Hoog spel rond ‘reddingstekst’ Doha-ronde

De tekst die nu ter discussie voorligt, moet op 30 juli leiden tot een raamakkoord over de tweede fase van de zogeheten Doha-handelsronde. De gesprekken over de vrijmaking van de wereldhandel waren na een mislukte ministerconferentie in Cancún vastgelopen. De directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie, Supachai Panitchpakdi, en de Japanse voorzitter van de algemene raad van de WHO, Shotaro Oshima, vragen de 147 lidstaten met aandrang de huidige tekst goed te keuren. “Wacht met nieuwe voorstellen en wijzigingen tot na juli”, zei Supachai.

Het ziet er niet naar uit dat de reddingstekst op een veto zal stuiten. De EU en de VS kunnen hun tevredenheid over het document niet verbergen, alhoewel de Amerikaanse onderhandelaar verklaarde dat de VS “nog enkele probleempjes zagen”.

Maar met name de ontwikkelingslanden hebben de indruk dat de huidige tekst maar matig aan hun wensen tegemoet komt. De ontwikkelingslanden, die al in de kou bleven staan in de Uruguay-ronde (1986-1994), zetten alles op alles om een groter deel van de nieuwe geliberaliseerde markt vast te krijgen, die volgens een studie van de Wereldbank zo’n 400 miljard euro waard kan zijn.

Vooral de landbouwsector is voor de ontwikkelingslanden vitaal. Die moet volgens hen zo snel mogelijk worden vrijgemaakt. Maar de geïndustrialiseerde landen – de Verenigde Staten, de Europese Unie – doen er alles aan om hun systeem van landbouwsubsidies zo lang mogelijk te laten bestaan.

De ontwikkelingslanden, die zich hebben verenigd in de zogenaamde Groep van 20 (G20), noemen de tekst “een voldoende basis voor verdere onderhandelingen”. Maar de Braziliaan Luiz Felipe Seixas Correa, die namens de G20 de onderhandelingen leidt, waarschuwde dat “er nog belangrijke wijzigingen en verbeteringen nodig zijn” om een goede balans te vinden tussen de WTA-lidstaten enerzijds, en om op de lijn te blijven van het mandaat van de ministeriële conferentie in Doha 2001 anderzijds.

De onderhandelingen duren nog de hele week. De tekst ligt ter stemming voor tijdens een vierdaagse sessie van de algemene raad van de WHO, tussen 27 en 30 juli.