Middenveld wil stem in ASEM

Naar verwachting zullen meer dan vierhonderd afgevaardigden van ngo’s en onderzoeksinstituten afreizen naar het alternatieve forum. AEPF wil tijdens de top aandacht vragen voor kwesties als arbeidswetgeving, mensenrechten en economische zekerheid, zeggen de organisatoren.

De coalitie van meer dan tachtig ngo’s uit Europa en Azië heeft de Finse regering verzocht om ngo’s toe te laten bij de ASEM-top. Finland neemt in juli het voorzitterschap van de Europese Unie over.

“Het is onbegrijpelijk dat politici, gezien de huidige situatie in de wereld, nog steeds denken dat ze besluiten kunnen nemen over intercontinentale kwesties zonder naar het middenveld te luisteren”, zei Pietje Vervest van het Transnational Institute in Amsterdam, een linkse denktank, deze week in Helsinki.

De ASEM functioneert al sinds de oprichting tien jaar geleden ondemocratisch, zei Charles Santiago, directeur van Monitoring Sustainable Globalisation, een ngo uit Maleisië. “Er was geen ruimte voor deelname van maatschappelijke organisaties, terwijl het zakenleven alle ruimte kreeg.”

De ASEM brengt de 25 lidstaten van de Europese Unie, de Europese Commissie en de tien lidstaten van de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (ASEAN) bij elkaar. De ASEAN bestaat uit Brunei, Indonesië, Cambodja, Laos, Maleisië, Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam. Daarnaast zijn China, Japan en Zuid-Korea vertegenwoordigd.

De ASEM werd tien jaar geleden opgericht om de economische betrekkingen tussen Europa en Azië te verbeteren. “Alle buitenlandse betrekkingen van de Europese Unie worden sterk beïnvloed door economische belangen, ondanks het feit dat in het Verdrag van Maastricht is vastgelegd dat het buitenlandse beleid in overeenstemming moet zijn met het ontwikkelingsbeleid”, aldus Vervest.

“Het democratische proces is in veel Aziatische landen zwak en regeringen willen niet dat kwesties als mensenrechten en corruptie aan de orde komen op internationale fora”, zegt Santiago. “De Aziatische landen van de ASEM sluiten maatschappelijke organisaties buiten.”

Tijdens de ASEM-top in Vietnam in 2004 verhinderde de regering dat er rond dezelfde tijd een alternatief forum gehouden kon worden. Europese regeringen zijn evenmin bereid om ngo’s te betrekken bij het officiële ASEM-proces en daarbij verschuilen zij zich achter de Aziatische landen, zeggen de organisatoren van het alternatieve forum.

De roep om sterkere betrokkenheid van het middenveld wordt ondersteund door een studie van het Japan Centre for International Exchange en het Netwerk voor Europese Studies van de Universiteit van Helsinki, in opdracht van de Finse regering. Hoewel regeringen het AEPF op afstand willen houden, zijn enkele landen toch bereid het alternatieve forum te steunen. De Finse regering gaf het forum 300.000 euro, Zuid-Korea droeg eerder al 400.000 euro bij. (JS/PD)