EU investeert fors in Middellandse-Zeegebied

Het investeringsplan (Facility for Euro-Mediterranean Investment and Partnership - FEMIP) is onderdeel van een stappenplan van de Europese Unie om de relaties te verbeteren met twaalf landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië, Turkije en Tunesië. FEMIP gaat kantoren openen in verschillende van die landen.

Ongeveer 150 bedrijfsleiders bezochten vorige week een conferentie in Londen. Daar werd gesproken over de verschillende financieringsmogelijkheden. Philippe de Fontaine Vive, vice-voorzitter van de EIB, zei dat het financieren van kleine en middelgrote bedrijven prioriteit heeft, omdat zij de basis zijn voor een evenwichtige economische ontwikkeling.

Enkele weken geleden werd in Marokko al een conferentie gehouden die bedoeld was om FEMIP in de steigers te zetten. Beide bijeenkomsten volgen na het besluit van de Europese Raad om de betrekkingen met het Middellandse-Zeegebied te verbeteren. Dit gebeurt in de aanloop naar een vrijhandelszone in het gebied, die in 2010 een feit moet zijn. Deze vrijhandelzone is onderdeel van het ‘Barcelona-proces’, een ontwikkelingstraject dat moet leiden tot meer stabiliteit en welvaart in de regio. De EU heeft bilaterale overeenkomsten gesloten met de meeste landen in het Middellandse-Zeegebied. In deze overeenkomsten zijn afspraken gemaakt over de geleidelijke afschaffing van belemmerende belastingen op producten. Na Londen en Casablanca, worden in februari en juni bijeenkomsten belegd in Marseille en Alexandrië (Egypte).

De 2 miljard euro komen bovenop een lening van meer dan 4 miljard euro die de EIB de afgelopen twee jaar verstrekte aan landen in het gebied. Tussen 1974 en 2001 financierde de EIB voor 13,6 miljard euro aan projecten. De bank wil de komende twee jaar 10 miljard euro investeren in het gebied, inclusief de 2 miljard voor dit jaar.

Projecten die de afgelopen twee jaar gefinancierd werden, waren onder meer de uitbreiding van een Toyota-fabriek in Turkije, een installatie voor het vloeibaar maken van gas in Egypte en de eerste geprivatiseerde cementfabrieken in Tunesië en Algerije. De nadruk zal de komende jaren meer liggen op infrastructuur, water, gezondheidsvoorzieningen en de herstructurering van onderwijssystemen, zegt de EIB.

Aan het einde van dit jaar wordt opnieuw bekeken of er een aparte bank moet komen voor dergelijke projecten. Een voorstel daartoe werd eerder verworpen tijdens de conferentie van Euro-Mediterrane ministers van Buitenlandse Zaken in Napels, afgelopen december. Volgens betrokkenen zou een onafhankelijke regionale bank meer investeerders aantrekken.