Irak zakt dieper weg in vluchtelingencrisis

Nieuws

Irak zakt dieper weg in vluchtelingencrisis

Els Scholiers

28 augustus 2007

Het aantal interne Irakese vluchtelingen is enorm toegenomen sinds de Amerikaanse troepenversterking in februari. Dat blijkt uit cijfers van twee humanitaire groepen. De reden van deze grootschalige uittocht is het oplopende sektaire geweld tussen soennieten en sjiieten.

Ondanks het bewijs dat de veiligheid in bepaalde regio’s is verbeterd, blijft het sektaire geweld toenemen en zaaien de militaire acties geleid door de Amerikanen steeds meer angst bij de bevolking.
De statistieken, verzameld door de Irakese Rode Halve Maan, geven een verdubbeling van het aantal interne vluchtelingen weer, van 499.000 naar 1,1 miljoen. Cijfers van het bureau van de Internationale Organisatie voor Migratie van de VN bevestigen deze statistieken. Nog volgens het bureau ligt de verplaatsingsgraad in de hoofdstad 20 keer hoger dan in februari.
“We gaan in geen geval terug naar Bagdad”, zegt een vrouw. “Het is eens stad van geesten. De enige overblijvers zijn terroristen.”
“Sektair geweld is de belangrijkste oorzaak van de migratie”, zegt Dana Graber Ladek, een Irakese migratiespecialiste. “Milities dringen een buurt binnen en verjagen alle soennieten, andersom gebeurt hetzelfde met sjiieten.”
Als effect van de interne migratie droogt het oorspronkelijk religieus gemengde centrum van Irak uit. Sjiitische vluchtelingen zwerven uit naar volgestouwde sjiitische regio’s in het zuiden van het land en soennieten verplaatsen zich naar de overheersend soennitische oorden in het westen en het noorden.
Voorstanders van een toekomstig Irak met drie semi-autonome regio’s - een sjiitisch zuiden, een Koerdisch noorden en een soennitisch grondgebied er tussenin - wrijven zich al in de handen met deze demografische verschuiving.
Ondertussen neemt de druk op de Irakese overheid toe. Sommige provincies weigeren zelfs om nieuwe vluchtelingen te registreren en aanvaarden enkel familieleden. Maar Rafiq Tschannen, hoofd van het Irakese migratiebureau, waarschuwt dat het ook voor families steeds moeilijker wordt om hun gevluchte bloedverwanten op te nemen.

Irakese verantwoordelijkheid

En ook de druk op de buurlanden neemt toe. Syrië en Jordanië vangen samen naar schatting 2,75 miljoen Irakese vluchtelingen op, maar vrezen dat de instroom hun land zal destabiliseren.
In Syrië verblijven 2 miljoen Irakezen. De overheid biedt hen gratis gezondheidszorg en onderwijs aan, maar vraagt dat de Irakese overheid zijn verantwoordelijkheid opneemt.
Een bezoek van de Irakese premier al-Maliki vorige week resulteerde in een overeenkomst tussen beide landen. De premier belooft meer financiële middelen voor scholen en ziekenhuizen, maar de Irakese vluchtelingen in Damascus geloven er niet in.
“Zijn bezoek zal ons niet helpen”, zegt Ayad Tariq. “Hij heeft de Syriërs wat geld gegeven, maar dat maakt geen verschil voor ons”.
Craig Johnstone van het VN vluchtelingenagentschap, UNHCR, bevestigt de noodzaak van een grotere betrokkenheid van de Irakese overheid. “Syrië en Jordanië vrezen dat hun nationale budget onder de instroom zal leiden”, aldus Johnstone.

Terug naar school

Al-Maliki’s bezoek aan Syrië kwam er naar aanleiding van de start van het nieuwe schooljaar en de vrees van Syrië dat de vele nieuwe Irakese scholieren het schoolsysteem zullen ontwrichten.
Ook Jordanië - dat tot twee maanden geleden geen illegale Irakese kinderen op zijn scholen toeliet - kampt met dat probleem. Maar zij hebben er iets op gevonden, namelijk hoge inschrijvingsgelden.
Voor de lagere school betalen Irakese ouders 52 euro inschrijvingsgeld en voor het middelbaar leggen ze 64 euro op tafel. Daar bovenop komen dan nog eens de kosten van boeken en een schooluniform. Als illegalen hebben ze geen recht om te werken, dus moeten ze het geld op een andere manier bijeen zoeken.
Tarek (14) heeft geluk dat zijn moeder het inschrijvingsgeld kan betalen, maar zijn zusjes hebben het minder getroffen. “Deze morgen vroeg de directeur hen om het geld, maar omdat ze het niet hadden, mochten ze niet meer terugkomen”, vertelt Tarek.
Vorig jaar kon Tarek maar een maand naar school gaan. Net na de start van het schooljaar besloot de school om geen kinderen zonder verblijfsvergunning toe te laten, vertelt zijn moeder. “Tarek heeft nog altijd schrik dat elke dag op school zijn laatste dag is”.
Bronnen:
www.irinnews.org
www.liberation.fr
www.nytimes.com