Egyptisch leger bakt brood om tekort op te vangen

President Moebarak trof deze maatregel omdat hij vond ‘dat er maar eens een einde moet komen aan de broodcrisis die het land al jaren in de ban houdt.’ De internationale tarweprijzen, die sinds vorige zomer verdrievoudigden, en de hoge inflatie (6,5%) liggen aan de basis van de problemen. De overheid heeft 500 verkooppunten geopend waar burgers het brood van de legerbakkerijen tegen de gesubsidieerde prijs kunnen aankopen.

Twee dollar per dag

Vorig jaar steeg de prijs van het goedkopere brood met 26 procent. Voor 100 gram gesubsidieerd brood betalen de Egyptenaren ongeveer een cent. Een niet-gesubsieerd brood kost al snel 12 keer meer. Het gemiddelde inkomen in Egypte bedraagt 1300 euro per jaar, maar volgens de Wereldbank leeft een vijfde van de 78 miljoen inwoners onder de armoedegrens en moet het met 2 dollar per dag stellen. Ongeveer 4 procent leeft in extreme armoede.
De rijen mensen bij de gesubsidieerde bakkers worden elke dag langer. De president zegkondigde daarom zondag aan een deel van de 32 miljard dollar aan buitenlandse reserves te gebruiken om tarwe aan te kopen op de internationale markt. Net voor Moebarak de maatregelen aankondigde, begonnen mensen te protesteren tegen het nationale broodtekort in de straten van Fayoum, in het centrale deel van het land.

Broodsubsidies om sociale orde te handhaven

De Egyptische staat begon al rond de Tweede Wereldoorlog met het subsidiëren van brood, suiker en koffie om de sociale orde na de omverwerping van de monarchie te bewaren. Toen de overheid in 1977 de subsidiëring van brood probeerde af te schaffen, braken er rellen uit. De démarche van Moebarak heeft dus een lange voorgeschiedenis.