Een huis is meer dan een dak boven je hoofd

Het International Rescue Committee (IRC) en de Humanitaire hulp en Burgerbescherming van de Europese Commissie (ECHO) namen het initiatief voor de fototentoonstelling Op vaste grond. Zeven fotografen portretteren in zeven landen  mensen die hun huis moesten verlaten vanwege conflicten of rampen. De tentoonstelling staat van 2 tot 22 december op het Albertinaplein in Brussel.

  • Panos/Shiho Fukuda Dorp Muhammad Hussein, Sindh, Pakistan - ‘Ik was de eerste van mijn dorp die twaalf jaar onderwijs heeft gevolgd’, zegt Marjee. ‘Ik heb er altijd van gedroomd onderwijzer te zijn en hou nog steeds enorm van mijn baan. Ik heb 45 leerlingen tussen vijf en zeven jaar, en ik zou willen dat ze later allemaal een goed leven kunnen leiden. Ik herinner me nog steeds de dag dat ik het alfabet leerde, wat een openbaring! Het geeft me dan ook heel veel voldoening als ik zie wat de kinderen van mij kunnen leren.’ ‘Als ik niet aan het werk ben, vertoef ik het liefst op de grote markt. Ik hou van de drukte van zoveel mensen en geniet van winkelen. Ik koop vooral graag parfums, geparfumeerd talkpoeder en schoonheidscrèmes die zowel mijn vrouw als ikzelf gebruiken. Soms koop ik ook posters om het huis te verfraaien. Mijn lievelingsposters zijn die met een afbeelding van Benazir Bhutto: zij was een dochter van Sindh en bovendien de eerste Aziatische vrouw die het tot eerste minister schopte.’ 'Twee jaar geleden trouwde ik met Shugna, we hebben nu één dochter: Kawila, wat betekent: poëzie. We wonen in dit huis sinds we getrouwd zijn, maar hebben het wel helemaal moeten heropbouwen omdat het verwoest werd door de overstromingen.' Overvloedige regen en de enorme overstromingen die daarvan het gevolg waren, vernietigden in de jaren 2010 tot 2012 hele dorpen in de zuidelijke provincie Sindh van Pakistan. Een vijfde van het grondgebied werd getroffen en miljoenen mensen verloren hun huis, inkomen en toekomstperspectief. Panos/Shiho Fukuda
  • Panos/IRC/Chris De Bode Nyanza-Lac, Makamba, Brurundi - Mathieu Nsanzugwimo vluchtte uit Burundi in 1972 en ging naar Tanzania. Hij keerde terug naar Burundi in 2008, maar zijn land was ingenomen door familieleden. Ongeveer twee jaar na zijn terugkeer vielen zijn buren hem aan met een machete en kwam hij voor één jaar in het ziekenhuis terecht. Hij heeft een wapen thuis om zichzelf te verdedigen en heeft geprobeerd zijn land terug te krijgen via de Nationale Land Commissie, maar tevergeefs. Gedurende de twee laatste decennia vluchtten honderdduizenden Burundiërs omwille van etnisch en politiek conflict. Velen onder hen vestigden zich in vluchtelingenkampen in Tanzania. Toen de situatie verbeterde in Burundi, werden de kampen gesloten en keerden de vluchtelingen naar huis terug of vestigden zich in Tanzania. Het laatste kamp, waar bijna 37.000 mensen verbleven, sloot op het einde van 2012. Nadien keerde tot 1500 mensen per dag terug naar Burundi. Met de financiering van het ECHO helpt het IRC terugkerende vluchtelingen te herintegreren door juridisch advies over landrechten te geven en mensen te ondersteunen in het registreren van geboortes en huwelijken voor de noodzakelijke documenten voor gezondheidszorg en onderwijs. Panos/IRC/Chris De Bode
  • Panos/IRC/Abbie Trayler-Smith Muna, een Syrische vluchteling die vluchtte in Juli 2012, met haar drie kinderen op het dak van het gebouw waarin ze leven in Mafraq, Jordanië. ‘Niets is beter dan de geur van thuis opsnuiven. Maar ik heb geen spijt dat ik gevlucht ben. In Syrië was ik bang, hier ben ik hongerig. Ik kan tegen de honger, niet tegen de angst.’ Sinds het begin van de Syrische crisis in 2011, zijn 1.6 miljoen mensen gevlucht naar buurlanden. Ongeveer twee derde van de Syrische vluchtelingen in Jordanië leven in steden en dorpen in plaats van kampen. Deze ‘stedelijke vluchtelingen’ komen meestal terecht in kleine huurkamers en worstelen om te betalen voor voedsel, kledij en andere basisbehoeftes. Sommige kinderen gaan werken om hun families financieel bij te staan, terwijl andere families hun uitgaven trachten te verminderen door hun dochters vroeg uit te huwelijken. Panos/IRC/Abbie Trayler-Smith
