OESO pakt belastingontduiking aan

Nieuws

OESO pakt belastingontduiking aan

OESO pakt belastingontduiking aan
OESO pakt belastingontduiking aan

Carey L. Biron

14 februari 2014

De OESO, de organisatie van rijke landen, heeft een nieuwe standaard gepresenteerd waarmee het moeilijker wordt om in het geheim geld op een buitenlandse rekening te parkeren.

In het nieuwe model wordt informatie over buitenlandse bankrekeningen, winsten en ander rendement automatisch met andere landen gedeeld. Tot toe moesten regeringen telkens formeel om deze informatie vragen, waarna een intensief proces volgt dat eenvoudig kan worden gehinderd. Zo kan er weinig worden gedaan tegen de naar schatting 20.000 miljard dollar (15.000 miljard euro) die individuen op buitenlandse rekeningen hebben staan om in eigen land geen belasting te hoeven betalen. Dat is de laatste jaren hoog op de agenda gekomen, vooral omdat regeringen moeten bezuinigen nu de belastinginkomsten teruglopen.

Nieuw spel

“Dit verandert echt de regels van het spel”, zei secretaris-generaal Angel Gurria gisteren (donderdag) bij de presentatie van het plan. “De globalisering heeft het veel eenvoudiger gemaakt voor mensen om hun geld buiten hun eigen land te houden. De nieuwe standaard zal de internationale belastingsamenwerking verbeteren en stelt regeringen op gelijke voet in hun strijd tegen ontduiking.”

Het systeem is gebaseerd op de regels die de Verenigde Staten al hanteren. Die staan bekend als de Foreign Account Tax Compliance Act (FATCA).

Op het plan, dat donderdag werd gepresenteerd, is enthousiast gereageerd door voorstanders van financiële transparantie. Vooral de snelheid waarmee het is opgesteld, is verrassend. Afgelopen herfst vroeg de G20, de groep van twintig grote en opkomende economieën, om maatregelen, en komend jaar, op de G20-top in september, zou het al goedgekeurd kunnen worden.

“Nog maar vijf jaar geleden wilde niemand erover praten”, zegt Heather Lowe van Global Financial Integrity (GFI), een financiële waakhond in Washington. “Het is fantastisch dat iedereen nu erkent dat automatische uitwisseling van gegevens nodig is om de gaten in het systeem te dichten.”

Ontwikkelingslanden

Er klinkt ook kritiek, want de ontwikkelingslanden zijn niet betrokken geweest bij het opstellen van de standaarden, terwijl de politieke leiders eerder verklaarden dat het hen ging om hulp aan deze groep om beter belasting te innen. Het is vooral deze groep die veel geld weggesluisd ziet worden, van belastinggeld tot criminele winsten. In totaal liepen ontwikkelingslanden in 2009 900 miljard dollar (675 miljard euro) mis. Het meeste geld liepen China, Mexico, Rusland en een aantal olieproducerende landen mis.

“Het wordt gepresenteerd als mondiale standaard, maar het is niet mondiaal zolang niet alle landen eraan kunnen deelnemen”, zegt Lowe. “Anders krijg je makkelijk een systeem waarin rijke landen rijker worden en arme landen armer, omdat de rijke ambtenaren en zakenlui daar nog steeds hun geld elders kunnen stallen, buiten bereik van de autoriteiten.”

Volgens de OESO kan het beste in G20-verband worden afgesproken hoe ontwikkelingslanden mee kunnen gaan doen. Er zijn met name twee obstakels. De eerste is dat het delen van informatie wederkerig moet zijn, maar dat de meeste ontwikkelingslanden op dit moment niet de technische capaciteit hebben om dergelijke informatie beschikbaar te maken. Daar moeten de donorlanden bij helpen.

Een tweede obstakel is dat niet alle regeringen en bewindspersonen bereid zullen zijn om hun systeem aan nader toezicht te onderwerpen, uit zorg over corruptie in verleden of toekomst.
Lowe: “Gelukkig is er een groeiende beweging onder de bevolking in de hele wereld om illegaal geld tegen te gaan en het terug te brengen naar ontwikkelingslanden. Daardoor zal de druk op regeringen groter worden om mee te doen.”