Vrijlating schutters van 11 april versterkt politieke polarisering

Nieuws

Vrijlating schutters van 11 april versterkt politieke polarisering

José Zambrano

14 juli 2002

Een rechtbank in Caracas heeft donderdag de drie schutters vrijgelaten die op 11 april vermoedelijk het vuur openden op betogers die het aftreden van de Venezolaanse president Hugo Chávez eisten. De schietpartij was de aanleiding voor een staatsgreep waarbij Chávez twee dagen van het politieke toneel verdween en blijft ook na de terugkeer van de president het brandpunt van de politieke controverse tussen voor- en tegenstanders van de populistische leider.

Achttien mensen kwamen om toen drie “chavistas” op 11 april vanop een brug het vuur openden op een mensenmassa die het aftreden eiste van de president. In de daarop volgende nacht kondigde het leger op televisie een staatsgreep aan en kwam het presidentschap voor twee dagen in handen van de Pedro Carmona, de voorzitter van de Venezolaanse werkgeversbond. Na hevig internationaal protest werd Chávez in zijn ambt hersteld.

De beelden van de schietpartij waren te zien op een videoband die werd grijsgedraaid op de Venezolaanse televisie. Het onderzoek naar wat er toen precies gebeurde, zit na de vrijlating van de drie “schutters van de brug van Llaguno” meer dan ooit in het slop. Regering en oppositie, die elkaar in het parlement perfect in evenwicht houden, beschuldigen elkaar en zijn er niet in geslaagd een wet goed te keuren om een “waarheidscommissie” de gebeurtenissen van 11 april te laten uitzoeken.

Rechter Norma Sandoval liet de drie schutters die op de videoband werden geïdentificeerd vrij omdat de zaak van de openbare aanklager ernstige gebreken zou vertonen. De verdachten, onder wie gemeenteraadslid Richard Peñalver uit Caracas, beweren dat zij slechts terugschoten nadat ze zelf onder vuur waren genomen en dat niet zij de dodelijke schoten hebben afgevuurd.

De advocaten van de slachtoffers en mensenrechtenactivisten reageren geschokt en vinden dat technische onvolmaaktheden niet opwegen tegen het offer aan mensenlevens. De procureur heeft al laten weten dat hij in beroep gaat, maar volgens advocaat Juan Carlos Sosa wordt het onderzoek van het openbaar ministerie intern gesaboteerd.

De betogingen tegen Chávez gaan intussen gewoon door. Honderdduizenden mensen komen op straat om het aftreden van de president te eisen en zingen “verboden te vergeten”, ter herdenking van de 18 doden. De werkgeversunie en de grootste vakbonden overwegen een nieuwe algemene staking uit te roepen. De bloedige gebeurtenissen tussen 11 en 14 april, waarbij 85 mensen het leven lieten, begonnen op de derde dag van een algemene staking.

Intussen blijven regering en oppositie in het parlement met getrokken messen tegenover elkaar staan. Ook voormalig VS-president Jimmy Carter slaagde er vorige week niet in de oppositie te overtuigen met Chávez te gaan praten. Een wetsvoorstel over een “waarheidscommissie” om de omstandigheden van de coup te onderzoeken verzandde in geruzie over de benoeming van commissieleden.

Venezuela is relatief welvarend dankzij de olieontginning, maar toch leeft 70 procent van de 23 miljoen inwoners in armoede. Chávez kan rekenen op de steun van de armen, die hem in 1998 een klinkende verkiezingsoverwinning bezorgden.

Ref: la ip