Noord-Koreaanse kinderen moeten een jaar langer naar school

Nieuws

Noord-Koreaanse kinderen moeten een jaar langer naar school

Noord-Koreaanse kinderen moeten een jaar langer naar school
Noord-Koreaanse kinderen moeten een jaar langer naar school

Nelle Lauwerysen

26 september 2012

De Opperste Volksvergadering van Noord-Korea is voor de tweede keer dit jaar samengekomen. Ze beslisten over een verlenging van de schoolplicht van elf naar twaalf jaar. Dit is de eerste hervorming onder de nieuwe leider Kim Jong-Un. Daarnaast zou Noord-Korea ook plannen hebben om wijzigingen door te voeren in het landbouwbeleid.

De Opperste Volksvergadering, vergelijkbaar met een parlement, kwam dinsdag voor de tweede keer dit jaar samen. Dit gebeurt zeer zelden. Normaal komt de Vergadering enkel samen in april. Er werd vooraf geen agenda vrijgegeven, maar verschillende waarnemers hadden voorspeld dat men economische hervormingen zou bespreken. De enige beleidswijziging die echter werd aangekondigd zal plaatsvinden in het onderwijs.

Langer naar school

De maatregel werd aangekondigd door het Korean Central News Agency (KCNA), het nationale nieuwsagentschap dat gecontroleerd wordt door de staat. Het betreft een verlenging van de schoolplicht van elf jaar naar twaalf jaar. Kinderen moeten dus naar school tot ze zeventien jaar zijn in plaats van tot zestien jaar.

Het gaat om de eerste hervorming onder leider Kim Jong-Un. Ook beloofde hij meer klaslokalen en zouden leerkrachten voorrang krijgen bij de verdeling van voedsel en brandstoffen. Volgens de grondwet van Noord-Korea is onderwijs gratis. In de mededeling van het KCNA wordt echter niet vermeld hoeveel deze nieuwe maatregelen zullen kosten voor de overheid. Met de hervorming zou Kim Jong-Un het vertrouwen van de Noord-Koreanen willen winnen.

Landbouwhervormingen?

Verschillende waarnemers hadden echter verwacht dat leider Kim Jong-Un plannen zou voorleggen om de landbouw te liberaliseren. De geruchten hierover circuleerden al weken binnen en buiten Noord-Korea. Volgens deze berichten zullen landbouwers een deel van hun oogst zelf mogen houden in plaats van bijna alles af te moeten staan aan de overheid. Een dergelijke maatregel moet hen aanmoedigen om meer te produceren. Afhankelijk van de regio waarin men woont en werkt, varieert de proportie die men mag houden tussen dertig en vijftig procent. Dit deel zouden landbouwers dan zelf kunnen verkopen op de markt.

In 2005 werd eigen productie in Noord-Korea bemoeilijkt door maatregelen van Kim Jong-Il, de vader van de huidige leider. Dit proces zette zich sindsdien steeds voort. Landbouwers in Noord-Korea moeten bijna al hun opbrengst verkopen aan de staat. De veilingprijs wordt bepaald door de overheid en wijkt vaak af van de marktprijs. Omdat landbouwers bijna alles moeten afstaan, worden ze niet gestimuleerd om zoveel mogelijk te produceren.

‘Kleine aanpassingen aan het systeem’

De hervorming zou dus moeten zorgen voor een verhoging van de productie en daling van de ondervoeding in het land. Het systeem van collectieve landbouwbedrijven worstelt al langer met de opdracht om om het land in haar eigen behoeften te laten voorzien. In de jaren negentig had Noord-Korea te kampen met een zware hongersnood en men is hier nog niet van hersteld. Volgens het Wereldvoedselagentschap van de Verenigde Naties is een kind op drie chronisch ondervoed. De zelfvoorziening van het land staat dus onder druk en daar zouden de hervormingen verandering in moeten brengen.

Ondanks de geruchten werd deze hervorming dus niet officieel aangekondigd. Volgens Andrei Lankov van de Kookmin Universiteit in Seoel betekent dit echter nog niet dat de hervormingen ook niet zullen doorgaan. ‘Zulke grotere hervormingen worden meestal niet aan de grote klok gehangen. Noord-Korea wil het idee verspreiden dat haar systeem altijd al perfect is geweest en er slechts kleine aanpassingen doorgevoerd worden’, aldus Lankov. Het is dus nog af te wachten of, hoe en wanneer deze economische hervormingen doorgevoerd zullen worden.