Wereld heeft onvoldoende aandacht voor kinderen

De internationale bijeenkomst had eigenlijk in september moeten
plaatsvinden, maar werd uitgesteld als gevolg van de terreuraanslagen in New
York en Washington. De driedaagse vergadering die woensdag begint en
waarvoor meer dan 70 staats- en regeringsleiders worden verwacht, werd
voorafgegaan door een conferentie over kinderrechten en ontwikkeling die
zondag een aanvang nam en waaraan zowat 350 kinderen vanuit heel de wereld
deelnamen. Het was de eerste keer dat de Algemene Vergadering van de VN zijn
deuren opende voor kinderen.

De eigenlijke bijeenkomst maakt een balans op van wat de internationale
gemeenschap heeft bereikt sinds de Wereldtop voor Kinderen van 1990. Volgens
VN-secretaris-generaal Kofi Annan is de wereld te kort geschoten voor de
meeste doelstellingen die in 1990 werden geformuleerd, niet omdat die
doelstellingen te ambitieus of technisch onhaalbaar waren, maar grotendeels
omdat er te weinig werd geïnvesteerd.

De VN hebben recente cijfers verzameld om de dramatische gevolgen van die
krenterigheid te illustreren. Nog steeds sterven er wereldwijd jaarlijks
zowat 10 miljoen kinderen aan ziekten en ongevallen die niet dodelijk moeten
zijn. Zowat 150 kinderen zijn ondervoed, 100 miljoen van hun
leeftijdsgenootjes gaan niet naar school en 250 miljoen kinderen moeten
werken om het gezinsinkomen aan te vullen. De zuigelingen- en kindersterfte,
die volgens het actieplan van 1990 in tien jaar tijd met één derde had
moeten zijn verminderd, is in 14 landen nog toegenomen. In 2000 was polio in
175 landen uitgeroeid, maar in 20 andere landen maakt de gevaarlijke
aandoening nog altijd slachtoffers. Enkele doelstellingen zijn wel gehaald:
het aantal dodelijke slachtoffertjes van diarree is in vergelijking met 1990
gehalveerd, en na decennia van achteruitgang begint borstvoeding eindelijk
weer aan populariteit te winnen.

Kinderrechtenactivisten hopen dat er op de bijeenkomst in New York een
consensus kan worden bereikt over het principe dat kinderen in heel de
wereld récht hebben op de nodige investeringen in onderwijs en
gezondheidszorg. Ze proberen de delegaties er ook van te overtuigen
prioriteit te geven aan maatregelen waarvan meisjes profiteren. Meisjes die
naar school zijn geweest, trouwen later en krijgen minder kinderen en zorgen
ook beter voor de gezondheid en de ontwikkelingskansen van hun eigen gezin,
zegt Nilgun Ogun, de directeur van de Afdeling Azië van de organisatie Save
the Children.