Handel in kaviaar lijkt gered

Nieuws

Handel in kaviaar lijkt gered

Gustavo Capdevila

07 maart 2002

De vijf oeverstaten van de Kaspische Zee hebben
beslist een gemeenschappelijk beheersprogramma te lanceren voor de steur, de
bedreigde vissoort die de kostbare kaviaar levert. De steurbestanden in de
regio waren zo sterk teruggelopen dat de handel in kaviaar in juni 2001
gedeeltelijk moest worden stopgezet. Azerbeidzjan, Kazachstan, Rusland en
Turkmenistan mogen die winstgevende bezigheid nu hervatten. Samen met Iran,
dat kaviaar was blijven exporteren, zullen die landen een deel van de
opbrengst investeren in beschermingsmaatregelen.

De legale handel in kaviaar levert wereldwijd een kleine 100 miljoen euro
op. Een kilogram van de kostbare kuit is officieel zo’n 565 euro waard, al
is illegaal geoogste en verhandelde kaviaar al voor 170 euro te krijgen.
Maar Beluga, de beste soort, kost algauw meer dan 1000 euro.

De vijf oeverstaten van de Kaspische Zee zijn het eens geworden de export
van kaviaar dit jaar te beperken tot 142.237 kilogram. Iran neemt daarvoor
75.767 kilogram voor zijn rekening; daarna volgen Rusland (29.400 kg) en
Kazachstan (23.500 kg). Azerbeidzjan (7.770 kg) en Turkmenistan (5.800 kg)
blijven kleine producenten.

De fabelachtige prijzen die voor de zwarte lekkernij worden betaald, hebben
de afgelopen decennia de legale en illegale oogst van kaviaar sterk in de
hand gewerkt. Dat ging zwaar ten koste van de steurbestanden. In de
Kaspische Zee, waar 90 procent van alle steuren leven, liep de vangst van
die forse vissen terug van 30.000 ton per jaar aan het eind van de jaren 70
tot één tiende van die hoeveelheid 20 jaar later. De steur werd uiteindelijk
opgenomen in Appendix II van de Cites, de Conventie over de Internationale
Handel in Bedreigde Dier- en Plantensoorten. Dat geeft de internationale
gemeenschap de mogelijkheid op te treden als de achteruitgang van een
dergelijke soort blijft aanhouden. Het secretariaat van de Cites dwong
Azerbeidzjan, Kazachstan, Rusland en Turkmenistan van 1998 tot 2001 hun
uitvoer van kaviaar met de helft te verminderen. In juni 2001 werd de export
voor die vier landen zelfs helemaal verboden. De vier kregen de opdracht een
studie uit te voeren over de perspectieven die de handel in kaviaar op lange
termijn heeft en moesten zich er ook toe verbinden de strijd tegen de
illegale oogst en export van kaviaar op te drijven en hun binnenlandse
handel in kaviaar beter te regelen.

De Cites blijkt tevreden over de inspanningen die Azerbeidzjan, Kazachstan,
Rusland en Turkmenistan intussen op die vlakken hebben geleverd, en heeft
ook het beheersakkoord goedgekeurd dat de vier landen hebben gesloten en
waartoe Iran inmiddels is toegetreden. Volgens Wim Wijnstekers, de
secretaris-generaal van de Cites, zijn de steurbestanden op de meeste
plaatsen in de Kaspische Zee gestabiliseerd en in sommige gevallen zelfs
weer toegenomen.

De Cites blijft zich wel zorgen maken over de illegale oogst van kaviaar,
een plaag waarmee nog verscheidene oeverstaten hebben af te rekenen maar die
vooral in Rusland voor grote problemen zorgt. In Azerbeidzjan heeft de
instelling van een overheidsmonopolie op de verkoop van kaviaar de situatie
verbeterd.

De Cites heeft ook een totaal verbod afgekondigd op de verkoop van in het
wild gevangen of geoogste planten en dieren aan de Verenigde Arabische
Emiraten. De Emiraten zouden een draaischijf zijn geworden in de illegale
kaviaarhandel. Tijdens de eerste 10 maanden van 2001 is er volgens de Cites
voor 23 miljoen euro illegale kaviaar verhandeld via de woestijnstaat.