Ontheemden in Noord-Pakistan voeren overlevingsstrijd

“We hadden een goedlopende graanhandel, maar we leven nu in armoede”, zegt Muhammad Akram (59) uit Wana in Zuid-Waziristan. Vijf jaar geleden vluchtte hij. Momenteel woont hij in een huurhuis in het aangrenzende district Dera Ismail Khan in Khyber Pakhtunkhwa (KP).

De Federaal Bestuurde Tribale Gebieden (FATA) tellen zeven tribale regio’s bij de Afghaanse grens. Het is sinds 2005 een broeinest van militanten. Meer dan een miljoen van de 5,8 miljoen inwoners van de streek vluchtten sindsdien naar andere gebieden, uit angst voor het geweld tussen het Pakistaanse leger en de militanten.

Na de val van de talibanregering in Kaboel in 2001, als gevolg van de Amerikaanse invasie in Afghanistan, staken talibanstrijders de 2400 kilometer lange, poreuze grens met Pakistan over om onderdak te zoeken in de FATA. In 2005 begon het leger in Zuid-Waziristan een offensief om de taliban te verdrijven, met een massale uittocht van burgers tot gevolg.

Bijbaantjes

“Dat dit allemaal zo lang duurt heeft grote gevolgen voor ons”, zegt Gul Zameer, een inwoner van Mohamnd Agency, waar in 2009 een operatie begon. “We zijn onze bedrijven, huizen en boerderijen kwijt.” Zameer woont nu met zijn twaalf leden tellende gezin in een tent in het kamp Jallozai bij Nowshera, een van de vijfentwintig districten van KP.

“Ik had een grote winkel die goed liep. We hadden een welvarend leven. Maar door de militaire operatie ben ik alles kwijtgeraakt. Ik werk nu als bouwvakker. Daarmee verdien ik drie dollar per dag. Dat is net genoeg om in onze basisbehoeften te voorzien”, zegt Zameer. “De meeste van onze kinderen hebben bijbaantjes, zodat we samen de boel draaiend kunnen houden. Mijn zoons van dertien en vijftien werken bij een autowerkplaats. Als we nog thuis waren geweest, hadden ze op school gezeten.”

Mahboob Ali, een ontheemde uit Bajaur Agency, werkt als conducteur op een bus in Charsadda in KP sinds het leger in 2007 een offensief begon in zijn geboortedorp. “Het leven wordt hier met de dag moeilijker en het einde van de militaire offensieven is nog niet in zicht. Waarschijnlijk zitten we in de toekomst ook opgescheept met de taliban.

Dumpprijzen

Uzair Shah (45), die vanuit Noord-Waziristan naar Peshawar vertrok, zegt dat hij tien winkels heeft verkocht voor dumpprijzen. Nu huurt hij een huis in Peshawar dat te klein is voor zijn vrouw, drie zonen en vijf dochters. “Al het geld van de verkoop is inmiddels op. Ik probeer een lening te krijgen om hier een bedrijf te beginnen, maar niemand wil me krediet geven vanwege mijn financiële situatie. Die zal niet veranderen zo lang de militaire acties doorgaan.”

Mian Iftikhar Hussain, de minister van Informatie van KP, zegt dat de ontheemden hulp krijgen maar dat die beperkt is. “We hopen dat donororganisaties willen helpen. Maar de enige manier om de problemen op te lossen, is het elimineren van de militanten in de FATA.”

Veel ontheemden bedelen, omdat ze geen werk kunnen vinden. “De bevolking hier neemt liever mensen uit de omgeving in dienst”, zegt Pervaiz Khan, een metselaar uit Zuid-Waziristan die woont in het naburige district Bannu, per telefoon. “We willen voor minder loon werken, maar zelfs dan zijn mensen niet bereid ons in te huren.”