  • Panos/IRC/Sven Torfinn De Democratische Republiek van Kongo, Bulengo, IDP Kamp, Goma – Rachel Habyarimana voor haar hut aan het Bulengo kamp voor intern ontheemden nabij Goma. Rachel woonde samen met haar familie in het kamp sinds haar vlucht uit Masisi, haar thuisdorp, in november 2012. ‘Ik verdiende drie keer zoveel aan de boerderij als aan mijn baan als lerares lager onderwijs, maar mijn diploma verliezen was erger dan mijn land achterlaten, want lesgeven kan ik overal.’ De DRC is ’s werelds minst ontwikkelde land op vlak van levensverwachting, onderwijs en levensstandaard. Ongeveer 200.000 mensen leven in kampen na geweld te ontvluchten in en rond Goma, Oost-Kongo, aan het einde van 2012. Deze kampen zijn vaak onveilig voor vrouwen en meisjes, zeker als ze ’s nachts rondwandelen of lange afstanden moeten doen om brandhout of water te verzamelen. Om geweld te voorkomen, heeft het IRC 12.000 ‘waardigheidskits’ uitgedeeld, met behulp van de fondsen van het ECHO. De kits bevatten zaklampen, fluitjes, en hygiëne materiaal dat vrouwen en meisjes toestaat om zich privé te wassen, in plaats van fysiek of seksueel geweld te riskeren in gemeenschappelijke en onbeschermde kreken. Tijdens de laatste twaalf maanden heeft het IRC levensreddende verzorging gegeven aan meer dan 2700 vrouwen en meisjes die verkracht of misbruikt zijn. Panos/IRC/Sven Torfinn
  • Panos/IRC/Adam Patterson Kroatië, Prkos – een portret van Milos, een etnisch Serviër die uit Kroatië vluchtte in 1995 en terugkwam in 2001, thuis aan tafel met zijn tamboerijn. ‘Muziek is in mijn hart, dus natuurlijk neem ik mijn tamboerijn altijd met me mee. Het was een opluchting om traditionele Kroatische liedjes te spelen tijdens onze tijd in Servië.’ Tussen 1991 en 1995 waren meer dan één miljoen mensen ontheemd in Kroatië door de oorlog. Meer dan tien jaar lang verstrekte het IRC hulp in Kroatië en herstelde meer dan 9000 huizen. Na de oorlog zette het IRC projecten op poot om gemeenschapsrelaties te verbeteren en verzoening te bevorderen, alsook juridische steun te bieden aan 6000 mensen die naar huis terugkeerden. In 1992 richtte de Europese Unie het Bureau voor Humanitaire Hulp van de Europese Gemeenschap (ECHO) op. De beslissingen volgde op onvoorziene crises en rampen in het voorbije jaar, zoals het conflict in het voormalig Joegoslavië dat honderdduizenden ontheemd, hongerig en getraumatiseerd achterliet. ECHO voorzag 300.000 ton voedsel, dekens, matrassen, toiletartikelen en andere hulpmiddelen voor diegenen die het meeste nodig hebben, met inbegrip van de Kroaten. Hulp naar meer geïsoleerde gebieden gebeurde via parachutes. Panos/IRC/Adam Patterson
  • Panos/IRC/Espen Rasmussen Sirakoro Niaro, Mali – Mate Jigi Niare, 60 jaar, bereidt een irrigatiesysteem voor op zijn land. Het recente conflict in Noord-Mali leverde meer dan 400.000 vluchtelingen op en verergerde de effecten van de verwoestende droogte waarmee de regio kampt sinds 2011. Met behulp van fondsen van het ECHO voorzag het IRC levensreddende behandelingen voor 1600 kinderen die lijden aan acute ondervoeding. Pogingen om ondervoeding te voorkomen en behandelen bereikten tot nu toe 80.000 kinderen in het land. Panos/IRC/Espen Rasmussen
  • Panos/IRC/Matias Costa Kenia, Hagadera vluchtelingenkamp, Dabaab – Shukri Ali Aden, een Somalische vluchteling uit het Hagadera vluchtelingenkamp in Dadaab, Kenia. Ze vluchtte uit Jamame in Somalië in 1992. Ze behoort tot een vrouwengroep die een bakkerij onderhoudt en haar producten in het vluchtelingenkamp verkoopt. De meerderheid van vluchtelingen komt uit Somalië. ‘Wanneer ik aan Somalië denk, denk ik aan de vrijheid die we hadden. Ik hoop dat Somalië terug deel van de wereld wordt zodat we kunnen terugkeren.’ De laatste twinger jaar resulteerde het voortdurende geweld in miljoenen Somalische vluchtelingen. Meer dan 400.000 Somalische vluchtelingen leven in Dabaab, het grootste vluchtelingenkamp in de wereld, gelegen in Oost-Kenia. Met behulp van fondsen van het ECHO onderhoudt het IRC een kliniek in Hagadera dat 120.000 vluchtelingen medicijnen aanbiedt om besmetting te verminderen en patiënten te behandelen, zoals voor cataract, dat hun levenskwaliteit behoorlijk verbetert. Het IRC helpt ook vrouwen met het opstarten van bedrijven zodat ze brandhout kunnen kopen en niet in het bos hout moeten verzamelen, wat het risico op seksueel geweld vermindert. Panos/IRC/Matias Costa

Bekijk hieronder de making of van de foto’s.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.