Plantages in monocultuur hebben een negatieve invloed op vrouwen

Nieuws

Plantages in monocultuur hebben een negatieve invloed op vrouwen

Chaima Haskal

10 maart 2009

De milieugroepen World Rainforest Movement (WRM) en Friends of The Earth International(FoEI) publiceerden 3 casestudies waaruit blijkt dat plantages in monocultuur een negatieve invloed hebben op vrouwen.

Naar aanleiding van de Internationale vrouwendag vorige zondag bestudeerden de milieugroepen de  impact van plantages in Nigeria, Papoea-Nieuw-Guinea en Brazilië. Daaruit blijkt dat het dagelijks leven van vrouwen die dicht bij een plantage in monocultuur leven negatief wordt getroffen.
Genderongelijkheid
WRM en FoEI argumenteren dat de impact van plantages in monocultuur niet geslachtsneutraal zijn en vragen aan de EU om aandacht te schenken aan de gelijkheid van man en vrouw in deze landen. De organisaties proberen via deze studies de aandacht te vestigen op de steeds belangrijker wordende rol van voedselsoevereiniteit en op het feit dat de EU vaak steun geeft aan de uitbouw van plantages, ook als ze ten koste gaan van de lokale gemeenschappen.
De plantages in monocultuur, waarbij op eenzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas verbouwd wordt en waarbij geen vruchtwisseling plaatsvindt, leveren pulp voor het produceren van papier en karton, rubber voor autobanden en palmolie voor bewerkte voedingsmiddelen. Ze worden grotendeels ter consumptie gebruikt in westerse landen, maar verwoesten volgens FoEI en WRM lokale gemeenschappen.
De bedrijven bieden bovendien meestal enkel of vooral fatsoenlijke banen aan mannen. Vrouwen worden enkel onderbetaalde jobs aangeboden. De bedrijven nemen ook mannen aan die buiten de regio’s wonen waardoor seksuele intimidatie toeneemt.
Voorbeelden

  • De Iguóbazuwa Forest Reserve in Nigeria heeft drastische veranderingen ondergaan sinds de vestiging van de Franse autofabrikant Michelin in 2007. De regio was een uiterst biologisch divers gebied in het zuidwesten van Nigeria, waarvan de gewassen voor voedsel zorgden bij 20.000 mensen. De natuurlijke rijkdom van de regio werd compleet verwoest door het planten van rubberplantages. Vrouwen verloren hun boerderijen en de lokale bossen die zorgden voor medische kruiden en planten werden verwoest.

  • In Papoea-Nieuw-Guinea hebben de palmolieplantages in monocultuur de biodiversiteit, de bossen en de lokale gemeenschappen ook verwoest. Kleine boeren hebben een groot deel van hun land gebruikt voor het planten van palmolie, omdat hen geld werd beloofd, maar ze verdienen veel minder dan verwacht. Vrouwen die dicht bij deze plantages leven, hebben niet genoeg grond en worden constant blootgesteld aan giftige pesticiden.