar dat er weinig slachtoffers zijn gevallen. “Ik weet alleen dat er een visser is verdronken in een van de dorpen. Verder zijn er geen doden gevallen.”

Als raadslid uit Kabbe, het kiesdistrict dat het zwaarst getroffen is, was hij betrokken bij de evacuatie van een belangrijk deel van de regio. “De mensen en het vee zijn geëvacueerd naar hoger gelegen gebieden. Sommige dorpelingen moeten definitief verhuizen, andere kunnen weer terug naar hun huizen.”

Die laatste groep moet geduld hebben. “Soms duurt het wel tot augustus voordat mensen terugkunnen”, zegt Mbala.