'Markttoegang nodig voor kleine boeren in derde wereld'
25 juli 2013
Wereldvoedselorganisatie FAO neemt het in een nieuw rapport op voor kleinschalige boeren in derdewereldlanden. Beleidsmakers moeten er voor zorgen dat zij hun oogstoverschotten op de markt kunnen verkopen. 'Geef hen markttoegang om honger en armoede te verminderen. Met de opbrengst van de verkoop kunnen ze immers de nieuwe technologie aanschaffen die nodig is om hun productie te verhogen', meent FAO.
De VN-organisatie drukt in het rapport overheden op het hart dat ze meer rekening moeten houden met de grote diversiteit in kleine boerenbedrijven. ‘Om de participatiegraad aan de marktwerking te verhogen, bestaat er geen oplossing die voor alle boeren werkt. Het belangrijkste is dat boeren de zekerheid krijgen dat oogstoverschotten niet verloren zullen gaan door het ontbreken van opslag, transport of afzet. Zij moeten zeker zijn dat ze geen geld zullen verliezen door meer te produceren.’
Onbenut potentieel
In ontwikkelingslanden in Sub-Sahara Afrika en Azië zijn het de kleinschalige boeren die tot 80 procent van de voedselvoorziening van hun land verzekeren. Hun bijdrage aan voedselzekerheid is dus niet te verwaarlozen. Het is FAO dan ook een doorn in het oog dat boeren in ontwikkelingslanden het opbrengstpotentieel van hun gronden niet weten te benutten. In Centraal-Amerika blijft de productie steken op één derde van een normale oogst, in Sub-Sahara Afrika is dat zelfs maar één vierde.
FAO zit nog altijd achter de veren van overheden in ontwikkelingslanden omdat de hoge voedselprijzen nog niet resulteerden in de verhoopte verbetering van de levensomstandigheden van kleinschalige boeren.