Mauritius en Namibië meest kindvriendelijk van Afrika

Enkele van de armste landen hebben een relatief gunstig ‘klimaat’ voor kinderen. Sommige rijkere Afrikaanse landen daarentegen, falen in de bescherming van kinderen tegen exploitatie en schadelijke traditionele praktijken. In een aantal van de rijkere landen is minimumleeftijd - in het bijzonder voor huwelijken en verantwoordelijkheid voor criminaliteit - te laag en soms ook discriminerend, stelt The Africa Child Policy Forum in Addis Abeba (Ethiopië), een onafhankelijke pan-Afrikaanse beleids- en belangenorganisatie die het onderzoek uitvoerde.

Mauritius en Namibië zijn volgens het onderzoek de meest kindvriendelijke landen van Afrika. Andere landen die hoog scoren, zijn de relatief rijke landen Tunesië, Libië, Marokko, Zuid-Afrika en Algerije, en de relatief arme landen Kenia, Malawi en Kaapverdië. Rwanda en Burkina Faso staan op de elfde en twaalfde plaats, ondanks hun economische status.

De minst kindvriendelijke regeringen zijn te vinden in Guinee Bissau, Eritrea, de Centraal Afrikaanse Republiek, Gambia, Sao Tome en Principe, Liberia, Tsjaad, Swaziland, Comoren en Guinea. “Veel van deze landen hebben de relevante kinderrechtenverdragen niet geratificeerd, hebben geen adequate wetgeving om kinderen te beschermen tegen misbruik en schadelijke praktijken zoals huwelijken op jonge leeftijd. Ook hebben ze geen jeugdrechtssystemen, staan ze lijfstraffen toe en spannen ze zich onvoldoende in om in de basisbehoeften van de kinderen te voorzien”, zegt het rapport.

Gezondheidszorg

Het lijkt erop dat de economische positie van een land geen invloed heeft op de kindvriendelijkheid van een land, zegt dr. Assefa Bequele, uitvoerend directeur van ACPF. “Belangrijker is het committent van de regering.”

Volgens het rapport zijn de grootste investeerders in de gezondheid van kinderen vier lage-inkomenslanden: Burkina Faso, Rwanda, Liberia en Malawi. Zestien landen staan tien pf meer plaatsen lager op de ‘kindvriendelijkheidsindex’ dan op de index van het bruto nationaal product (bnp). Zestien andere landen staan tien of meer plaatsen hoger op de kindvriendelijkheidsindex dan op het index voor het bnp.

De onderzoekers beoordeelden de landen op drie terreinen: bescherming door wetgeving en beleid, budget en resultaten. Kenia scoort hoog, omdat het wetgeving heeft om kinderen te beschermen tegen schadelijke traditionele praktijken, kinderhandel en seksuele uitbuiting. “Het is een van de weinige landen waar lijfstraffen op scholen verboden zijn, er bestaat kinderrecht en er is een beleid gericht op gratis basisonderwijs.”

Ook andere landen hebben goed werk verricht door te werken aan wetgeving en beleid, stelt het rapport. Het noemt Madagascar, Burundi, Marokko, Namibië, Rwanda, Mali, Burkina Faso, Nigeria en Libië. “Zij hebben de meeste internationale kinderverdragen geratificeerd en onder meer kinderhandel en seksuele uitbuiting strafbaar gesteld.”

Het is niet duidelijk hoe de kindvriendelijkheid van Afrikaanse regeringen zich verhoudt tot die in Azië of Latijns-Amerika. “Dit onderzoek is alleen in Afrika uitgevoerd en is de eerste in zijn soort”, zegt Bequele. “Maar het is aannemelijk dat ook in Azië en Latijns-Amerika de kindvriendelijkheid van een land niet bepaald wordt door de economische situatie, maar door politiek commitment.”