'Genderbeleid moet doorwerken in alle millenniumdoelen'
Marcela Valente
22 augustus 2006
Gelijke kansen voor mannen en vrouwen moeten veel centraler komen te staan in álle Millenniumdoelstellingen. Het volstaat niet dat ze één aparte doelstelling vormen, zeggen deskundigen van vrouwenorganisaties in Argentinië.
“In Latijns-Amerika kunnen we de groeiende sociale ongelijkheid alleen bestrijden als we in alle acht Millenniumdoelen (MDG’s) rekening houden met genderkwesties”, aldus Nieves Rico van de Vrouwen en Ontwikkelingseenheid van de Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Cariben (ECLAC).
De acht Millenniumdoelen werden in 2000 vastgesteld door de lidstaten van de Verenigde Naties. De MDG’s richten zich op het halveren van de extreme armoede en honger, basisonderwijs voor iedereen, het reduceren van moeder- en kindersterfte, duurzame ontwikkeling en bestrijding van ziekten zoals aids. Het bevorderen van gelijke kansen voor vrouwen en mannen is ook een van de doelen. Voor de meeste doelen is 2015 als deadline gesteld.
Om extreme armoede uit te roeien, is het nodig om in het bijzonder te kijken naar de situatie van vrouwen in die kwetsbare groep armen, evenals naar hun toegang tot basis voorzieningen zoals huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs. Als het gaat om werkgelegenheid, dan is het niet genoeg om alleen te kijken naar de impact van werkloosheid op mannen en vrouwen. Er moet ook gekeken worden oorzaken die leiden tot ongelijke kansen op werk, zoals de grotere verantwoordelijkheid van vrouwen thuis en glazen plafonds die voorkomen dat vrouwen in aanmerking komen voor promoties en beter betaalde posities.
Vanuit die gedachten stelden ECLAC en het VN-Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen (UNIFEM) voor om te onderzoeken wat Latijns-Amerikaanse landen tot nu toe gedaan hebben om de MDG’s te benaderen vanuit genderperspectief. In Argentinië werd het genderperspectief onderzoek met behulp van het werk van twee experts.
De Argentijnse Claudia Giacometti wijst in een onderzoek op het gebrek aan indicatoren om genderongelijkheid aan af te meten. Daardoor blijven veel aspecten verborgen, concludeert ze. Er is gebrek aan systematisch verzamelde informatie over genderproblemen in relatie tot armoede, zei ze.
Zo zijn er grote verschillen in leefomstandigheden tussen vrouwen in steden (waar diverse onderzoeksinstituten cijfers verzamelen) en vrouwen op het platteland. Er ontbreken cijfers over hoeveel tijd vrouwen besteden aan huishoudelijk werk, over gezinsvorming en over het aantal vrouwen in leidinggevende posities.
Het scheiden van statistische gegevens op grond van geslacht is echter niet genoeg. Er moeten ook nieuwe indicatoren ontwikkeld worden en alle ontwikkelingsproblemen moeten beschouwd worden vanuit genderperspectief, stelden de deelnemers aan het seminar.
De afgelopen drie jaar daalde de alarmerende armoede in Argentinië en de gezondheidszorg verbeterde. Het einddoel van basisonderwijs voor iedereen lijkt korte termijn haalbaar, wat ook geldt voor de rest van Latijns-Amerika. Het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt nam ook toe, maar dat geldt niet voor alle sectoren.
De zorg voor kinderen legt een zware last op gezinnen. Giacometti constateerde dat 35 procent van de huishoudens zonder kinderen onder vijf jaar in de categorie ‘arm’ valt. Van de huishoudens met drie of meer kinderen jonger dan vijf jaar, is dat 93 procent. (JS)