Landmijnen doden steeds meer Nepalese kinderen

Achtergelaten explosieven en landmijnen hebben sinds het begin van het gewapende conflict in Nepal in 1996 zo’n 500 doden geëist, onder wie meer dan honderd burgers - een kwart kinderen. Zo’n 900 mensen raakten gewond, waaronder bijna 300 burgers. Dat zegt de Nepalese tak van de Internationale Campagne voor het Uitbannen van Landmijnen.

De recentste slachtoffers zaten in een groepje van vijf kinderen in het westelijke district Rukum. Zij liepen op 10 april op een granaat die achterbleef na een hevig vuurgevecht tussen het Nepalese leger en de maoïsten. Niemand van hen kon het navertellen. Een dag later reed een taxi met twee Russische trekkers in het oosten van Nepal op een landmijn. Zij overleefden het wel, maar raakten ernstig gewond.

Twee weken later was het weer prijs in het westen. Zes kinderen, waaronder een vijfjarige, raakten gewond toen een geïmproviseerde bom ontplofte die Maoïsten achterlieten in een huis in Jamune. Bij de incidenten met de kinderen beseften de slachtoffers telkens niet dat het een gevaarlijk voorwerp ging en betaalden ze een hoge prijs voor hun nieuwsgierigheid.

De kans is klein dat het hierbij blijft, want zowel rebellen als het leger gebruiken volop landmijnen en andere explosieven. Het Nepalese leger schaamt zich alvast niet om dat toe te geven: In een oorlog als deze, waar honderden rebellen een basis met enkele soldaten bestormen, zijn mijnen de enige verdediging, zei de woordvoerder van het Koninklijke Nepalese Leger, Deepak Gurung, in een interview aan de Nepali Times.

Nepal behoort niet tot de 134 landen die het wereldwijde verdrag tegen het gebruik van landmijnen ondertekenden. Het leger gebruikt antipersoons- en antivoertuigmijnen gemaakt in China, India en Rusland.

Het VN-Kinderfonds Unicef en de Nepalese niet-gouvernementele kinderorganisatie Sahara maken zich zorgen. Ze vrezen dat Nepal een nieuw Afghanistan, Angola of Cambodja wordt. In die landen vindt 85 procent van de landmijnongevallen plaats. In Cambodja, Laos en Vietnam vliegen kinderen en hun familie nog steeds de lucht in door resten van oorlogen van meer dan dertig jaar geleden, zegt Duomi Sakai, het hoofd van Unicef Nepal.

Humanitaire ontmijningsprogramma’s kent Nepal niet. Het Nepalese leger verwijderde naar eigen zeggen wel mijnen in 25 van de 75 Nepalese districten tijdens de zeven maanden durende wapenstilstand tussen leger en Maoïsten in 2003. (ADR/MM)