Milieu cruciaal voor duurzame ontwikkeling ACP-landen

Het rapport moet een leidraad bieden voor de duurzame bescherming van natuurlijke rijkdommen in de ACP-landen in het negende programma van het Europese Ontwikkelingsfonds (EDF). Het EDF werd in 2000 hervormd naar aanleiding van het handelsakkoord van Cotonou tussen de EU en de landen in Afrika, de Caraïben en het Stille-Zuidzeegebied waarmee Europa bijzondere historische en culturele banden heeft.

De bossen, rivieren en kustgebieden in ontwikkelingslanden zijn van belang voor zowel de traditionele als de industriële landbouw. Zeventig procent van de Minst Ontwikkelde landen zijn van de natuurlijke omgeving afhankelijk voor voedsel, landbouw en medicijnen. Deze hoge afhankelijkheid leidt tot een snelle afbraak van het milieu en bedreigt uiteindelijk de economische groei.

Om daar iets aan te doen stelt het rapport voor milieukwesties te integreren in nationale en internationale wetten en verdragen. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de Europese Unie, de VN, de Wereldbank en andere multilaterale instellingen. “Duurzame ontwikkeling moet van in het begin deel uitmaken van de groeistrategie van een land”, zei Europees parlementslid Anders Wijkman bij de voorstelling van het rapport.

Om het milieubewustzijn te vergroten gaat een deel van het Europese Ontwikkelingsfonds naar sensibilseringsprogramma’s. Het negende EDF bevat 13,5 miljoen euro en nog eens 9,9 miljoen onuitgegeven middelen uit het verleden. Issa Soumana, een ACP-vertegenwoordigster uit Niger, zei dat mensen zich bewust moeten worden van de impact van milieuproblemen op hun levenswijze.

Naast vervuiling bedreigen vooral gewapende conflicten de ontwikkeling. “Natuurlijke rijkdommen vormen vaak de inzet van deze conflicten”, zei Soumana, “We moeten landen zover krijgen dat ze de rijkdom delen zodat iedereen er beter van wordt”.

Stefania Bianchi

xml=2

Ref: eu af ca ap dv if