Maoïsten bemoeilijken vredesproces in Nepal

Nieuws

Maoïsten bemoeilijken vredesproces in Nepal

Damakant Jayshi

23 juli 2007

De Nepalese maoïsten verzetten zich tegen de internationale inspectie van hun legerkampen met de bedoeling kindsoldaten en rekruten van het laatste uur terug naar huis te sturen. Volgens politieke waarnemers bedreigen ze op die manier het fragiele vredesproces in Nepal, dat in principe op 22 november naar de stembus trekt om een parlement met grondwetgevende bevoegdheid te verkiezen.

De Nepalese Communistische Partij maakt nochtans deel uit van de acht partijen tellende overgangsregering in Nepal. Eerder kwamen de maoïsten, de andere politieke partijen en de Verenigde Naties overeen dat internationale inspectieteams de maoïstenkampen zouden bezoeken. Alle soldaten die op 25 mei 2006 jonger waren dan 18 jaar of die het maoïstenleger later dan die datum vervoegden, zouden naar huis worden gestuurd. Voor de overige soldaten moet een oplossing worden gevonden in het kader van het toekomstige Nepalese leger.
Na een eerste inspectieronde in het kamp van Ilam in het oosten van Nepal verzetten de maoïsten zich tegen verdere inspecties. Het is niet precies geweten hoeveel van de 3221 strijders in Ilam niet aan de criteria voldeden. Door de overheid gecontroleerde media – met een maoïst als bevoegde minister – schatten dat er 400 kindsoldaten en rekruten van het laatste uur naar huis werden gestuurd.
Tijdens een eerste registratieronde telden inspecteurs in 21 maoïstenkampen 30.892 strijders en 3.428 wapens. Het grote verschil tussen de twee getallen deed bij internationale waarnemers, Nepalese burgerorganisaties en politieke partijen het vermoeden rijzen dat de maoïsten hun rangen in extremis flink hebben aangedikt, om politiek zwaarder door te wegen.
Dat de maoïsten zich nu verzetten tegen verdere inspecties stuit op kritiek vanwege het leger, de media en de andere politieke partijen. Bovendien voert de Communistische Jeugdliga een intimidatiecampagne op straat en lokt ze vechtpartijen uit met andere groepen, met in de Terai, de vlakte in het zuiden van Nepal.
Communistenleider Pushpa Kamal Dahal, bijgenaamd “Prachanda”, heeft de VN-vredesmissie in Nepal (UNMIN) ervan beschuldigd dat ze 40 procent van het maoïstenleger naar huis wil sturen. De maoïsten vragen nu dat er eerst onderhandeld wordt over de toekomstige vorm van het Nepalese leger.
Volgens de Baas van UNMIN, Ian Martin, kan dat debat geen voorwaarde zijn om het naar huis sturen van kindsoldaten en valse recruten te vertragen. “Het debat over het toekomstige leger is belangrijk voor maoïstenstrijders die na de inspectie nog in de kampen blijven. Het kan niet als voorwaarde gelden voor de inspectie zelf”, zo verklaarde Martin op een persconferentie. Martin herinnerde eraan dat de maoïsten eerder hebben ingestemd met de precieze criteria voor de inspecties.”
Volgens journalist en politiek analist Kanak Mani Dixit zitten de maoïstenleiders ermee verveeld dat hun rekruteringsoffensief van het laatste moment aan het licht is gekomen en proberen ze nu hun gezicht te redden. “Niemand gelooft dat het aantal echte strijders meer dan de helft is van het aantal mensen dat in de kampen zit”, zegt Dixit, “De maoïsten weten niet wat ze moeten doen met de verwachtingen van de mensen die op het laatste moment werden gerekruteerd.”
Het feit dat de maoïsten zich zorgen maken over hun politieke imago bewijst volgens Dixit dat ze willen evolueren naar een politieke partij. “Het feit dat een rebellengroep die tot voor kort volledig buiten de wet stond geen gezichtsverlies wil leiden, is eigenlijk een positief signaal”, zegt de analist.